maandag 30 april 2012

Analfabetisme en laaggeletterdheid


Letters vormen woorden. Woorden vormen zinnen. Zinnen vormen een verhaal. Nietszeggende letters. Nietszeggende woorden. Nietszeggende zinnen. Nietszeggende verhalen. Als je niet lezen kan, zeggen die woorden op papier helemaal niets.
Een analfabeet is iemand die dat niet kan. Niet kan lezen, spellen of schrijven, of in een onvoldoende mate. Stel je dat eens voor. Nee, dat is haast niet voor te stellen. In deze tijden niet of slecht kunnen lezen en schrijven. Hoe lastig is dat? Het zou voor mij, als graag lezer en ook graag schrijver een ramp zijn. Hoewel, als je niet beter weet dan weet je niet beter, en is er vast een andere manier waarop je jezelf kan uiten of waar je creativiteit in kwijt kan.
In Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen analfabeten en laaggeletterden. (Bron: Wikipedia) Laaggeletterden kunnen wel lezen en schrijven, maar in zo’n mate dat het niet genoeg is om te kunnen functioneren in de samenleving. En het gebeurd, het komt voor. Daar hoeft men geen allochtoon voor te zijn.
Laatst trof ik iemand die dat dus maar matig kon. Deze oer-Hollandse man, van begin 40, kon niet echt schrijven en amper lezen. Ik had een handtekening van hem nodig. Een soort kinderlijke krabbel volgde. Of ik wel even de tekst wilde oplezen waarvoor hij dan tekende, want lezen kon hij niet. Dan sta je toch even raar te kijken. Want hoe vaak kom je iemand tegen die dat niet kan? Zeer weinig toch zeker. Dyslecten, die ‘zie’ je nog wel eens. Die kunnen wel lezen en schrijven, maar missen een bepaald inzicht en kunnen het niet (geheel) interpreteren. Voor deze mensen kost het leren ervan ook erg veel moeite. Terwijl bij analfabeten het nog wel aangeleerd kan worden, zoals onze Wikipedia dat beschrijft.
Nieuwsgierig geworden naar het fenomeen analfabetisme en laaggeletterdheid, ging ik op zoek naar cijfers. Op de website van Stichting Lezen en Schrijven, dat gestart is op initiatief van H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden in 2004, staat te lezen dat het geschatte aantal analfabeten in Nederland 250.000 is. 250.000 mensen die niet kunnen lezen en schrijven, dat is best veel. Laaggeleterdheid komt nog vaker voor. Van de mensen in Nederland van 16 jaar en ouder is anderhalf miljoen laaggeletterd, waarvan tweederde van Nederlandse afkomst is en eenderde van buitenlandse afkomst. Dat is veel. Veel meer dan je in je dagelijkse bezigheden zou vermoeden. Hoe redden deze mensen het in de nieuwe samenleving vol met geschreven woord? Vol met internet. Vol met social media. Ze vallen al snel buiten de boot.
Ik citeer even van de site (www.lezenenschrijven.nl):
In het dagelijkse leven hebben deze mensen bijvoorbeeld moeite met:
  • invullen van formulieren zoals bijvoorbeeld voor zorgtoeslag, kinderopvang of huurtoeslag;
  • lezen van straatnaamborden;
  • voorlezen van (klein)kinderen;
  • schrijven van een (verjaardags)kaart;
  • geld opnemen bij een pinautomaat;
  • opzoeken van vertrektijden van de trein ;
  • schrijven van een klachtenbrief;
  • lezen van recepten uit een kookboek;
  • lezen en begrijpen van gezondheidstips, patiëntenfolders en bijsluiters van medicijnen.

Het gaat hier over de laaggeletterden. Hoe lastig is dat? Dat is haast niet voor te stellen voor ons als lezers en schrijvers. Het feit dat u dit leest betekent dat u lezen kunt. Deze mensen kunnen dat niet. Dat ze dan geen artikel of blog kunnen lezen, maakt dan niet zoveel uit. Maar vul je belastingaangifte maar eens in. Verstuur een kaartje. Ga geld pinnen, of die straat opzoeken waar je wezen moet.
Op de site van deze Stichting staan interessante teksten te lezen. Zoals dat er best een grote groep schoolkinderen is, die niet of onvoldoende scoren op het gebied van lezen en schrijven. Dat laaggeletterdheid een hoop geld kost voor de maatschappij. Maar ook dat kinderen aangeven minder vaak te willen lezen: slechts 58% leest thuis voor het plezier.
Onze samenleving is ingericht op het feit dat wij allen aannemen en veronderstellen dat mensen het wel kunnen lezen, of iets op kunnen zoeken. Zo vanzelfsprekend is dat echter dus niet. En soms is het goed om daar even bewust van te zijn, en daarbij stil te staan. Want waar blijven deze mensen? Precies, in de laagste regionen van de maatschappij.
©JaneOnira

zondag 29 april 2012

Je dromen waarmaken


Je dromen waarmaken... Is dat niet iets wat iedereen zou willen? Je ultieme droom naleven en waarheid laten worden. Hoe mooier dan dat kan het zijn?
Mar de vraag is, wat is die ultieme droom eigenlijk? Wat wil je bereiken in je leven? Is er wel iets wat je zo ontzettend graag wilt, of zou willen? Iets wat je misschien niet voor mogelijk houdt, maar wat je stiekem wel graag zou willen. Hoe kom je daar eigenlijk achter? Is dat iets wat iedereen heeft: een droom?
Ik heb niet echt een droom. Ik heb niet echt een ambitie. Ik zou van alles willen doen, maar of dat nou ook echt die ene droom is? Die ene droom die je alles uit de kast doet trekken, waar je alles maar dan ook alles voor over hebt. Je passie.
Ik heb dat niet echt. Ik weet eigenlijk helemaal niet zo goed wat ik wil. Privé wel, ik weet met wie ik mijn leven zou willen delen. Ik heb een mooi ‘meisjesplaatje’ in mijn hoofd: een leuk, mooi huis, een fijne relatie, gezellige uitstapjes en een leuk gezin. Prima, daar gaan we voor! Maar op werkgebied...? Nee. Geen droom. Geen wens. Geen passie. Niet eens een echte hobby waar ik in uitblink, of waar ik mijn beroep van zou willen maken. Ik vind van alles leuk, maar wat vind ik leuk genoeg?
De vragen hangen een beetje samen met het zoeken naar de zin in het leven. Wat is het doel van het leven? Wat is het doel van jouw leven? Wat is het doel van mijn leven? Wat kan ik, wat wil ik? Ik heb geen idee.
Als ik naar werkgebied kijk weet ik dat ik meer kan. Ik ben net pas van baan veranderd, en ik vind het leuk voor nu, maar ik ga daar geen jaren slijten. Wat is dat toch? Die onrust? Het meer willen? Of het meer denken te kunnen. Studeren, dat zou ik graag willen. Maar wat dan? En voor welke prijs? En wat wil ik ermee bereiken? Dat weet ik eigenlijk dan ook weer niet.
Soms hoor, zie of lees je over mensen die hun droom hebben waargemaakt. Mensen die iets vol passie doen, ondernemen. Dat zou ik ook willen. Maar dan moet je wel een droom hebben.
©JaneOnira

woensdag 18 april 2012

Onzorgvuldig handelen


Vorige week; ik kom thuis en vind een tasje met de afdruk van de apotheek in mijn brievenbus. Verbaasd trok ik mijn wenkbrauwen op, ik gebruik helemaal geen medicatie. Ik pakte het tasje beet, draaide hem om en zag daar een etiket met een naam. Niet mijn naam. Niet mijn adres.
De week ervoor: mijn oma lag in het ziekenhuis. Een paar nachtjes ter observatie. Niets schokkends, niets bijzonders. Behalve dat ze de drie dagen dat ze daar moest verblijven geen bloedverdunners heeft gehad, die ze normaal gesproken wel dagelijks gebruikt. Mijn oma is de jongste niet meer, had dat niet door, pas bij het ontslag ontdekte een verpleegkundige dat mijn oma die medicatie niet heeft gehad.
Onzorgvuldig handelen; het gebeurd. Waar mensen werken worden fouten gemaakt. Begrijpelijk aan de ene kant, een fout zit in een klein hoekje. Drukte, vermoeidheid, onduidelijke werkwijzen, het zijn allemaal factoren die kunnen maken dat er fouten ontstaan. Gemakzucht, luiheid en het onzorgvuldig handelen kan wel verstrekkende gevolgen hebben. In de twee situaties hierboven viel het nog wel mee. Oma moest even wat extra tabletjes slikken, en de man aan wie de medicatie toebehoorde kreeg deze van mij alsnog. Echter, wat als de fouten niet waren opgemerkt? Wat als de verpleegkundige bij ontslag dat niet had opgemaakt? Zou mijn oma uiteindelijk worden opgenomen met een longembolie, een beroerte of nog erger? Wat als ik niet was thuisgekomen die avond? Wat als ik op vakantie was geweest? Dan had de beste man zijn medicatie die dag niet meer gehad. Dan hadden hij, die dezelfde dag uit het ziekenhuis was gekomen, en zijn invalide vrouw, op weg moeten gaan naar een nabijgelegen plaats voor de noodapotheek? En daarbij, waarom wordt medicatie door een brievenbus gedaan? Behoren deze niet persoonlijk te worden afgeleverd? Wat als ik een hongerige hond had gehad of een kind die dacht een paar lekkere snoepjes te zien?
Hoe belangrijk is en blijft het dus om altijd je aandacht ergens bij te houden. Dat geldt op je werk, thuis maar ook in het verkeer. Een fout zit in zo’n klein hoekje. Dat zie je op de weg ook vaak genoeg. Hoe vaak gebeurd het niet dat het ‘net goed ging’? Concentratie is belangrijk. Verantwoordelijkheidsgevoel. Weten waar je mee bezig bent.
En natuurlijk zijn we allemaal mensen, en kunnen we fouten en ongelukken nooit helemaal voorkomen, hoe graag we dat ook zouden willen. Maar wat extra aandacht voor hetgeen waar je nu eigenlijk precies mee bezig bent kan geen kwaad.
©JaneOnira

zaterdag 14 april 2012

Als je zegt wat je denkt..


Dan is dat eigenlijk helemaal niet zo erg.
Ik denk dan van wel, want ik zeg niet zo snel wat ik denk. En zeker niet als het negatieve gedachtes zijn. Ik ben vaak te lief, te vriendelijk. Een kwaad woord komt niet snel over mijn lippen. Wel tegen degenen die dichtbij mij staan (sorry voor hen! Die krijgen de volle laag) maar tegen ‘anderen’? Nee, niet snel.
Toch is het goed om soms wel op je strepen te gaan staan. Om dan maar eens een felle ondertoon te gebruiken. Om eens luid en duidelijk te roepen: Nee! Tot hier en niet verder!
Sommige mensen doen dat met gemak. Die hebben daar geen enkele moeite mee. Ik wel, want ik wil nooit iemand pijn doen of kwetsen. Dat maakt het voor iemand zoals ik lastig om te zeggen waar het op staat.
Over mij heen laten lopen? Tot op bepaalde hoogte. Ik kan zeker wel mijn grenzen aangeven, dat doe ik op mijn werk ook vaak genoeg. Maar ik heb erg veel moeite met directe en manipulatieve mensen. Mensen die altijd een woordje klaar hebben en al snel overtuigd zijn van hun eigen gelijk. Tegen deze mensen durf ik vaak weinig te zeggen. Het gevoel hebben dat het geen zin heeft, dat er toch een weerwoord komt, maakt het dat ik bij voorbaat al het gevoel heb van ‘laat maar’. Maar als je niets zegt gaat het door. Tot het op een zeker moment genoeg is geweest.
Als je ergens met een bepaald persoon niet over wilt praten, waarom zou je dat dan wel doen? Waarom zou je wel een verhaal op gaan hangen, terwijl je eigenlijk vindt dat het de ander niks aangaat? Dat die ander dat helemaal niet hoeft te weten, en zeker niet elke keer weer over beginnen gaat? En op een gegeven moment is het genoeg. Al eerder aangegeven dat die vraag niet elke keer gesteld moet worden, en toch... daar is de vraag weer. Het onderwerp, hetgeen waar je het niet over wilt hebben met die persoon. Een bemoeienis van een ander. Een ander die te dichtbij wilt komen en die jij daar niet wilt hebben. Dan verhef je de stem en legt er een ongekende felheid in. Je probeert wel beleefd te blijven, en alles wat je eigenlijk nog meer dwars zit en je ook uit wilt roepen slik je maar in. Een ontkennend verhaal volgt. Een verhaal waarin de ander zichzelf probeert te rechtvaardigen. Om alsnog jouw een antwoord te ontlokken. Terwijl je toch wel heel duidelijk was dat je het er niet over wilde hebben. Het gesprek afraffelen en ophangen. Boos en verward.
In eerste instantie ga je jezelf nog schuldig voelen ook, je was misschien wel echt wat te fel. Tot een ander je ogen opent: je bent opgekomen voor jezelf. Je hebt een grens aangegeven. Je hebt gezegd tot hier en niet verder. Jouw grens. Jouw leven. Jouw recht. Je hoeft niet steeds te praten over iets wat je niet wilt. Je hebt groot gelijk als je zegt; nee. Nee is ook een antwoord. Een heel goed, duidelijk antwoord.
En zo werden mijn ogen weer ietsje wijder open. Het is niet verkeerd om te zeggen wat je denkt. Om te zeggen wat je voelt. Om te zeggen wat je vindt. De manier waarop is bepalend, absoluut, maar opkomen voor jezelf en je eigen grenzen trekken kan niet verkeerd zijn.
©JaneOnira

maandag 9 april 2012

Hoe breng je slecht nieuws?


Slecht nieuws. Iedereen krijgt er in zijn of haar leven mee te maken. Je komt er niet onderuit, iedereen krijgt wat op zijn bordje. Dat hoort nu eenmaal bij het leven, en er is geen ontkomen aan. Naast het feit dat je het zelf een plekje moet geven kan je ook nog eens de (on)dankbare taak krijgen om anderen te informeren.
Hoe doe je dat? Andere mensen slecht nieuws vertellen? Het is absoluut geen gemakkelijke taak. Je kan er niet te lang mee wachten, want anderen willen ook weten hoe en wat precies. En dat is moeilijk. Wie ga je het precies vertellen en hoe ga je dat doen? Is er überhaupt wel een goede manier om slecht nieuws te vertellen? Want hoe dan ook, slecht nieuws blijft slecht nieuws hoe mooi je het ook aankleedt.
Afgelopen week heb ik een aantal keer mensen slecht nieuws moeten vertellen. Achteraf gezien had ik het anders gedaan. Ik incasseerde eerst zelf het nieuws, nam een hap adem en belde degene die mij al de hele dag stalkte in haar onrust op het te verwachten nieuws. Dat het slecht nieuws is wat je moet vertellen in plaats van het goede waar toch iedereen stiekem op hoopt, maakt het niet gemakkelijk. Een diepe zucht dus, en bellen maar. Rustig blijven. Vertellen. Ophangen en dan de tranen laten lopen. Even toegeven aan het eigen verdriet. Om vervolgens weer een hap adem te nemen en de volgende persoon te bellen. Ik koos in deze gevallen voor bellen omdat er geen tijd en mogelijkheid was om ook daadwerkelijk langs te gaan. De volgende bellen dus. Voicemail. Daar baal je van, want die persoon weet toch dat er nieuws komt? En is het nieuws iets om via een voicemail bericht te vertellen? Of via een sms, als een reactie van iemand anders met de vraag hoe het gaat en of er nog nieuws is? Nee, dat leek mij niet het juiste. Gevolg; regelmatig proberen te bellen maar de persoon niet te pakken krijgen.
Goed, waar nog een heel lang verhaal volgt over de onbereikbaarheid van mensen die wel nieuws zouden verwachten, maar daar misschien toch preventief voor op de vlucht sloegen, volgden er nog enkele dagen met telefoontjes. Met confronterende vragen. Met geschokte mensen, waar jij aandacht geeft aan een ander, maar zelf eigenlijk niets terugkrijgt. Steeds weer opnieuw het slechte nieuws brengen. Steeds ook vooral geconfronteerd worden met je eigen verdriet.
Wat kan je beter doen? Tja, is er een goede manier om slecht nieuws te brengen? Je kan het nooit leuker maken dan het is, want dat is het tot slot niet. Het direct brengen van het nieuws, dat is het beste. Niet omheen draaien, gewoon zeggen waar het op staat. Wat is het nut om een heel verhaal te maken en dan het verhaal voorzichtig te brengen? Geen. Direct maar vertellen, dat is denk ik het beste. Dat is wat mijn ervaring is dat men ook het prettigst vinden bij het ontvangen van slecht nieuws. Dan ook meteen de mensen bellen die dichtbij staan, niet meer, niet minder. Het balletje gaat dan vanzelf wel rollen naar de mensen eromheen. Kan je iemand niet bereiken? Vraag dan om jou terug te bellen, en laat het rusten. De zet is dan aan de ander, totdat die persoon met jou contact opneemt en je het nieuws alsnog kan vertellen, op een moment dat voor de ander goed uitkomt. Zorg zelf ook voor een goede en rustige omgeving om het te vertellen. Een omgeving waar je zelf op je gemak voelt, of waar anderen zijn om je te steunen of op te vangen als het even moeilijk is.
Slecht nieuws brengen is nooit fijn. Maar iemand moet het doen. Recht je rug. Wees sterk en doen. Niet uitstellen, dan is het maar gedaan. De laatste op de lijst. Het wordt tijd dat ik ook diegene op de hoogte breng...
©JaneOnira

zaterdag 7 april 2012

Zo ver weg, maar toch dichtbij


Ze rent naar beneden. De laatste trap af en daar, ze staat stil voor de brievenbussen. Met haar sleutel opent ze de hare, een envelop met een welbekend handschrift komt haar tegemoet. Ze glimlacht. Dit was waar ze op hoopte, de post die ze verwachtte!
Snel gaat ze naar boven, ze kan niet wachten om de envelop te openen. De eerste trap, de tweede en de derde. In haar haast struikelt ze bijna, oeps, toch iets rustiger aan. Ze weet ook wel, die envelop loopt niet weg, maar toch. Eenmaal binnen in haar huisje ploft ze meteen op de bank neer. Ze opent de envelop en begint gretig te lezen.
Binnen een paar minuten is ze er doorheen. Alles heeft ze gelezen. Ze zucht en staart voor zich uit. Haar gedachten maken buitelingen. Ze mist hem. Meer dan ooit.
Dan staat ze op en schenkt wat te drinken in voor haarzelf. Ondertussen blijven de gedachten ronddraaien. Hoe? Wat? Waarom? Zal? Maar? Kan? En dan? Ze schudt haar hoofd en probeert de gedachten te stoppen. De gedachten maken haar emotioneel. En als ze eenmaal emotioneel wordt is er geen land meer mee te bezeilen. Als ze eenmaal begint dan houdt ze niet meer op. En ze voelt zich juist nu zo goed, dat ze niet wilt dat het stopt. Dat haar gevoel weer 180 graden omdraait en ze weer in de put gaat zitten.
Snel kruipt ze achter haar computer. Ze weet, ze moet dingen doen. Iets doen helpt haar om gedachten te verzetten, om niet toe te geven, om niet te luisteren. Het houdt haar op de been.
Dit keer helpt het niet. Ze is te onrustig. De gedachten zijn te onrustig, te overheersend. Hoe graag ze ook wilt, ze kan haar hoofd niet stop zetten. Zelfs het allemaal van haar afschrijven, zojuist op de computer, helpt haar dit keer niet.
Ze slaakt een diepe zucht en doet de klep van haar laptop dicht. Ze is er klaar mee. Het heeft vandaag geen zin. In plaats daarvan, besluit ze op de bank te gaan liggen. Een fleecedekentje over haar heen. Een kopje thee in handbereik. Ze doet de tv aan en zapt wat rond. Daar voelt ze zich alleen maar beroerder van. Ze wilt dat niet, ze wilt zich niet zielig voelen.
Dan springt ze op en loopt naar de naastgelegen kamer. Ze pakt een heel mapje met papieren. Handgeschreven brieven. Van hem. Ze nestelt zich weer op de bank, pakt de eerste brief en begint te lezen. En te lezen.
Urenlang is ze ermee zoet. Urenlang leeswerk voordat ze door de stapel heen is. Uren met een traan en een lach. Met boosheid en verdriet. Maar als ze eenmaal aan het eind van de stapel is, is ze opgelucht en voelt ze zich goed.
Zo ver weg, maar toch dichtbij.
©JaneOnira

vrijdag 6 april 2012

Tijd is relatief


Er zijn van die dagen
die zo snel mogelijk voorbij mogen gaan
Er zijn van die dagen
die eeuwig mogen duren
Met het verstrijken van de dagen
de dagen die weken zijn geworden
die al zijn veranderd in maanden
en bijna een jaar worden
Het leed nog steeds niet geleden
bloedend hart continu
tranen ten overvloede
onrust in het lijf
Verlangend naar andere tijden
Tijden die zijn geweest
Tijden die komen gaan
Zolang het maar geen nu is.
Schuldgevoelens
Spijt
Kwelling
Dagen nemen geen keer
het gebeuren niet terug te draaien
vergane tijden
storm.
Woede
Verdriet
Pijn

Op een dag zal het slijten
Op een dag zal het anders zijn
Hoe langzaam deze dagen duren
Hoe snel zullen die dan gaan
Waar een week een jaar lijkt
en voor een ander maar een dag
Kan de tijd mij niet snel genoeg gaan
Opdat het samenzijn mag.
©JaneOnira