woensdag 23 november 2011

Mevrouw de Rooij


Ik was een jaar of 14 toen ik aan het bijbaantje begon. Het was mijn eerste ervaring in de zorg. Ik was jong, verlegen en ontzettend onzeker. Stiekem ook een beetje bang voor al die oude mensen achter hun deuren en in hun kleine, vaak donkere, kamers. Gelukkig kwam ik er al vrij snel achter dat niet iedere bewoner in het verzorgingshuis erg was. Sterker nog; op mijn eerste dag ontmoette ik al mevrouw de Rooij.
Mevrouw de Rooij was een ontzettend lief mens. Ik kwam bij haar ’s ochtends de pap brengen en meteen voelde ik mij op mijn gemak. Wat een aardige mevrouw en wat een leuk huisje! Zo licht en warm. Zo vrolijk. Precies zoals ik haar leerde kennen. Ze praatte altijd honderduit in een onvervalst plaatselijk accent.
In de loop der jaren leerde ik mevrouw de Rooij steeds beter kennen. Een geweldige vrouw die altijd voor iedereen klaar stond. Maar toch ook haar afstand bewaarde, want ondanks al haar vriendelijkheid was ze erg op zichzelf. Stukje bij beetje liet ze meer van zichzelf zien en vertelde mij over haar leven.
Toen ze een jaar of 16 was ging haar broer bij het leger. Hij nam een vriend mee naar huis en zij werd stapelverliefd op die jongen. Al snel trouwden ze. En hoewel ze ultiem gelukkig waren wilde haar man meer. Hij wilde haar meer bieden. Hij wilde groter wonen en had grootse plannen. Helaas voerde hij die niet op de juiste manier uit en werd gearresteerd. Acht jaar zat hij vast. Acht erg moeilijke jaren voor haar waarin ze zelf moest gaan werken en veel mensen om haar heen kwijtraakte. Dat deed haar nog altijd veel verdriet. Mensen begrepen niet dat ze achter hem bleef staan en op hem bleef wachten. Men veroordeelde hem; hij was een crimineel, een leugenaar en het niet waard om mee om te gaan. Zij zag echter heel wat anders. Ze hield van hem en wist wie hij werkelijk was. De liefde zat zo diep en was er nog altijd als ze over hem tegen mij sprak. Ze wist dat hij een goed hart had en was niet van plan hem in de steek te laten.
Hele brieven schreven ze elkaar. Brieven die nog bewaard bleven in drie schoenendozen in de kast. Toen hij vrij kwam moesten ze weer erg aan elkaar wennen, er moest weer een vertrouwen worden opgebouwd. Maar ze voelde zich intens gelukkig. Het had hen allebei veranderd, maar wel ten goede.
Graag wilden ze nog een kindje, helaas is dat nooit gelukt. Vlak nadat hij vrij kwam werd hij ziek en stierf al snel. Mevrouw de Rooij verloor in de tijd erna ook kort achter elkaar haar ouders en jongere zusje, de enigen die nog met haar om wilde gaan. Haar broer wilde geen contact meer en zo bleef ze alleen achter. Ze had helemaal niemand. En nog steeds niet. Er was niemand meer die ze echt toeliet in haar leven.
Deze vrouw had veel meegemaakt. Zoveel leed en teleurstelling doorstaan. En toch altijd vriendelijk, beleefd en behulpzaam naar iedereen toe. Achter dat vrolijke, mooie, lieve masker lag zo ontzettend veel leed. Ze is altijd alleen gebleven.
©JaneOnira

Geen opmerkingen:

Een reactie posten