dinsdag 6 maart 2012

Op zoek naar het licht


Ze loopt en ze loopt. Ze loopt. Ze rent bijna. Ze zweeft. Ze vliegt. Ze vlucht.
Regen, wind, de donder klinkt. Hoog in de hemel. Diep in haar hart.
Donkere dagen. Donker hart.
Op zoek naar het licht. Al is het maar een klein zonnestraaltje.
Lopen, lopen.
Eenmaal bij het bos aangekomen vertraagd ze haar pas. Bij het bankje staat ze stil. Ze gaat erop zitten en kijkt naar het water dat voor haar stroomt. Tranen rollen over haar wangen. Ze wilt schreeuwen maar kan het niet. Het doet zo’n pijn. Ze bidt in stilte. In de wens, in de hoop tot een God. Dat Hij haar helpen kan. Hij is de enige.
Ze heeft spijt. Zo ontzettend veel spijt. Schuldgevoelens ten overvloede. Als ze dingen anders had gedaan, anders had aangepakt was het allemaal niet gebeurd. Ze weet dat ze dit niet zou moeten doen, dat ze dit niet zou moeten denken. Maar ze denkt het wel. Ze voelt het. Ze weet het. Het is allemaal haar eigen schuld.
Het is makkelijk een ander de schuld te geven. Maar je moet eerlijk zijn. Eerlijk naar jezelf. Want als je jezelf niet in de spiegel aankijken kan, wie ben je dan eigenlijk?
Ze schudt haar hoofd. Ze moeten stoppen met deze gedachtes. Ze probeert de tranen terug te dringen. Andere dingen denken. Iets leuks. Iets grappigs. Hoe ze ook graaft en graaft, ze weet het even niet. Ze weet het even niet meer. Ze ziet niets leuks. In haar huist een donker zwart gat.
Een diepte. Ze struikelt. Ze valt. Ze valt hard. Heel hard.
Opkrabbelen. Ze moet. Overeind. Toe nou.
Opstaan. Doorlopen. Doorgaan. Doorgaan.
Kom op, je moet. Je moet.
Er is geen keus. Het leven gaat door. Ook al ziet het leven er zo anders uit dan ze zichzelf ooit had kunnen voorstellen. Niet zoals ze het zou willen. Ze zou het niemand gunnen. Ze weet het ook, het gaat ook door. En ze moet ook wel. Aan de ene kant houdt het haar op de been. Aan de andere kant verstopt ze soms teveel de pijn.
Niemand die alles weet. Aan niemand bij wie ze haar verhaal kwijt kan. Mensen zullen het niet begrijpen. Ze zullen oordelen en veroordelen. Ze zullen alleen maar met vragen komen. Vragen die ze niet kan beantwoorden. Vragen die ze niet wilt beantwoorden. Omdat ze hoopt dat het anders zou zijn.
Ze leeft graag in die waan. Ze verteld graag alsof het er niet is. Ze kan best goed alsof doen. Dat had ze nooit van zichzelf geweten. ‘Vuile leugenaar’ is een gedachte die in haar opkomt. Ja denkt ze, ik lieg. Ze liegt tegen alle mensen die ze liefheeft, al noemt ze het stiekem liever ‘verzwijgen’. Dat klinkt wat minder erg. Ze moet wel. Om haarzelf en de ander te beschermen. Ze doet het mooier voor dan de werkelijkheid is.
Geen zin in commentaar. Geen zin in vragen.
Opstaan. Lopen. Lopen. Doorlopen.
Zoeken. Zoeken naar huis. Naar thuis.
Daar waar het hart woont.
Knielen. Bidden. Smeken.
In de hoop op betere tijden.
Op zoek naar het licht.

©JaneOnira

2 opmerkingen:

  1. Oh ik krijg het helemaal koud als ik dit verhaal lees. Het zou zo in mijn laatste blogje passen als aanvulling het mijn moeders leven...

    Erg mooi en pakkend geschreven!!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het lijkt wel of ik bij dit stukje terugreis in de tijd...

    BeantwoordenVerwijderen