zaterdag 31 december 2011

Alles kan als jij het laat gebeuren


Voor de musical-kenners onder ons een misschien wel bekende zin. Ik denk dat daar ook een grote waarheid in zit.
Je hebt je leven voor een groot deel zelf in de hand. Natuurlijk zijn er altijd omstandigheden die je leven een draai kunnen geven die je niet had voorzien of niet had gewenst. Je hebt niet alles volledig zelf in de hand. Het is echter wel aan jezelf als persoon wat je ermee doet. Blijf je in de ellende hangen? Druk je het weg? Of zie je het onder ogen, volgt er acceptatie en ga je verder?
Het is altijd makkelijker gezegd dan gedaan, maar je eigen geluk ligt vaak in je eigen handen. Omdat jij de enige bent die van jezelf kan houden. Omdat jijzelf de enige bent die kan accepteren dat het leven nu eenmaal is zoals het is. Jij bent de enige die er een draai aan kan geven. Door je denkwijze te veranderen, door alles een plek te geven. De pijn onder ogen zien. Jezelf eens diep in de spiegel aankijken.
Op een dag zal ik rijk zijn.
Op een dag zal ik volledig pijnvrij zijn
Op een dag zal ik samen met mijn grote liefde herenigd zijn
Op een dag zal ik weer gelukkig zijn
Op een dag zal ik een fantastische nieuwe baan hebben
Op een dag zal ik volledig gezond zijn
Op een dag zal ik alleen maar genieten
Op een dag zal ik niet meer zo moe zijn
Op een dag zal ik ontzettend blij zijn
Op een dag zal ik stoppen met overleven
Op een dag zal ik beginnen met leven.
En die dag? Die dag komt eraan!

©JaneOnira

dinsdag 27 december 2011

Terugblikken op het afgelopen jaar


Deze tijd van het jaar, zo tegen het einde van dit jaar en bijna het begin van volgend jaar, zit weer vol terugblikken. Terugblikken op het afgelopen jaar, alle hoogte- en dieptepunten.
Mijn jaar begon goed. Hoewel geteisterd door wat lichamelijke probleempjes, begon het jaar goed. Het was leuk, het was prima. Halverwege het jaar sloeg dat om. Omstandigheden die nog altijd voortduren. Omstandigheden waardoor het jaar niet zo goed eindigt als hoe het begon, en waardoor ik er alsnog op terugkijk als een ‘zwaar jaar’.
Nu is het jaar bijna ten einde. Goede hoop heb ik voor het nieuwe jaar. Het zal nog niet denderend van start gaan, dingen hebben tijd nodig. Hopelijk zal het in het loop van het jaar beter worden. Misschien gebeuren er nog wel goede dingen, en zijn de wonderen de wereld nog niet uit.
Voor mij mag het al nieuw jaar zijn. Ik kijk er ook wel naar uit. Ik kijk liever niet meer terug naar wat dit jaar geweest is, en begin vol frisse moed aan een nieuw jaar. Natuurlijk neem je alles van het afgelopen jaar met je mee. Het maakt me ook zelfbewuster en misschien ook wel sterker, juist door die nare omstandigheden.
Hoop doet leven, en zo is het echt. Een nieuw jaar vangt bijna aan. Een jaar vol nieuwe kansen en mogelijkheden. Een jaar om nog sterker te worden en narigheid te overwinnen. Hopelijk een jaar om een periode goed af te sluiten en weer vooruit te kunnen kijken, weer beginnen met een echt, nieuw leven.
Aan goede voornemens doe ik niet. Heb ik ook nooit echt gedaan. Ik zie wel wat het nieuwe jaar mij brengen zal.Ik hoop dat in 2012 de wereld niet echt zal vergaan, want ondanks alle tegenslagen, omstandigheden en narigheid, is het leven veel waard.
©JaneOnira

vrijdag 23 december 2011

Een lekker dagje niets!


Het is nog vroeg als ik klaarwakker in mijn bed lig. Slapen lukt niet meer. Lezen lukt niet, mijn gedachten vliegen steeds weg. Ik besluit op te staan, ondanks dat het zo vroeg is.
Ik heb geen zin om te douchen. Trek een extra warme trui aan. Doe de lelijke sloffen aan mijn voeten en slof van de slaapkamer naar de woonkamer waar ik neerplof op de bank. Ik doe een poging om tv te kijken, maar er is niets bijzonders op te zien.
Ik zucht. Wat zal ik toch eens gaan doen? Ik kan van alles doen, maar heb nergens zin in. Ik had grootse plannen vandaag. Nog zoveel te doen. Nog dingen te halen in de winkels. Maar ik heb geen zin. Het is koud buiten en hoewel het zonnetje inmiddels begint te schijnen heb ik geen zin om me op te frissen, om te kleden en naar buiten te gaan. Waarom moest ik dat allemaal vandaag doen? Het kan toch ook morgen?
En zo hou ik een lui-lekker-dag. Lekker is het eigenlijk niet, want ik ben niet echt in een opperbeste stemming. Toch maakt het me niet uit. Ik ben alleen, niemand die er last van heeft dat ik ietwat chagrijnig en stinkend op de bank lig te hangen.
Uiteindelijk trekt mijn humeur wat bij en vermaak ik mij de hele dag met films en boeken. Ik sta alleen op van de bank naar het toilet en om wat eten in de magnetron te gooien. Ideaal.
Hoewel het een nutteloze dag was, denk ik dat ik het eigenlijk vaker zou moeten doen. Hoe vaak heb ik nou een dag voor mezelf? Echt voor mezelf? Hoe vaak neem je nou een dag om werkelijk niets te doen? Het is best lekker. Voor af en toe. Gewoon een dagje niets. Heerlijk. Helaas is gister alweer voorbij.
©JaneOnira

zondag 18 december 2011

Het goed bewaarde geheim


Ik zucht. Ik moet er heen maar wil niet. Ik heb geen keus, het moet een keer gebeuren. Het huis moet een keer opgeruimd worden. Volgende maand komt het weer in de verhuur en moet het huis leeg zijn. Dus ik sta voor deze taak, niets aan te doen. Ik trek mijn jas aan, pak mijn tas en loop naar buiten. Met de auto rijd ik naar mijn nichtje, we gaan dit samen doen. Gelukkig, dat scheelt weer. Gedeelde smart is halve smart zegt men weleens en dat is ook zo. Het geeft in ieder geval een geruststellend gevoel. Wetende dat je er niet alleen voor staat maar het samen kan doen.
Het is nu bijna een maand geleden dat ze overleed. Mijn tante. Mijn lieve, lieve tante. De moeder van mijn nichtje. Ook een beetje mijn moeder, ik heb erg lang bij hun gewoond omdat er problemen thuis waren. Nu moeten we haar huis opruimen. Ik zie aan het gezicht van mijn nichtje dat ze er ook geen zin in heeft. Ze ziet er ook tegen op verteld ze. Bang voor de herinneringen die ze niet weg wilt doen. Ze wilt haar moeder niet weggooien. Ze wilt niet naar dit huis waar haar moeder haar niet verwelkomen zal. Het is echter niet anders, het is iets wat moet gebeuren.
Eenmaal aangekomen bij het kleine huisje aan de dijk blijven we even in de auto zitten. ‘Kom’, zeg ik, ‘laten we maar gaan’. Met lood in onze schoenen stappen we de auto uit en lopen naar de voordeur. Met trillende handen opent mijn nichtje de voordeur en we lopen naar binnen. In de kleine woonkamer blijven we staan. Wat nu? Waar zullen we beginnen? We besluiten boven te beginnen en dan van boven naar beneden te werken. We willen alles sorteren; wat weg kan, wat we kunnen verkopen en wat we willen bewaren. We kijken dan later wel wie wat krijgt en hoe we alles wegdoen. Eerst alles maar sorteren en uitzoeken. We hebben er een paar dagen voor uitgetrokken, want ondanks dat het maar een kleine huisje is heeft tante veel spullen, en herinneringen zoek je niet zomaar even uit.
We lopen naar boven. Er is een heel klein zoldertje. Daar beginnen we. Met ons meegebrachte repen chocolade die tante zelf ook lekker vond beginnen we aan de klus. Op het zoldertje staat het barstensvol met dozen. Echt een heleboel dozen. Mijn nichtje pakt er één en ik pak er één. Alles willen we doorzoeken en bekijken, we willen het niet allemaal zomaar weg doen.
Zwijgend bekijken we de dozen. Het voelt raar. Alsof je ergens bent waar je eigenlijk niet mag zijn. Een doos met oud servies. Heel mooi nog. Dat kunnen we nog wel bewaren of verkopen. Een doos met oude tijdschriften. Volgens mijn nichtje zijn er liefhebbers die dat misschien wel willen hebben; ook bewaren dus maar. Een doos met oude banden. Videobanden. Er staan alleen jaartallen op; de data verloopt van 1987 tot 1997. In die periode heb ik bij tante gewoond maar kan niets bedenken wat op deze video’s zou kunnen staan, we hebben nooit echt video gekeken bij tante. Nichtje weet het ook niet; wat zal het zijn? We kijken elkaar aan en weten; we gaan dit bekijken. We moeten weten wat het is. Even twijfel; het is van tante en misschien is het wel heel persoonlijk. Nieuwsgierigheid wint het echter en samen lopen we de trappen weer af naar beneden. Tante heeft nog zo’n oud televisietoestel met een videorecorder. We zetten de doos naast de televisie, pakken ons meegebrachte pakjes drinken en leggen de repen chocolade op tafel.
Zijn we er klaar voor? Ja, laat maar doen. Ik ben benieuwd. Mijn nichtje zet de tv aan en stopt de videoband in de speler, drukt op play en er gebeurd niets. Er is alleen maar ruis te zien. Moet je hem niet eerst terugspoelen vraag ik? Nee zegt ze, dat was die al. Dan ineens wat gekraak en daar verschijnt een man in beeld. “Lieve kleine” hoor ik. Mijn nichtje kijkt verschrikt naar mij en roept iets. Ik hoor haar niet en kijk verbijsterd voor mij uit. Alle kleur is uit mijn gezicht weggetrokken en mijn hart bonst in mijn keel. “Lieve kleine, als je dit ziet is er iets ergs gebeurd. Dan is mijn lieve zus en jouw tante er niet meer. Lieve kleine, als eerste wil ik zeggen dat ik heel erg veel van je hou. Dat deed ik al toen je nog in je moeders buik zat, dat doe ik nog steeds en dat zal ik altijd blijven doen. Kijk deze foto heb ik pas gekregen en draag ik altijd bij me. Zo kan ik jou niet vergeten, en dat wil ik ook niet. Dat kan ik ook niet, nooit. Omdat ik van je hou en omdat het mij heel erg spijt dat ik niet bij je kon zijn. Dat ik niet in je leven kon zijn en dat ik je niet kon zien opgroeien.” Ik spring op en zet de video op stop. Mijn nichtje slaat haar arm om mij heen als ik begin te huilen.
Ik ben in de war, ik begrijp het niet. Ik wil niet verder kijken, want dit kan niet. Dit kan niet waar zijn. Dit kan niet echt zijn! Het kan gewoonweg niet. 1987... toen was hij al 4 jaar dood! Hoe kan hij die foto van mij hebben? Hoe kan het dat hij nog leeft? Waarom zie ik dat nu pas? ‘Voor antwoorden moeten we verder kijken’, zegt mijn nichtje. Ik weet het. Ik knik, doe maar, zet hem maar weer aan.
We kijken verder en het verhaal word duidelijk. Mijn vader kwam in contact met criminelen. Hij wist iets wat hij niet mocht weten en vertelde dat aan de politie. De mensen kwamen erachter en wilden wraak nemen. Daarom moest hij verdwijnen, daarom moest hij weg. En het moest snel want hij wilde niet dat ze erachter kwamen dat ik en mijn moeder er ook waren. Daarom ging mijn moeder een tijdje weg, ze was bij familie, maar naar mijn weten moest ze naar een instelling omdat ze het zwaar had met de dood van mijn vader. Ik ging naar tante, en hij was zogenaamd overleden. Neergeschoten door overvallers was wat ik wist. Hij kon niet vertellen waar hij zat, hij reist ook veel zodat ze hem nooit zouden kunnen vinden.
Video na video keken we. Elk jaar rond mijn verjaardag stuurde mijn vader een video zodat ik zou weten dat hij aan mij dacht als ik het later mocht weten. In 1997 was de laatste video. De doos was leeg en we konden niet verder. We renden weer naar boven, zal daar meer te vinden zijn? Na een aantal dozen doorzocht te hebben vond mijn nichtje tussen een stapel oude bankafschriften een echt lijkend overlijdensverklaring van mijn vader. Afgegeven op 22 februari 1998. Ik pakte het met trillende handen vast. Zal dit echt zijn? Wat is er gebeurd? Is hij gevonden door die criminelen? Waarom heeft tante dan niet eerder die video’s gewoon laten zien als hij toch al overleden was? Dan was er toch ook geen gevaar meer? Vragen, vragen, allemaal vragen. Zou er ergens in dit huis een antwoord te vinden zijn?
©Jane Onira

vrijdag 16 december 2011

Have a Merry Christmas!


Kerst. Waar ik het altijd een mooie tijd vind, mag het van mij nu wel weer voorbij zijn. Stom is het dat wanneer je in een periode zit vol met heftige gebeurtenissen en alle emoties die erbij komen kijken, dat ineens wegvalt. Dat je er echt geen zin in hebt. Dat je rilt van al die irritante kerstliedjes op de radio. Dat je jezelf irriteert aan al dat kerstgedoe op tv of bij alles wat je dan ook maar door de brievenbus krijgt. Dat je de winkels zoveel mogelijk probeert te mijden. En mensen al helemaal. De vraag “En, wat ga jij doen met de feestdagen?” kan ik wel uitkotsen.
Natuurlijk zijn veel mensen zich hier niet van bewust. Natuurlijk laat ik ook niet blijken wat ik voel en denk, dat doe ik wel als ik alleen ben. Of hier, op dit witte scherm.
De kerstdagen staan voor mij voor warmte en gezelligheid. Veiligheid, geborgenheid. Het gelukzalige gevoel. Je gaat teveel denken ‘hoe het toen was’, en verlangt daarnaar. Maar tijden veranderen. Dingen gebeuren. Je leven wordt anders. Ineens is het allemaal niet zo belangrijk meer.
Ik ga werken met de kerstdagen. Heerlijk. Laat mij maar. Uit fatsoen zal ik ook zeker een familiebezoek afleggen. Meer voor hun dan voor mijzelf. Hoewel ik weet dat het best zal meevallen, en dat het ongetwijfeld ook echt leuk gaat worden, is er iets anders waar ik naar verlang. Ik zal moeten accepteren dat het nu niet zo kan zijn. That’s life.
Toch verstop ik mij liever. Lekker onder de dekens. Lekker op de bank hangen. Het gezellig hebben in mijn eentje. Allemaal lekkers kopen voor mij alleen en dan lekker veel lezen. Geen tv. Alle die zoetsappigheid hoeft voor mij niet dit jaar.
Ik kijk uit naar verder. Naar het nieuwe jaar. In de hoop dat het nieuwe jaar beter zal zijn dan hoe dit jaar geëindigd is.
©JaneOnira

donderdag 15 december 2011

Een verlate Sinterklaasviering


Afgelopen zondag was het dan zover... Met vrienden Sinterklaas vieren! Terwijl veel mensen zich klaarmaakten voor de komende Kerstdagen zaten wij zingend op Sinterklaasliedjes ons vol te eten aan pepernoten en speculaas.
Deze vriendengroep bestaat uit 6 personen. Een divers clubje. We kennen elkaar van de middelbare school. Zien elkaar als groep erg weinig, individueel worden er weleens wat afspraken gemaakt. Sinterklaas is ‘ons’ hoogtepunt van het jaar. Iets wat we al jarenlang vieren, en wat we ook blijven doen. Tradities dienen nu eenmaal in stand te worden gehouden. Het is ook eigenlijk het enige moment in het jaar geworden dat we de agenda’s trekken en een datum (dat begint al ruim van te voren, ergens wanneer de zon nog volop hoort te schijnen en iedereen met plezier buiten is) zoeken dat we ook echt allemaal kunnen. Het is ‘ons’ ding. Ons als meiden zijnde. Zonder aanhang. Gewoon lekker ouderwets samen.
Traditioneel beginnen we de avond met gourmetten. Er is goed inkopen gedaan dit jaar en de grote tafel staat vol met allerlei lekkers. We praten bij. We praten over onze levens en de gebeurtenissen die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden. We zien elkaar als groep dan weinig, maar het voelt meteen alweer vertrouwd. Er wordt druk gekletst en hard gelachen.
Enigszins uitgelaten worden we er allemaal van. We zijn druk, willen allemaal ons verhaal vertellen en de één doet nog harder zijn best om het stemgeluid boven de ander uit te laten komen. We lijken weer de pubers van toen. Schunnige grappen rollen over tafel. Er wordt gek gedaan. Precies zoals het altijd al is geweest. Precies zoals het hopelijk ook altijd blijven zal. Zorgen worden even vergeten. Er bestaat alleen het hier en nu, en deze groep meiden.
Nadat we allemaal echt niets meer opkunnen beginnen we met het Sinterklaas-dobbel-spel (Zie hier) We worden stuk fanatiek. Fanatieker dan ooit lijkt het wel. Snel dobbelen om zoveel mogelijk te bereiken in de tijd die rest. Proberen het grootste aantal cadeaus te verzamelen, en hopen om vooral niet de opdrachtkaart te bemachtigen waarbij je moet ruilen met de persoon met het minste aantal cadeaus. Proberen de cadeaus te raden. Goed voelen. Afpakken bij de één. Een iets vermoedelijk stoms weer wegleggen. We schreeuwen, zijn hebberig, fanatiek. We lachen. We lachen ons suf om de ander. We lachen eigenlijk gewoon om helemaal niets.
Dan komt het moment om de cadeaus uit te pakken. De stemming slaat wat om. De rust keert weer terug. Enkelen zeer teleurgesteld omdat ze de pech hadden geen leuke cadeaus verzameld te hebben, maar van die flauwe cadeaus waar je echt niets aan hebt en die elk jaar weer in het spel terugkomen.
Het was geweldig. Het was heerlijk. Wat doet zo’n avond je beseffen hoe belangrijk deze mensen zijn. Hoe gelukkig ik mag zijn dat ik deze mensen ken. Stuk voor stuk. Ieder weer anders, maar zo belangrijk. Even een avond onbezorgd genieten. Even niet hoeven nadenken, even niet hoeven piekeren. Gewoon een avondje lol. We zouden het vaker moeten doen.
©JaneOnira

donderdag 8 december 2011

Geen berg te hoog


Geen berg te hoog om niet te beklimmen
Ik wil deze berg beklimmen.
Ik moet deze berg beklimmen.
Ik ga deze berg beklimmen.

Alles in je leven is een keuze. Omstandigheden zijn er. Onverhoopt, onverwacht. Niets aan te doen, het is zoals het is. Hoe je ermee om gaat en wat je ermee doet, dat is de keuze.
Ik kan om die berg heen lopen. Dan maar een stukje om, ik hoef er dan in ieder geval niet overheen. Dat scheelt toch weer een hoop energie. Ik doe er dan misschien wat langer over, maar uiteindelijk vind ik wel weer een pad.
Ik kan hem negeren. Ik kan net doen alsof hij er niet is. Alsof die berg er niet staat. Ik wals er zo over heen. Met gemak. Of ik doe alsof. Ik ga gewoon over die berg, doe net alsof het me niets doet.
Ik kan hem kleiner maken dan hij werkelijk is. Dan kost het me ook niet zoveel energie en weinig tijd.
Groter maken, dat kan ook. Er lang over doen, goed nadenken hoe te klimmen. Die berg nog hoger maken dan hij werkelijk is. Het moeilijk voor mezelf maken.
Ik kies ervoor om hem te beklimmen. Dat kost energie. Dat is ook zoeken naar het juiste pad en de juiste klimtechniek. Er zitten steile stukken bij, maar ook goed begaanbare paden. Het zal niet altijd makkelijk zijn, en soms ook wel. Maar ik ga er wel van genieten. Ik zal rijker worden van deze tocht. Ik zal kennis opdoen, vaardiger worden. Ik zal genieten van het uitzicht. Van die kleine punten, dat als je naar beneden kijkt, je weet dat er al een overwinning is behaald. En nog meer zal ik genieten als die top is bereikt. Want dat is waar ik voor ga. Dat is waar ik naar toe ga. Hoe hoog die berg ook mag zijn.
©JaneOnira

maandag 5 december 2011

Love the music!


Ik word wakker. Ik voel me suf. Eigenlijk wil ik nog veel en veel langer slapen maar dat kan niet. Er moet wat werk verricht worden. Heel veel werk eigenlijk. Lekker luieren hoort daar niet bij, en zit er dus vandaag niet in.
Ik stap met mijn suffe kop onder de douche en kleed me aan. Trek mijn trui binnenstebuiten aan, ik ben duidelijk nog niet wakker. Een ontbijtje volgt. Nog steeds duf. Het omschakelen van nachtdiensten valt altijd zwaar. Een gevoel van een kater te hebben zonder de plezier van de alcohol.
Met mijn brakke hoofd kruip ik achter de computer. Naast mij ligt het veels te lange ‘to do’ lijstje. Ik zucht en wend mijn blik af. Daar heb ik zo geen zin in. Maar goed, wat moet dat moet. Zo gezegd zo gedaan en ik begin aan mijn to do lijstje. Langzaamaan werk ik het een na het andere af. Langzaamaan want echt wakker worden lukt niet. Ondertussen heb ik de radio aan gedaan, ik had wel trek in wat muziek op de achtergrond. Alleen dat gepraat tussendoor, de reclameblokken, het nieuws. Het leidt me af en het irriteert me mateloos.
Ik lees wat blogjes waaronder die van mijn broer. Hij schrijft over Spotify. Een programma om muziek te luisteren. Gratis en voor niets. Waar veel muziek te vinden is. Ik had er wel eerder al wat over gelezen maar nam het niet zo serieus. Nu mijn broer erover schreef heeft het me overtuigd. Ik zoek de site, lees het amper en download het programma. Terwijl de regen hard tegen de ramen slaat, verdrink ik mij in de muziek. Bekend en onbekend. Dansend en wegdromend. I love the music!
Hoe heerlijk is het om je te laten meevoeren op de klanken van de muziek, het ritme of de woorden die gezongen worden. Muziek dat mij raakt. Muziek dat komt tot in de ziel. Muziek waar je kippenvel van krijgt. Heerlijk is dat. Muziek raakt. Muziek beweegt.
Oja, ik had een to do list om af te werken...


©JaneOnira

zaterdag 3 december 2011

Het stormt. Overal


Ze kijkt om zich heen. Geen verdachte figuren. Geen vreemde auto’s. Geen mensen in geparkeerd staande auto’s. Gelukkig, dat is een opluchting. Maar toch, je weet maar nooit. Ze is en blijft op haar hoede. Ze kan ook niet alles zien. Ze kan niet te opvallend om haar heen gaan zitten kijken, ze hoeven niet te weten dat zij ze doorheeft. Want ja, dat heeft ze. Ze weet dat ze kunnen komen. Haar droom van vannacht bevestigde dat gevoel alleen maar. Het liefst verstopt ze zich in de bescherming van haar huis maar de boodschappen moeten ook gedaan worden.
Het gewone leven gaat door. Mooi weer spelen voor de buitenwereld. Vriendelijk glimlacht ze naar de meneer met de hond ‘Goedemorgen!’. Als je me wat doet dan heb jij een probleem denkt ze. Ze weet heel goed hoe ze zichzelf beschermen kan.
Daar, de supermarkt. Ze snel mogelijk boodschappen halen. Ze voelt zich niet veilig. Ze had gister al een lijstje gemaakt, ze weet precies wat ze in de winkel nodig heeft en waar dat ligt. Enigszins behoedzaam maar snel loopt ze doelbewust door de winkel. Bedacht om de mensen om haar heen. Die man daar. Of die blinde vrouw. Na haar droom weet ze dat hij ook heel goed een vrouw zou kunnen sturen. Snel, snel, ze moet hier weer vandaan. Ze wordt steeds meer gespannen. Dit is niet goed denkt ze en ze is blij als ze eindelijk aan de beurt is bij de kassa.
Even een voorzichtige blik naar achteren. Wie staan er nog meer bij haar in de rij? Hm, die man. Hij heeft alleen maar croissantjes en een blikje cola. Uitermate geschikt voedsel. Ringetjes in zijn oren. Norse blik. Tatoeages en een houding wat agressiviteit uitstraalt. Haar hart bonst in haar keel. Dat zou zomaar kunnen. Ze weet ergens wel dat ze nu heel vooroordelend bezig is. Maar wat moet ze anders? Ze moet er wel op bedacht zijn, het kan niet anders, ze moet en zal overleven. Hoe dan ook.
Naar huis, naar huis denkt ze. Maar niet zomaar. Hij weet waar ze woont. Hij weet het. Hij weet de straatnaam, dat is zeker. Weet hij ook het huisnummer? Ze weet het niet. Misschien niet. Daarom moet ze voor verwarring zorgen. Gelukkig is er een gezamenlijke fietsenstalling onder de flat. Met een korte binnendoor weg in kleine straatjes tussen de huizen door fietst ze snel naar huis. Snel, sneller, ik moet hem voorblijven.
Als ze deur van de ingang van de fietsenstalling opendoet kijkt ze stiekem snel om haar heen. Niemand te zien. Ze verdwijnt naar binnen, stalt haar fiets en rent naar boven. Snel de derde verdieping doorlopen, achteraan twee trappen omhoog, snel weer naar beneden via de andere trap aan de andere kant van het immens grote flatgebouw, de hoek om en daar is ze weer. Thuis.
Zachtjes doet ze de deur open en haar hand glijdt weer in haar tas. Ze pakt het stevig beet om even de zekerheid te voelen, glipt naar binnen en doet de deur geruisloos achter haar weer dicht. Dat heeft ze nu al zo vaak gedaan, dat kan ze wel. Snel op het veiligheidsslot.
Stilletjes beweegt ze zich door het huis. Alle kamers loopt ze langs. De slaapkamer, onder het bed, in de kast. Niets. De keuken en de badkamer. Niets. De rommelkamer, niets. In de kasten? Niets. De woonkamer, onder de bank en om de hoek op het balkon. Niets. Er is niemand. Ze checkt de balkondeuren en de ramen. Alles is nog dicht. Ze loopt terug naar de voordeur en steekt haar sleutel in het slot. Ook deze deur is nu op slot.
Nogmaals maakt ze een rondje door het huis. Ze moet er absoluut zeker van zijn. Er is niemand. Gelukkig denkt ze en haalt haar hand weer uit de tas. De tas die ze overal meedraagt en continu bij haar heeft. Behalve op het werk, daar kan het niet. Maar dat is niet erg, ze heeft daar genoeg andere middelen tot haar beschikking. Ze weet hoe ze zichzelf moet verdedigen, ook daar.
Ze checkt de huistelefoon. Niemand heeft gebeld gelukkig. Ze checkt haar mobiele telefoon. Hoewel ze die uiteraard bij zich had moet ze toch even controleren of ze niet een oproep gemist heeft. Door het fietsen en de rumour van de supermarkt kan het maar zo zijn dat ze het niet gemerkt heeft dat de telefoon is overgegaan. En ja hoor, daar staat het. Een gemiste oproep. Ze tikt op het touchscreen. Een gemiste oproep van een geblokkeerd nummer. Haar hart bonst in haar keel. De gordijnen denkt ze ineens. De gordijnen achter waar ze vanochtend achter haar laptop even heeft gezeten staan nog open! Hoe stom kan ze zijn! Dat mag nooit maar dan ook nooit meer gebeuren, zo spreekt ze zichzelf streng toe.
Voorzichtig loopt ze naar de gordijnen. Zodanig dat ze van buitenaf zeer waarschijnlijk niet te zien kan zijn. Ze pakt een stuk van het gordijn en trekt de ene kant snel dicht. Nu de andere kant, dat is lastiger want daar heeft ze geen muurtje waar ze zich achter kan schuilen. Stel dat zij vanaf buiten haar in de gaten houden en haar de gordijnen zien dichtdoen? Dan weten ze het. Dan weten ze precies waar ze woont en dat ze nu thuis is. Dat mag niet. Ze bukt zich en kruipt onder het raam door naar het andere gordijn. Pakt deze onderaan vast met haar hand en trekt ook die snel dicht. Nog een geluk dat dit zo’n makkelijke gordijnrails is die goed meegeeft.
Stom, stom, stom van haar denkt ze. De gordijnen moeten gewoon dicht blijven, klaar. Maar de zon scheen zo lekker vanochtend, zegt een stemmetje in haar hoofd. Nee denkt ze, veiligheid voor alles. Die gordijnen blijven dicht.
Dan schiet het haar ineens weer te binnen; ze was gebeld. Geen voicemail? Even checken. Nee, geen voicemail. Vreemd denkt ze, meestal laat hij wel een bericht achter. Erg vreemd. Wat betekend dit nu weer? Ze staart peinzend voor zich uit. Het tijdstip! Hoe laat heeft hij gebeld? Ze checkt haar telefoon. 8.48uur staat er... Dat was.. Ze moet even nadenken, toen ze ongeveer de supermarkt uitliep? Ja dat was het! Dus toch! Oh God denkt ze; sta mij bij. Ze moet de voorbereidingen treffen. Ze moet er klaar voor zijn mochten ze hier komen. Ze moet het zekere voor het onzekere nemen. Hij komt te dichtbij. Ze heeft geen keus. En ondertussen zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Weer een nieuw huis, een nieuwe baan en een andere naam. Ze moet wel. Het kan niet anders. Kostte wat het kost, ze moet.
Een uurtje later is ze klaar met de voorbereidingen in huis. Uitgeput zit ze op de bank. Straks zoekt ze wel naar nieuwe woonruimte en dergelijke. Nu even bijkomen. Ze zit daar rustig. Kalm. Beheerst. Ze voelt zich beter nu en grinnikt in haar zelf. Kom maar denkt ze. Kom maar stommeling. Ik ben er klaar voor. Helemaal klaar. Kom maar en mijn wraak zal zoet zijn. Ik moet wel. Ik moet alles geven. Als ik dit wezentje maar beschermen kan denkt ze en legt haar hand op de steeds dikker wordende buik. Kom maar.
©JaneOnira

donderdag 1 december 2011

Hoop doet leven


Stilletjes kijk ik voor me uit. Heb ik het goed gedaan? Heb ik het juiste gezegd? Heb ik goed gehandeld? Wat denkt de ander? Gelooft hij mij? Vind hij hetzelfde als wat ik vind? Kan hij zich vinden in wat ik heb gezegd? Is dit eindelijk iemand die niet denkt dat ik naïef ben? Is het iemand die hetzelfde ziet als ik?
Ik hoop het allemaal.
Soms gebeuren er dingen in het leven die je liever anders had gezien. Dingen die gezegd of gedaan zijn. Dingen die onomkeerbaar zijn. Gebeurd is gebeurd. Zo is het leven.
Je zou willen dat je de tijd kon terugdraaien, zodat je alles anders had gedaan. Maar heeft dat ook zin? Misschien zijn het juist die dingen in het leven die je leven zo waardevol maakt. Slechte dingen kunnen altijd weer goed uitpakken. Je gaat terug naar de basis, leert weer om hele kleine dingen te waarderen. Misschien is het dan toch ergens goed voor. Je groeit, je wordt er sterker van.
Lastig is het ook om er vrijwel alleen voor te staan. Niemand die het helemaal begrijpt. Niemand die voelt wat ik voel. Iedereen die twijfels heeft en het allemaal niet begrijpen. Begrijpen doe ik het ook niet, en ik weet ook niet of begrip ooit zal komen. Sommige dingen zijn gewoon moeilijk te bevatten en niets is moeilijker te begrijpen dan de menselijke geest.
Dan heb je ineens een gesprek en krijg je een beetje het gevoel dat iemand je wel begrijpt. Dat alle anderen het fout hebben en dat je eigen gevoel goed is. Iemand die ziet wat ik ook zie. Iemand die denkt wat ik ook denk. Een extra bevestiging aan mijn gedachtes. Extra hoop levert het op. Extra kansen.
De tijd zal het moeten uitwijzen. Misschien valt het allemaal toch weer tegen. Wijze lessen zijn geleerd. Ik reken nergens op. Ik verwacht niets. Ik hoop alleen maar.
Omdat hopen nooit slecht is. Omdat hoop doet leven.
©JaneOnira