Steeds meer realiseer ik mij dat anderen een grote invloed
hebben op wie ik denk te moeten zijn, en hoe ik mij gedraag. Ik hecht veel
waarde aan anderen. Aan wat zij belangrijk vinden, wat zij goed achten, wat ze
voor mij nodig vinden. Ik luister naar anderen en laat hen bepalen. Gevolg is
dat ik soms niet goed weet wat ik werkelijk wil. Wie ik ben. Wat ik wil zijn.
Wie ik wil zijn.
Een voorbeeld is het veranderen van baan. Twee mensen
stimuleerden mij dat vooral te doen. Een ander iemand niet. Die persoon vond
dat ik beter kon blijven waar ik was, dat daar vanzelf kansen zouden komen. Dat
ik niet gelukkig zou worden van de verandering, dat ik meer in mijn mars had.
Maar ondertussen groeide ik niet door en kwamen er andere plannen voor dat wat
eerst voor mij een kans leek te zijn. En ondanks dat ik het echt belangrijk
vond om te veranderen van baan om mijzelf weer uit te dagen, meer plezier in
het werk te hebben en meer te kunnen doen in datgeen wat ik wil en waar ik goed
in ben, begon ik te twijfel. Ik begon dankzij die persoon te twijfelen of deze
baanverandering wel het juiste was om te doen. Of ik toch niet beter af zou
zijn als ik zou blijven waar ik was. Of ik dan niet meer kansen zou krijgen wat
uiteindelijk misschien meer bij mij zou passen. Maar ik deed het niet.
Vandaag de dag ben ik blij dat ik niet geluisterd heb. Dat
ik mezelf serieus heb genomen. Dat ik niet langer heb zitten wachten op iets
wat misschien nooit zal komen. Ik heb een kans gezien en deze kans gepakt. Ik
heb het met beide handen aangegrepen en ondanks de twijfel geen spijt van
gehad. Maar wat nu als ik wel naar die persoon had geluisterd? Als ik de
twijfel weer de overhand had laten nemen? Niet naar mezelf had geluisterd maar
had gedaan van wat een ander van mij verwacht of verlangd? Dan had ik mij
vandaag niet zo gevoeld. Dan had ik in dezelfde sleur gezeten en was er niets
veranderd. Dan was ik gefrustreerd dat ik weer een mogelijkheid zou hebben
laten lopen.
En ondanks deze positieve ervaring om wel mijn eigen hart te
volgen en mijn eigen pad op te gaan, betrap ik mezelf er nog steeds veel te
vaak op het belang dat ik aan andere meningen hecht. Alsof mijn mening
ondergeschikt is aan die van een ander. Soms denk ik dat ik geen mening heb.
Dat is echter niet waar. Ik heb wel een mening, maar zoek dan naar goedkeuring
van de ander. Alsof ik altijd en overal maar goedkeuring voor nodig heb. Want
stel je voor dat ik geen goedkeuring krijg. Nou – dan heb ik het gedaan.
Zo erg is het allemaal niet, het is wat ik er in mijn hoofd
van maak. Ik wil geen commentaar, ik wil dat iedereen blij is en dat ik
iedereen die ik liefheb tevreden stel. Maar zo werkt het leven niet. Dus ik wil
daar echt mee stoppen. Eerst bij mezelf te rade gaan, dan bij een ander. Want
ik heb een ander niet nodig. Ik moet enkel leven met mezelf, dus ik kan maar
beter zorgen dat ik oké ben met mezelf en de keuzes die ik zelf maak in plaats
van mezelf opleg.