donderdag 29 maart 2012

Een mooie herinnering


Ik kijk. Ik staar. Een traan rolt over mijn wang. Een warme gloed vult mijn buik. Het voelt behaaglijk maar toch ook weer niet.
Oude herinneringen. Dichtbij en ver weg tegelijk. Verdrietig en mooi. Een traan om de gewezen tijden die niet meer terug komen. Een glimlach om de herinnering.
Een rilling trekt door mijn lijf. Ik slik. Gewezen tijden nemen geen keer.
Mooie momenten, mooie herinneringen. Koesteren tot in de eeuwigheid.
Leuk om terug te kijken. Het is goed. Schaamte omdat je er zelf toen zo stom uitzag. Lachen omdat anderen er nog stommer uitzagen. Zucht. Verlangen.
Verlangen naar het nog een keer overdoen. Dat moment. Er ultiem van genieten omdat je nu weet dat er geen nieuwe foto in de collectie komt. Misschien nog meer foto’s maken, samen, zodat je dat nu eindeloos had terug kunnen kijken.
Diepe zucht. Wat was het leuk. Wat was het mooi. Wat was het fijn. Kon het maar... Nee, niet doen. Het is nu eenmaal zoals het is.
Koesteren, dat is beter. Het voelen van de warmte. Het voelen van het plezier van toen. Het voelen van de lach.
Glimlachen nu. Omdat het zo mooi was. Omdat het zo leuk was. Een hele fijne herinnering.
Het boek is nog niet gesloten. En zolang het boek niet gesloten is komen er herinneringen bij. En bij elke keer openen van het boek is er de herinnering. Zodat de herinnering levend blijft. Als een film zich afspeelt in mijn hoofd. Ik koester het.
Voor altijd.
In mijn hart.

©JaneOnira

vrijdag 23 maart 2012

In Nederland een eerlijk proces krijgen? Dacht het niet!


De rechtspraak in Nederland. Ik dacht altijd dat het een best eerlijk en goed systeem was. Helaas weet ik nu beter. Of beter? Beter niet. Helaas.
Stel. Iemand heeft iets gedaan wat die persoon niet had moeten doen. Er zijn echter wel omstandigheden die hebben gemaakt waarom de persoon daarbij betrokken is geraakt. Omstandigheden die zijn onderzocht. Die zelfs zijn bevestigd door een psycholoog en psychiater. Dat je desondanks voor de rechter moet verschijnen is niet gek, je weet dat je verantwoordelijkheid voor je daden moet nemen en afleggen. Dat je een straf verdiend.
Wat er tijdens een rechtszaak gebeurde die ik onlangs meemaakte is dat een persoon niet serieus genomen werd. De persoon werd amper gehoord, zijn antwoorden werden duidelijk niet serieus genomen, niet begrepen, soms zelfs verdraaid, en een gezichtsuitdrukking van een van de rechters sprak boekdelen. Irrelevante vragen werden gesteld, er was sprake van geroezemoes in de zaal waar de rechter niet ingreep. Feiten die niet in zijn geheel door de Officier van Justitie werden weergegeven. De verdediging die daar wel hard tegenin ging.
Het was schrijnend. Iemand die voor het gerecht moet verschijnen is nog altijd een mens. En dat leek in deze zitting totaal vergeten te worden. Er werd amper aandacht besteed aan de persoon achter ‘het monster’. Het monster ja, want zo werd deze persoon afgeschilderd. Deze persoon heeft geen eerlijke kans gehad. Geen mogelijkheid om zijn verhaal goed te doen. Er werd voorbij gegaan aan alle omstandigheden die tot het leiden van het feit gebracht hebben. Het was alleen de verdediging die het ter sprake bracht.
Een absurd hoge strafeis volgde. Weer geen rekening gehouden met de daadwerkelijke feiten, met de rapporten van psycholoog, psychiater en reclassering. Die allemaal het risico op recidive klein achten. Want hoe kan iemand die inderdaad fouten heeft gemaakt en zich heeft ingelaten met de verkeerde mensen, jarenlang worden opgesloten om daar beter van te worden? Is dat een terechte straf voor wat er daadwerkelijk heeft plaatsgevonden? Er moet toch ook gekeken worden naar de kans dat iets opnieuw gebeurd? Die kans is zo klein in dit specifieke geval, onderbouwd en wel. En toch leek daaraan voorbij te gaan.
De uitspraak moet nog volgen. Laten we hopen dat het voor deze persoon meevalt. Want ondanks dat het een ‘crimineel’ is, is het ook een mens. Een mens die fouten kan maken. Die onder verzachtende omstandigheden verkeerde dingen heeft gedaan. Een mens die daar oprecht spijt van heeft. Een mens die al levenslang heeft, wat het oordeel van een rechter ook moge zijn. Nooit meer over straat kunnen lopen zonder over je schouder te kijken. Nachtmerries over wat er is gebeurd. Alles een plek geven, wetende dat je iets nooit meer ongedaan kan maken, maar er wel mee moet leren leven. Dat je wel moet leven met wat je gedaan hebt.
Mensen kunnen denken; eigen schuld – dikke bult. En dat is misschien ook wel logisch. We moeten alleen niet vergeten dat het tijdens een rechtszaak altijd nog gaat om wat er bewezen kan worden. Je bent toch onschuldig tot het tegendeel bewezen is? En dan ben je de enige die meewerkt, die openheid heeft gegeven, ondanks de consequenties voor de persoon zelf en diens familie. En dan wordt je alsnog hard gestraft. Alsof je nog niet genoeg gestraft bent. Je moet jezelf tot slot elke dag in de spiegel aankijken, je leven is kapot. Alles staat op het spel; geen werk meer, geen relatie meer, geen vrienden meer, geen familie meer. En dan wil je zo iemand jarenlang opsluiten. En wat is het gevolg? De laatste paar naasten die de persoon heeft zullen ook verdwijnen, contacten zullen minder worden. En in welke omgeving zit je dan dag en nacht? Juist, de omgeving waar je uit diende te komen om het recidive risico te verlagen. In de wereld van criminelen. De mensen die je juist uit je leven moet bannen. Daar zit je dan jarenlang middenin. Is dat rechtspraak?
En natuurlijk waar je een aandeel in hebt gehad, moet je voor gestraft worden. Dat is logisch, maar wees wel realistisch. En rechtbank; blijf naar de persoon kijken en naar de daadwerkelijke feiten. Neem hem serieus, neem diens advocaat serieus. Geef hem een kans nog iets van zijn leven te maken. De persoon is een mens met naasten. De persoon is geen monster, tenzij anders bewezen. Ga daarom alstublieft niet mee in de eis. Dank u.
©JaneOnira

maandag 19 maart 2012

Alles draait om aandacht


Mensen willen aandacht. Sommigen schreeuwen erom.
Het is eigenlijk heel normaal om aandacht te willen. We willen allemaal de warmte en geborgenheid. We willen veiligheid. Een thuis. We willen liefde. We willen een bijzonder iemand in ons leven. Iemand die je met heel zijn of hart lief heeft en nooit meer los wilt laten. Wij mensen zijn sociale wezens. Zelfs die eenling, die zonderling in dat hutje op de hei. Ook die.
Allemaal willen we aandacht. We zoeken bevestiging. We willen aandacht met ons schrijven, een reactie uitlokken. Al dan niet bewust. De één sterker dan de ander, maar we willen het allemaal. Het is een bevestiging. Het is leuk, ook als het negatief is.
Social media. Een hele goede. Nooit eerder hebben we zo extreem graag gehoord willen worden. We willen lezen en gelezen worden. Horen en gehoord worden. Luisteren en naar geluisterd worden. We willen aandacht.
Sommige mensen willen veel aandacht. Schreeuwen erom. Sommige mensen plaatsen iets om een reactie uit te lokken, ongeacht of de persoon ook meent wat hij of zij zegt. Als het maar iets oproept bij andere mensen. En dat doet het ook, al is het alleen maar irritatie.
Hoe blij worden we van een positieve reactie, een complimentje? We kunnen heel hard roepen dat het toch echt niet hoeft, maar stiekem doet het ons allemaal goed. Niemand wilt alleen zijn. Iedereen vindt het gevoel van eenzaamheid vreselijk. Zelfs de mensen die bewust hebben gekozen voor een afzonderlijk bestaan zijn niet alleen. Zij zoeken de aandacht misschien niet bij andere mensen, maar wel bij een hogere macht, een God, dieren of bij de natuur. Halen daar hun kracht en steun uit. Een waardering. Want allemaal willen we gewaardeerd worden.
Aandacht doet een mens groeien. Zowel positieve als negatieve aandacht. Je groeit als mens, als persoon. Alles draait om aandacht, en van aandacht wordt je rijk.
©Jane Onira

zaterdag 17 maart 2012

Daar waar het gebeurde


Ze loopt over het pad. Gehaast, doch niet te snel. “Hier kan je wel plassen hoor, toe maar, ga hier maar een plasje doen”, hoort ze een vrouw op kinderlijke toon zeggen. Ze kijkt even achterom. Och, dat mens heeft het tegen haar hond. Ze schudt haar hoofd, niet begrijpend waarom sommige mensen tegen hun hond praten alsof het een klein kind is. Nu heeft ze het sowieso niet op die beesten. Ze vindt honden altijd maar een beetje vies en eng. Nee, nooit geen hond voor haar.
Ze schudt de gedachten van zich af en realiseert zich dat ze moet doorlopen. Anders zou ze niet op tijd terug zijn. Bijna daar, kijkt ze om zich heen. Niemand te zien. Mooi, denkt ze en ze stapt van het pad af, dieper het bos in. Naar een plek dat niemand weet, dat niemand kent. Een plekje alleen voor haar. Haar eigen plekje.
Ze loopt nog een stukje door en blijft dan stilstaan. Als aan de grond genageld kijkt ze met grote ogen en wijd open mond voor zich uit. Wat is dat?
Haar hoofd draait overuren. Wat is dat wat ze ziet? Is hetgeen wat ze ziet, echt? Is het wat ze denkt dat het is? Wat moet ze doen? Ze kijkt om zich heen, ineens bang. Haar hart bonst als een bezetene. Het zweet staat in haar handen. Een knoop in haar buik. Wat is het toch? En wat nu? Niet op haar plek!
Ze doet een stap naar voren. Oké, vooruit, nog een stap. Twee stappen dichterbij wat haar zo abrupt stil deed staan. Ze is er nog steeds niet zeker van. Het lijkt wel... Of toch niet? Nogmaals kijkt ze om zich heen. Ze wordt toch wel wat meer ongerust nu. Stel... Stel dat iemand..? Nee, denkt ze. Dat kan niet. Niet op haar plek. Dat kan niet en dat mag niet.
Oké, denkt ze bij zichzelf. Er gewoon heen lopen en kijken of het zo is. Of zal ze zich toch omdraaien en weer naar huis gaan? Nee denkt ze, absoluut niet. Dat is geen optie. Ze moet het weten. Ze moet weten of het is wat het is. Of haar plekje daadwerkelijk verstoord is en nooit meer haar plekje zal zijn. Of haar plek überhaupt wel haar plek geweest is.
Plots hoort ze ergens achter haar het geluid van krakende takken. Ze verstijfd nog meer dan ze al was, en durft zich niet om te draaien. Dan schiet er in volle vaart een haas langs haar heen. Opgelucht haalt ze adem. Dat was het. Nu durft ze wel achterom te kijken. Zie je wel, er is niemand. Dat kan ook helemaal niet, want niemand weet hiervan. Of toch wel, peinst ze als ze haar blik weer naar voren verplaatst.
Haar besluit staat vast. Niet meer treuzelen nu, maar echt gaan kijken. Ferm recht ze haar rug, pakt nog even goed haar tas beet en loopt er naartoe. Met elke stap die ze dichterbij komt begint haar hart meer te bonzen. Nu kan ze nog terug. Nu kan het nog. Omdraaien en weggaan. Maar ze kan het niet, ze moet erheen. Ze heeft geen keus, ze moet wel.
De twijfels nu definitief van haar afschuddend loopt ze door. Ze loopt door tot ze er is. Daar blijft ze doodstil staan. Geen gedachtes. Geen beweging. Doodstil staat ze daar. Ze staart naar hetgeen wat ze ziet, totaal in vervoering gebracht. Doodstil. Ze merkt de beweging schuin achter haar niet op. Ze ruikt het niet, ze voelt het niet, ze hoort het niet. Doodstil staat ze daar. Ze kan geen kant meer op.
En daar is waar het gebeurde.
©JaneOnira

dinsdag 13 maart 2012

Een brief naar jou


Lieve X,
Dit is de brief die ik eerder heb willen schrijven. De brief die keer op keer herschreven is. De brief op papier, in duizenden stukjes. De brief op papier, opgegaan in as. De brief op het scherm, gedelete. Opnieuw en weer anders.  Maar hier is het dan, de brief naar jou. Omdat ik het gewoon kwijt wil.
Wist je dat de liefde echt een moeilijk iets is? Hoe weet je of van je iemand houdt? Of je iemand voor de rest van je leven kan liefhebben? Ik wist het niet, ik weet het nog steeds niet. Ik weet alleen dat ik van je hou met heel mijn hart, ik voel dat gewoon. Dat ik je nooit meer kwijt wil. Dat jij degene bent met wie ik mijn lief en leed wil delen. Dat jij degene bent met wie ik oud wil worden.
Zelfgemaakte keuzes. Het was mijn keus om bij jou te zijn. Ondanks de rottige dingen die we al hadden meegemaakt, zo kort als we elkaar kenden. Ik wilde met jou mijn leven slijten. Ondanks dat we ook ontzettend verschillend zijn. Komende uit twee verschillende culturen. Uit twee verschillende werelden. Uit twee verschillende levens. Mijn leven, zo braaf, beschermd en burgerlijk. Zo rustig en gelukkig. Jouw leven met zo veel narigheid, verdriet en pijn. Jouw leven die zo ver weg staat van de mijne. Jouw leven waarvan ik het zo erg vind dat jij die hebt mee moeten maken. Dingen die je geleerd zijn, dingen die je niet beter weet. Terwijl het leven zo anders kan zijn.
Ik wilde je dat laten zien. Ik wilde je in mijn leven opnemen. Misschien wilde ik dat wel teveel, misschien benauwde, verstikte ik je teveel. Dat is nooit mijn bedoeling geweest. Ik wilde alleen maar het beste uit ons halen. Ik wilde het beste uit jou halen. De hele wereld laten zien dat er in jouw hart wel een goed mens schuilt.
Je hebt ook een goed hart, daar ben ik van overtuigd. De omstandigheden in jouw leven hebben je vervormd. Hebben je gemaakt tot wie je niet bent. Dingen die jij normaal vindt, maar helemaal niet normaal zijn. Snap je wat ik bedoel?
Jij kent mij als geen ander. Ik heb nooit iemand anders zo dichtbij durven laten komen. Ook nooit willen laten komen. Maar bij jou was dat anders. Jij mocht mijn werkelijke ik zien, omdat ik wist dat het oke was.
Het doet me nog altijd pijn en verdriet dat je nooit helemaal jezelf bij mij hebt kunnen zijn. En dat terwijl er niets mis is om jezelf te zijn. Sterker nog, het is alleen maar beter om jezelf te zijn. Je hoeft niets weg te stoppen, niets te verbergen. Geen mooie verhalen vertellen, geen nare dingen vertellen. Vertel gewoon hoe het is en was. Of weet je het soms zelf ook niet meer?
Het leven is een ingewikkeld iets. En jouw leven al helemaal. Ik kan me indenken dat je jezelf best kwijt bent geraakt en steeds weer opnieuw moet vinden. En toch, na alles wat er is gebeurd, weet ik dat jij het kan, dat je het in je hebt. Ik geloof in jou. Nog steeds.
Natuurlijk heb je mij ontzettend veel verdriet gedaan. Heel veel verdriet en heel veel pijn. Nooit eerder heb ik zoveel pijn mogen ervaren. Een hartverscheurend iets dat ik niet meer wil.
Daarom zal de toekomst niet makkelijk zijn. Ik hoop nog steeds dat wij een toekomst hebben. Omdat ik geloof in het goede in jouw. Omdat ik geloof in jou. Omdat ik denk te weten wie je werkelijk bent. Omdat ik hoop dat je dat ook daadwerkelijk bent. Jij hebt mijn ogen zo vaak doen openen, ik hoop alleen maar dat je nu ook je eigen ogen open hebt.
Het leven brengt niet altijd wat je verwacht. Maar waarom dat streven naar zoveel? Zoveel is niet nodig. Iets is goed genoeg. Het hoeft niet altijd meer en beter. Echt niet. Je hoeft jezelf niet te bewijzen. Echt niet, dat is nergens voor nodig. Het is goed zoals je bent. Laat gewoon jezelf zien. Recht je rug, en wees jezelf. Ook al is dat moeilijk en heb je misschien nooit geleerd om jezelf te zijn. Wees het gewoon, je zal zien dat het goed is.
Wees open en eerlijk naar jezelf, en de mensen die je liefhebben. Omdat zij toch wel van je houden, zij veroordelen je niet. En degenen die het wel doen, die hebben pech. Die weten niet wat ze missen.
Maak jezelf niet te druk. Leg de lat niet te hoog. Ga niet jezelf van alles opleggen. Doe rustig aan. Hervind jezelf, pak je leven weer op. En misschien kunnen we er dan, weer een ons leven ervan maken. Omdat ik nog steeds van je hou.
Voor altijd de jouwe,
Jane

©JaneOnira

vrijdag 9 maart 2012

Wat..Als..Dan...


Hoe vaak stelt men zichzelf niet de vraag; wat als? Als wat? Dan wat? Wat dan?
Jezelf deze vraag stellen is menselijk. Iedereen komt wel eens in situaties waarvan je denkt; had ik dat maar anders aangepakt. Of ‘als ik dit niet had gedaan, dan’. Je kent het wel. Niets menselijker dan twijfelen over het juiste.
In hoeverre hebben wij eigenlijk hand in hetgeen ons overkomt? Overkomt ons dingen of hebben we het er zelf naar gemaakt? Is er een plan voor ons als wij het leven krijgen? Staat ons leven al vast als we geboren worden? Of veranderd dat met de omstandigheden die ons leven verschijnen? Zijn deze ‘omstandigheden’ toeval of stond dat al vastgelegd?
Soms vraag ik mij dit soort dingen af. Zou God of een andere hoge macht, net hoe je het zelf ziet of noemen wilt, al weten hoe jouw leven eruit gaat zien? Waarom is er ellende in de wereld? Waarom maken mensen nare dingen mee? Zit overal een reden achter, of ‘overkomt’ ons dingen?
Zijn de dingen die ons ‘overkomen’ bedoeld om ons inzichten te geven? Om van te leren? Om het meest uit jezelf te halen en je bestaan op aarde?  Maar waarom bestaan er dan ‘slechte’ mensen? Waar zit het goed en waar het kwaad? Waar komt het kwaad vandaan en hoe weet je wat het juiste is?
Het leven is eigenlijk maar een ingewikkeld iets. We zijn er, op deze aarde. Maar waarom? Waarvoor? Is er überhaupt wel een doel? Is er een hogere macht? Is er meer tussen hemel en aarde?
Staat ons leven al geschreven op het moment dat we ter aarde komen? Zijn alle dingen voorzien te zijn geweest? Komen er nare dingen op je pad om je te laten inzien dat je op het verkeerde pad zat? Dat je een andere weg in moet slaan? Maar hoe zit het dan met ziekte en gezondheid? Waarom is de één een lang leven beschoren, en een ander niet?
Een hoop vragen. Vragen waar je nooit een zeker antwoord op zal kunnen hebben. Simpelweg omdat wij mensen dat niet weten. Niet zeker weten. We kunnen dingen geloven, ieder vanuit zijn of haar eigen perspectief. Maar het zeker weten? Dat weten we alleen achteraf.
©JaneOnira

dinsdag 6 maart 2012

Op zoek naar het licht


Ze loopt en ze loopt. Ze loopt. Ze rent bijna. Ze zweeft. Ze vliegt. Ze vlucht.
Regen, wind, de donder klinkt. Hoog in de hemel. Diep in haar hart.
Donkere dagen. Donker hart.
Op zoek naar het licht. Al is het maar een klein zonnestraaltje.
Lopen, lopen.
Eenmaal bij het bos aangekomen vertraagd ze haar pas. Bij het bankje staat ze stil. Ze gaat erop zitten en kijkt naar het water dat voor haar stroomt. Tranen rollen over haar wangen. Ze wilt schreeuwen maar kan het niet. Het doet zo’n pijn. Ze bidt in stilte. In de wens, in de hoop tot een God. Dat Hij haar helpen kan. Hij is de enige.
Ze heeft spijt. Zo ontzettend veel spijt. Schuldgevoelens ten overvloede. Als ze dingen anders had gedaan, anders had aangepakt was het allemaal niet gebeurd. Ze weet dat ze dit niet zou moeten doen, dat ze dit niet zou moeten denken. Maar ze denkt het wel. Ze voelt het. Ze weet het. Het is allemaal haar eigen schuld.
Het is makkelijk een ander de schuld te geven. Maar je moet eerlijk zijn. Eerlijk naar jezelf. Want als je jezelf niet in de spiegel aankijken kan, wie ben je dan eigenlijk?
Ze schudt haar hoofd. Ze moeten stoppen met deze gedachtes. Ze probeert de tranen terug te dringen. Andere dingen denken. Iets leuks. Iets grappigs. Hoe ze ook graaft en graaft, ze weet het even niet. Ze weet het even niet meer. Ze ziet niets leuks. In haar huist een donker zwart gat.
Een diepte. Ze struikelt. Ze valt. Ze valt hard. Heel hard.
Opkrabbelen. Ze moet. Overeind. Toe nou.
Opstaan. Doorlopen. Doorgaan. Doorgaan.
Kom op, je moet. Je moet.
Er is geen keus. Het leven gaat door. Ook al ziet het leven er zo anders uit dan ze zichzelf ooit had kunnen voorstellen. Niet zoals ze het zou willen. Ze zou het niemand gunnen. Ze weet het ook, het gaat ook door. En ze moet ook wel. Aan de ene kant houdt het haar op de been. Aan de andere kant verstopt ze soms teveel de pijn.
Niemand die alles weet. Aan niemand bij wie ze haar verhaal kwijt kan. Mensen zullen het niet begrijpen. Ze zullen oordelen en veroordelen. Ze zullen alleen maar met vragen komen. Vragen die ze niet kan beantwoorden. Vragen die ze niet wilt beantwoorden. Omdat ze hoopt dat het anders zou zijn.
Ze leeft graag in die waan. Ze verteld graag alsof het er niet is. Ze kan best goed alsof doen. Dat had ze nooit van zichzelf geweten. ‘Vuile leugenaar’ is een gedachte die in haar opkomt. Ja denkt ze, ik lieg. Ze liegt tegen alle mensen die ze liefheeft, al noemt ze het stiekem liever ‘verzwijgen’. Dat klinkt wat minder erg. Ze moet wel. Om haarzelf en de ander te beschermen. Ze doet het mooier voor dan de werkelijkheid is.
Geen zin in commentaar. Geen zin in vragen.
Opstaan. Lopen. Lopen. Doorlopen.
Zoeken. Zoeken naar huis. Naar thuis.
Daar waar het hart woont.
Knielen. Bidden. Smeken.
In de hoop op betere tijden.
Op zoek naar het licht.

©JaneOnira

zondag 4 maart 2012

Omdat het leven zoveel te bieden heeft


15 jaar is ze. Zo jong en oud tegelijk. Tegenslag na tegenslag. Opkrabbelen en weer terugvallen. Wat een ernstige ziekte met een puber kan doen.
“Ik ga ervan uit dat ik beter wordt. Omdat ik geloof dat mijn geest invloed kan hebben op mijn lichaam. Daarom moet ik positief blijven.”
Ze is ziek. Nu al een half jaar. Heel gek eigenlijk, want ze was nooit echt ziek geweest. En zelfs toen ze de diagnose kreeg, voelde ze zich niet ziek. Ja ze was erg moe steeds, en daarom naar de huisarts gegaan die bloed liet prikken, maar verder had ze nergens last van. Toch wees het bloed en beenmerg anders uit. Ze had een vorm van leukemie.
De behandeling begon. Ineens werd ze echt ziek. Spugen. Diarree. Complicaties. Haar lever kon de agressieve medicijnen niet aan. Andere medicijnen werden gezocht en gevonden. En vlak voordat ze naar huis mocht, werd er weer even bloed geprikt. En ja hoor, ze was nog zieker dan ze was. Een schimmel stak de kop op. Iets wat misschien altijd al in haar lichaam zat, zonder dat ze er last van had, maar zodra haar afweer lager werd het de overhand nam. Ze werd weer zieker. Had moeite met ademhalen. Het kostte haar veel kracht en energie, al merkte ze daar zelf niet veel van. Zegt ze. De medicijnen moeten het werk gaan doen. Afwachten.
“Ik hoop dat ik beter ga worden. Ik weet wel dat mijn kansen steeds kleiner worden. Maar er is nog zoveel wat ik wil doen. Het is gek hoeveel je dingen gaat waarderen als je ziek wordt. Vroeger, als ik geen zin had om naar school te gaan, hoopte ik dat ik ziek was zodat ik niet hoefde te gaan. Nou, dat zal ik nu echt nooit meer denken. Net als van die mensen die klagen dat ze het moeilijk hebben en dat ze zo zielig zijn. Ha, dan zal ik ze eens wat uitleggen!”
Zo dapper. Zo sterk. Zichzelf groot houden, terwijl er vanbinnen een klein, angstig meisje schuilt. Want ondanks al haar positiviteit, moed en kracht is ze doodsbang. Bang voor de dood. Bang om niet het leven te kunnen leven. Bang om niet meer de dingen te doen die ze nog zo graag zou willen. Zieker dan ze wilt zijn.
“Ik weet dat mijn geest mij niet beter zal maken. Maar als ik wel positief blijf, dan heeft dat ook een positieve invloed op mijn lichaam. En wie weet word ik dan snel weer helemaal beter.”
Lieve meid, ik hoop het van harte.
©JaneOnira

donderdag 1 maart 2012

Schrijven is soms zo vervelend


Soms is schrijven best vervelend. Huh? Wat? Zult u nu denken. En dat begrijp ik ook wel weer. Laat ik het dan ook anders formuleren; ik ervaar schrijven soms als best vervelend. Waarom? Laat ik dat proberen uit te leggen.
Kijk, als ik ergens mee zit, dan kan ik het niet goed uiten. Ik moet het dan van me afschrijven. Hoewel ik heel veel niet op het internet zet, schrijf ik nog meer. Dat is soms best lastig. Want stiekem wil je ook dat op het internet gooien. Maar dat is dan te persoonlijk, komt te dichtbij, en wil je niet aan de wijde wereld openleggen. Hoewel ik redelijk anoniem schrijf, ben ik mij er bewust van dat je altijd gevonden kan worden. En dat is natuurlijk niet altijd even wenselijk.
Goed, dat is nog niet zo erg. Het lastige aan dat ik het van me af wil schrijven is dat het praten moeilijker gaat. Ergens met iemand over praten? Nou liever niet. Ja over koetjes en kalfjes, graag, hartstikke leuk. Maar over gevoel? Nou, tot op een zekere hoogte. Mondeling kan ik mij niet zo uiten als op papier. Toch schrijf ik niet altijd. Omdat de juiste woorden soms niet te vinden zijn. En dat is wat schrijven soms ook best vervelend maakt.
Net als spelling en grammatica. Iets wat ik nooit goed heb geleerd op school. Nou kunt u denken dat ik beter mijn best had moeten doen, maar dat is het probleem niet. Echt waar. De mensen met wie ik nog contact heb van de basisschool, hebben dezelfde moeite als ik met de taal. D’s, t’s, zinsopbouw. We doen maar wat. Oké, laat ik voor mezelf spreken; ik doe altijd maar wat. Op gevoel, op wat ik fijn vind, hoe het eruit komt rollen, of het ‘leukste’ staat. Dat maakt schrijven voor mij ook vervelend; ik weet dat ik het grammaticaal niet goed doe. Al zijn er best heel wat momenten dat het mij niets kan schelen, en ik gewoon stug doorga met wat ik doe of denk, toch zit het mij wel soms dwars. En ja, die thuiscursus spelling en grammatica heb ik allang gedaan, maar daarvan toch te weinig opgestoken? Of ben ik gewoon te lui om er daadwerkelijk goed op te letten?
Schrijven kan nog vervelende dingen hebben; je sociale leven. Ben je net iets aan het schrijven, gaat die telefoon! Het haalt je uit de concentratie. Op mijn goede (of juist slechte, net aan welke kant u staat) dagen laat ik die telefoon voor wat het is en schrijf ik gewoon door. En vergeet vervolgens de persoon terug te bellen. Of te reageren. Ja sorry hoor. Ik heb ook een leven denk ik dan. Een schrijversleven. Een anoniem schrijversleven, voor zover je anoniem kan zijn dan, maar goed. Net als je dat je even geen tijd voor de buitenwereld wilt gaan maken, omdat dit ook gedaan ‘moet’ worden. Tja.
Nog iets vervelends? Jezelf ‘verplicht voelen’ regelmatig iets op papier te zetten. Of het in ieder geval te delen. Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op, want schrijven doe je zelf en uiteindelijk voor jezelf, en waarom zou je jezelf aan iets verplicht zijn? Maar dat ben ik, zo zit ik dan weer in elkaar, ik wil dan ‘regelmatig’ toch wel iets plaatsen. En ja, dan ‘moet’ ik toch schrijven.
Nou, nou, nou.
Wat ontzettend vervelend dat schrijven toch? ;-)
©JaneOnira