maandag 28 november 2011

Rijmen en dichten... Dat kan ik zonder mijn hemd op te lichten


Sinterklaas. Sinterklaasvieringen. Geweldig vond ik het altijd. Niet om het maken van een surprise. Nee, alsjeblieft zeg. Ik ben zo niet creatief en surprises werden nooit zoals ik het wilde. Ach. Dat compenseerde ik dan wel met een gedicht.
Een Sinterklaas gedicht maken. Ja dat kon ik wel. Het liefst zo lang mogelijk ook. Ik heb eens 12 A4’s volgeschreven, aan elkaar geplakt en opgerold. Was erg leuk voor degene die het voor moest lezen. Geweldig! Ik zie het nog voor me.
Tegenwoordig vier ik niet echt Sinterklaas meer. Niet meer met lootjes trekken of met surprises maken. Ook geen gedichten dus. Wij doen met vrienden een Sinterklaas spel, ook erg leuk (Zie ook hier)
Toch mis ik dat dichten wel. Het echte Sinterklaasdichten. Dat vond ik toch zo leuk! En het liefst dan ook een beetje venijnig want ik vind dat het mag op Sinterklaas. Alle nare karaktereigenschappen of gebeurtenissen het afgelopen jaar komen dan langs, daar kom je bij mij niet onderuit.
Vorig jaar heb ik nog 2 collega’s blij gemaakt met mijn gedichten voor hun lootje. Geef mij een paar omschrijvingen van de persoon, het cadeau, surprise en eventuele details die je in het gedicht wil hebben en voila, ik bedenk wel wat. Ik moet er even voor gaan zitten en dan komt er wel wat. Ik vind het ook gewoon leuk om te doen.
Dit jaar mag ik een gedicht bedenken voor mijn nichtje. Ze heeft haar vader getrokken. Gnegne. Leuker dan dat kan niet, daar kan ik wel weer mijn lol mee op. Ze heeft me ook erg leuke details gegeven die ze er in wil hebben. Ze was het met mij eens dat we het zo gemeen mogelijk moeten maken, wat ook erg past bij de onwijs smerige surprise die ze voor hem heeft bedacht. Een lekker lang gedicht gaat het ook worden, want ja, hij houdt niet van lezen.
Dus.. laat ik eens een kopje thee zetten. Een schaaltje pepernoten erbij, en laat ik dan eens lekker gaan dichten...
Sint en Piet zaten te denken....
©JaneOnira

zondag 27 november 2011

Met dikke tranen


Ik rijd naar huis. In de auto laat ik de tranen de vrije loop. Het is zoals het is. Ik ben alleen.
Het was een lange dag. Een dag vol gezelligheid. Een dag vol plezier en veel lachen. Met veel mensen om mij heen. Een aantal mensen die alles weten, en een hoop mensen die van niets weten. Ik zat daar, het was leuk, maar ik voelde mij alleen. Ik had daar niet alleen moeten zijn. Ik daar niet alleen hoeven te zijn. Het gemis is groot. Misschien nog wel groter dan ooit. Dit is confronterend.
Ik hou mij groot. Ik verdring mijn gedachten en de pijn. Ik praat volop mee en ik lach soms misschien net iets te hard. Ongemak wat ik niet wil laten zien, wat ik niet wil laten blijken. Want ik ben niet zielig en alles gaat goed.
Op weg naar huis gaat het niet meer. Op de achtergrond klinkt een te bekend nummer en de tranen rollen over mijn wangen. Geen hysterische huilbui. Alleen maar tranen.
Ze bleven rollen. Dikke tranen over mijn wangen. De hele rit naar huis.
Eenmaal thuis slaak ik een zucht. Wat een opluchting. Soms is het fijn en moet je ook aan die tranen toegeven.
Ik ga slapen en ik droom.
Ik ren. Ik ren harder. Nog harder. Weg, weg van hier. Ik wil hier niet zijn. Weg moet ik. Ver weg.
Daar bomen. Even bijkomen. Even terug op adem komen. Een slokje water drinken. Tot rust gekomen.
Daar. Weer gaan. Rennen. Ik vlieg. Ik kan niet meer. Ik vlieg en ik vlieg. Ik vlieg weg van hier. Ik vlieg naar daar waar niemand me kent. Daar waar ik gewoon ik mag zijn. Daar waar geen zorgen zijn. Daar waar daar gewoon is.
Een gelukkig leven. Huisje, boompje, beestje. Het was de reis waard.
©JaneOnira

zaterdag 26 november 2011

Leuk! Spellen spelen!


Uren kan ik mezelf ermee vermaken. ’s Avonds, voor het slapengaan even ter ontspanning een half uurtje spelletjes spelen. Heerlijk.
Een echter gamer wil ik mijzelf absoluut niet noemen. Voor mijn idee is en gamer iemand die echt fanatiek allerlei spellen speelt. Zo fanatiek ben ik niet. Zo veel bijzondere spellen speel ik niet. Het is ook zeker niet continu, het is een periode van komen en gaan.
Ik heb een DS. Een felroze. Zo leuk. Ik heb verscheidene spellen in mijn collectie maar mijn favorieten zijn toch wel de avonturenspellen of puzzelspelletjes. Tegenwoordig heb ik een nieuwe verslaving; spelletjes spelen op mijn telefoon.
Sinds ik een aantal maanden geleden toch maar eens een smartphone heb uitgezocht bij het verlengen van mijn abonnement speel ik mij ook suf op mijn telefoon. Ik geloofde er eerst niet zo in. Een smartphone? Wat moet ik daar nou mee? Internet had ik al op mijn laptop dus waarom dan een smartphone? Maar ach, die aanbieding was wel erg voordelig en die telefoon wel leuk... vooruit dan maar. Ik heb het geweten.
Het leuke van zo’n telefoon is dat je er allerlei app’s op kan zetten. ik heb er veel. Nieuws, maar vooral ook spellen. Games dus. En nu heb ik een nieuwe. Verslavend.
Mijn laatst aangeschafte game heet 101 Games+3. Spannende naam zal je denken. Nee, spannend is het niet. Verslavend, dat dan helaas weer wel. Zoals de naam het al zegt staan er veel kleine spellen op. Het nadeel is dat het merendeel van die spellen vrijgespeeld moeten worden door een x-aantal punten te halen. Een heleboel punten. Kortom je moet allerlei kleine spelletjes steeds weer opnieuw spelen om genoeg punten te halen om een volgend spel te kunnen ‘unlocken’. Hoe verslavend is dat? Heel erg kan ik je vertellen. Dat wil zeggen; als je net zo bent als ik. Ik die ervan houd om allerlei kleine spelletjes te spelen en nieuwsgierig is naar welke andere kleine spellen erop staan. Oké, de spellen zijn niet allemaal even leuk, zeker niet als je ze voor de honderdduizendste keer speelt, maar ach hè. Het bied wat ontspanning. Het is leuk. En ik wil gewoon weten welke spellen er nog meer op staan.
Dus dat. Vandaag is een lekkere vrije dag. Ik hoef me niet te vervelen. Nog genoeg spellen om vrij te spelen. Adieu!
©JaneOnira

donderdag 24 november 2011

Spinsels uit hoofd en hart


Ik zou willen dat ik dingen naar mijn hand kon zetten. Dat ik de tijd terug kon draaien of juist vooruit spoelen. Dat dingen niet gebeurd zijn of alweer lang geleden. Dat de gevolgen en het leed gedragen is en er weer vooruit gekeken kan worden. Dat je weer gelukkig bent met het leven. Dat je plezier hebt in je leven. Dat je er van geniet.
Soms zijn er tegenslagen in het leven. Onvoorziene tegenslagen. Ergens had je het misschien wel gezien of al voelen aankomen maar dacht dat je het verbeelde. En dan blijkt een grote angst waarheid te worden. Dan voel je je schuldig; je had eerder al kunnen ingrijpen. Je had meer kunnen doen en het had helemaal niet zover hoeven komen. Als je maar een beetje strenger was geweest.
Iedereen maakt keuzes in zijn en haar leven. Die keuzes zijn niet altijd even verstandig. Zijn niet altijd goed of fout. Zijn niet altijd de beste.
Jezelf kwellen met de ‘waarom’ vraag heeft weinig zin. Jij bent niet degene die de keus heeft gemaakt, maar dat is die ander geweest. De ander heeft een foute keus gemaakt. Heeft daar de redenen voor gehad. Heeft er spijt van en leert ervan. Jij had het kunnen voorkomen. Misschien. Maar daar is het nu te laat voor. Veels te laat en de gevolgen moeten gedragen worden. Niets daaraan te doen. Het enige wat je kan doen is ervan leren. Leren voor de toekomst. Hoe voorkomen we deze keuzes? Hoe gaan we uit dat wereldje? Hoe maken we een beter leven voor onszelf? Want als we dat niet doen hebben we samen geen lang leven meer.
Er zal het een en ander gaan veranderen. Moeten veranderen. Bij ons allebei. Ik ben daartoe bereid. Ik wil ervoor vechten. Of hij dat ook wil is de hoop. Hij zegt van wel, straks, over een poosje, moet hij het ook daadwerkelijk laten zien. Vertrouwen moet weer worden opgebouwd. Samenwerken aan een verder leven. Een nieuw leven. Een ander pad wat leidt tot een nieuwe weg.
Misschien blijkt later dat deze periode wel erg goed voor ons is geweest. Ik hoop het. We zullen ervoor moeten vechten. We zullen er veel voor moeten doen. Het zal niet altijd makkelijk gaan. Oude koeien zullen uit de sloot worden gehaald. Om ze vervolgens er weer in te doen. Pijn moet verwerkt worden. Alles moet een plekje krijgen. Samen sta je sterk. Als je dit eenmaal samen overleefd, dan kan je samen de hele wereld aan.
©JaneOnira

woensdag 23 november 2011

Mevrouw de Rooij


Ik was een jaar of 14 toen ik aan het bijbaantje begon. Het was mijn eerste ervaring in de zorg. Ik was jong, verlegen en ontzettend onzeker. Stiekem ook een beetje bang voor al die oude mensen achter hun deuren en in hun kleine, vaak donkere, kamers. Gelukkig kwam ik er al vrij snel achter dat niet iedere bewoner in het verzorgingshuis erg was. Sterker nog; op mijn eerste dag ontmoette ik al mevrouw de Rooij.
Mevrouw de Rooij was een ontzettend lief mens. Ik kwam bij haar ’s ochtends de pap brengen en meteen voelde ik mij op mijn gemak. Wat een aardige mevrouw en wat een leuk huisje! Zo licht en warm. Zo vrolijk. Precies zoals ik haar leerde kennen. Ze praatte altijd honderduit in een onvervalst plaatselijk accent.
In de loop der jaren leerde ik mevrouw de Rooij steeds beter kennen. Een geweldige vrouw die altijd voor iedereen klaar stond. Maar toch ook haar afstand bewaarde, want ondanks al haar vriendelijkheid was ze erg op zichzelf. Stukje bij beetje liet ze meer van zichzelf zien en vertelde mij over haar leven.
Toen ze een jaar of 16 was ging haar broer bij het leger. Hij nam een vriend mee naar huis en zij werd stapelverliefd op die jongen. Al snel trouwden ze. En hoewel ze ultiem gelukkig waren wilde haar man meer. Hij wilde haar meer bieden. Hij wilde groter wonen en had grootse plannen. Helaas voerde hij die niet op de juiste manier uit en werd gearresteerd. Acht jaar zat hij vast. Acht erg moeilijke jaren voor haar waarin ze zelf moest gaan werken en veel mensen om haar heen kwijtraakte. Dat deed haar nog altijd veel verdriet. Mensen begrepen niet dat ze achter hem bleef staan en op hem bleef wachten. Men veroordeelde hem; hij was een crimineel, een leugenaar en het niet waard om mee om te gaan. Zij zag echter heel wat anders. Ze hield van hem en wist wie hij werkelijk was. De liefde zat zo diep en was er nog altijd als ze over hem tegen mij sprak. Ze wist dat hij een goed hart had en was niet van plan hem in de steek te laten.
Hele brieven schreven ze elkaar. Brieven die nog bewaard bleven in drie schoenendozen in de kast. Toen hij vrij kwam moesten ze weer erg aan elkaar wennen, er moest weer een vertrouwen worden opgebouwd. Maar ze voelde zich intens gelukkig. Het had hen allebei veranderd, maar wel ten goede.
Graag wilden ze nog een kindje, helaas is dat nooit gelukt. Vlak nadat hij vrij kwam werd hij ziek en stierf al snel. Mevrouw de Rooij verloor in de tijd erna ook kort achter elkaar haar ouders en jongere zusje, de enigen die nog met haar om wilde gaan. Haar broer wilde geen contact meer en zo bleef ze alleen achter. Ze had helemaal niemand. En nog steeds niet. Er was niemand meer die ze echt toeliet in haar leven.
Deze vrouw had veel meegemaakt. Zoveel leed en teleurstelling doorstaan. En toch altijd vriendelijk, beleefd en behulpzaam naar iedereen toe. Achter dat vrolijke, mooie, lieve masker lag zo ontzettend veel leed. Ze is altijd alleen gebleven.
©JaneOnira

maandag 21 november 2011

Harde schijf en ander computerleed


De computer... Of in mijn geval, de laptop... Wat een uitvinding! Echt waar; ik zou het ding niet meer kunnen missen. Maar ach, wat krijg je er soms ook ontzettende hoofdpijn van.
Iedereen kent het wel; programma’s die traag zijn, vastlopen, of dingen doen die jij eigenlijk niet wilt. Het is de vraag of het daadwerkelijk aan de computer annex laptop ligt dan wel aan de gebruiker. In mijn geval zou dat laatste zomaar kunnen zijn. Ik ben namelijk niet een erg handige computergebruiker. Enkele collega’s op mijn werk vinden van wel, maar ja die zijn een stukje ouder en hebben het computertijdperk nooit echt meegekregen. Ik mag ook niet klagen hoor, ik weet er aardig mijn weg mee. Wat ik wil lukt meestal wel. Uiteindelijk dan. Na uren zoeken, googlen en uitproberen. Je reinste tijdverspilling, maar goed, doel bereikt.
Vandaag is echter een slechte dag. Ik dacht heel enthousiast; laat ik eens die foto’s op de computer gaan zetten die ik straks nodig heb. Dus ik heel hard het programma zoeken waarmee ik de foto’s altijd bekijk en eventueel iets bewerk. Zoeken, zoeken, zoeken. Niet te vinden. Googlen dan maar. Google is your best friend. De mijne in ieder geval, zou niet weten wat ik zonder Google moet. Hoe had ik anders moeten weten over het bestaan van Xead of hoe ik het beste mijn gordijnen kan wassen? Precies, dat bedoel ik. Zo handig.
In ieder geval, op zoek naar dat ene programma dus. Leuk, ik dacht iets gevonden te hebben. Nog gratis ook! Downloaden maar. Dacht ik. Het downloaden lukte wel. Na het klikken op het woord ‘downloaden’ is daar niet veel aan. Het programma openen is echter een probleem. Wat blijkt? Het is een update, je moet er een eerdere versie van op je computer hebben staan. Dat is juist het probleem. Zucht. Verder zoeken dan maar.
Helaas, niets te vinden, niets werkt. Toch begrijp ik het niet. Waar is dat programma toch gebleven? Hij stond toch wel op mijn computer, ik weet het zeker.
Dan gaat er ineens, een beetje te laat, een lampje branden. Die harde schijf. Die was kapot gegaan. Alles kwijt. De harde schijf was niet meer te redden. Back-ups? Euhm. Nee die had ik niet. Misschien van een paar foto’s en documenten maar dat was het dan ook. Helaas pindakaas. Er is een nieuwe harde schijf in dit machientje gekomen. Vandaar dus ook geen programma. Balen. De enige oplossing lijkt een betaalde versie te zijn. Joepie. Even doorsparen dus. Of nog even doorzoeken. Wie weet, is er ergens toch nog een gratis versie te vinden.
©JaneOnira

zondag 20 november 2011

Het leed dat schoonmaken heet


Een leed voor mij dan hè. Schoonmaken. Ik heb er echt een hekel aan. Hekel hebben aan is misschien niet de juiste omschrijving, maar je begrijpt wat ik bedoel toch? Het niet leuk vinden om schoon te maken. Dat dus.
Het is iets wat moet. Je doet er niets aan. Als je het zelf niet doet dan moet je maar iemand inhuren om het voor je te doen. Doe je dat ook niet, dan zou je theoretisch gezien er ook voor kunnen kiezen om het gewoon maar niet te doen.
Mijn onderbuurvrouw denkt daar zo over. Schoonmaken? Wel nee, dat is toch niet nodig. Zeker niet als je met zijn drieën in een klein flatje woont en ook nog 4 katten in huis hebt. Gevolg; ik als bovenbuurvrouw heb last van stank. Echt een hele vervelende lucht. En wat nog mooier is; vliegen. Hordes vliegen. Van die heerlijke dikke groene vliegen. Die strontvliegen, je weet wel. Ze vlogen tot voor kort door mijn keuken en in het trappenhuis. Waar ze vandaan kwamen wist ik in eerste instantie niet. Ik had nog geen link gelegd met de niet-schoonmakende onderbuurvrouw.
Totdat ik de onderbuurvrouw van de onderbuurvrouw tegenkwam. (snapt u hem nog) Die had haar bovenbuurvrouw dat mijn onderbuurvrouw is, gesproken over de stank en vliegenoverlast. Onze beste buurvrouw vertelde dat ze misschien toch maar eens de kattenbak moest gaan schoonmaken. Waarop de onderbuurvrouw van de onderbuurvrouw vroeg of ze niet meteen het hele huis eens kon schoonmaken omdat als de buurvrouw haar deur al open doet er al een heerlijke geur de gang in komt.
Zo gezegd zo gedaan, en enkele weken na dat bewuste gesprek heeft de onderbuurvrouw eens het huis, en de kattenbak, schoongemaakt. Heel fijn. De vliegen zijn weer weg. (Maar de verdelgerspray staat nog klaar, voor de zekerheid) Een weeïge geur steekt zo nu en dan weer de kop op. Ik weet dat de onderbuurvrouw van de onderbuurvrouw er nog meer last van heeft en regelmatig bij de onderbuurvrouw op de stoep staat. Mooi, hoef ik dat lekker niet te doen. (tja, gemakzuchtig ben ik ook)
Maar goed, klagen over een ander, al weet ze dat zelf niet, betekend natuurlijk wel dat je zelf enigszins het goede voorbeeld moet geven. Nou ben ik ook niet zo’n viespeuk hoor, weken in een huis leven zonder op z’n minst een stofzuiger te pakken kan ik niet. Echter is het ook niet mijn hobby. Een noodzakelijk kwaad is het. Een kwaad wat weer heerlijk is als het achter de rug is. Niets is heerlijker dan een schoon en fris huis...
Toch maar even aan de slag dan maar...
©JaneOnira

zaterdag 19 november 2011

Ooit komt die dag...


Starend naar het scherm
Een leeg scherm nog niet gevuld
Onrust in het hart
Onrust in het hoofd
Waar het wit wit blijft
en langzamerhand toch gevuld word
Met zwarte letters
die betekenisloos zijn
Onrustige gevoelens
verjagen de woorden
Onrustige gevoelens
maken geen zinnen
Dagen duren lang
weken zijn er voorbij
Maanden is het al aan de gang
hopelijk is het volgend jaar voorbij
Waar buiten de zon door de wolken schijnt
waar kinderen spelen
Waar vogels fluiten
zo ben ik hier alleen
De klok tikt langzaam weg
weer een paar minuten voorbij
Een paar minuten volledige stilte
gestoord door het bonzen van mijn hart
Een hart vol verlangen
een hart vol pijn
Een hart vol verdriet
een hart zo alleen
Een koud huis
een lege koelkast
Een holle spaarvarken
een portemonnee niet gevuld
Lichamelijke kwellingen
pijnlijk overal
Niet lang kunnen zitten of staan
niet meer aan het werk kunnen gaan
Tranen vullen mijn ogen
knopen mijn buik
Onrust in het hele lijf
Een hart dat blijft kloppen
Verlangen naar betere tijden
Verlangen naar de toekomst
of juist naar gewezen tijden
en in de goede blijven hangen
Op een dag zal alles voorbij zijn
dan is het leven weer mooi en goed
Dan straalt de zon
Opent de bloem zich
Die dag..
Ik hoop dat die snel komen mag.
©JaneOnira

vrijdag 18 november 2011

Een heerlijke dag!


Ik rek me uit. Het besef is er; heerlijk, een vrije dag. Behalve het oppassen vanavond heb ik geen verplichtingen. Hoe lang is dat wel niet geleden? Hoe lang is het geleden dat ik echt een vrije dag had, zonder verdere afspraken? Ik denk na, maar ik kan het me niet meer herinneren. Het moet alweer een tijd geleden zijn.
Dagen worden gevuld met werk, af en toe oppassen, twee keer in de week fysiotherapie en afspraken. Iemand hier, iemand daar. Regeldingen, maar ook leuke dingen. Instanties, vrienden en familie. Een druk bestaan soms.
Vandaag is een heerlijke vrije dag. Hoewel ook deze niet helemaal vrij is, want ja, het oppassen vanavond. Maar ach, dat is dit keer de avond. De kinderen liggen dan al op bed. Ik zet de tv aan en kan daar lekker op de bank zitten en naar The Voice of Holland kijken.
Ik besluit nog een poosje in bed te blijven liggen, wel zo lekker. Lees een hoofdstuk uit mijn boek en speel een spelletje op mijn telefoon. Dan ben ik het zat en sta ik toch op. Na een heerlijke douche en een uitgebreid ontbijt, besluit ik eens het huis schoon te maken. Ik vind dat zeker niet een leuk klusje, zie dat echt als een noodzakelijk kwaad, maar vandaag voel ik mij zo dat ik het geen probleem vind. Muziekje aan en gaan. Een paar uur later zit ik heerlijk aan een omelet. Die had ik wel verdiend vond ik. Nog even wat schrijven hier. Wat lezen daar. Nog even wat koken voor ik naar het oppasadres ga en zo vliegt een dag voorbij.
Tot morgen!
©JaneOnira

donderdag 17 november 2011

Pas op! Hier komt de oppas!


Om een beetje extra bij te verdienen heb ik een oppasbaantje. Het was nog even zoeken want aan de grote vraag naar een oppasser op vaste dagen kon ik niet voldoen. Ik heb niet de mogelijkheid om een x aantal dagen per week op te passen. Ik heb niet de mogelijkheid om dat elke week te doen of op vaste dagen. Na lang zoeken en wachten heb ik uiteindelijk een oppasadres gevonden. Een adres redelijk in de buurt. Bij mensen die mij zo af en toe eens nodig hebben.
Zo af en toe pas ik dus op 2 kleine donderstenen van 3 en 5 jaar oud. Twee jongens. En donderstenen zijn het. Lekker druk. Veel willen en steeds maar even. Moeilijk rustig kunnen zitten. Even een boekje lezen? Dat is na 2 bladzijdes al niet meer leuk! (en dat terwijl ik meestal ‘geroemd’ wordt om mijn voorleeskunsten)
Ze probeerden mij in het begin ook erg uit. Als ’s avonds de ouders weg waren was het natuurlijk leuk om weer naar beneden te komen onder het mom van ‘ik kan niet slapen’ of ‘ik ben bang’ of ‘ik wilde nog even wat pakken’. Of overdag door honderduizendmiljoen keer te vragen of ze ‘een snoepje mogen’, ‘buiten mogen spelen’, ‘of het ene vriendje ook hier mag spelen’ om vervolgens als dat niet mocht enorme stampij te maken. Gillen, huilen, met speelgoed gooien. Ik heb het allemaal meegemaakt. En overleefd.
Nu zijn het twee schatjes. De baldadige kleine etters hebben plaatsgemaakt voor twee leuke kinderen die erg goed luisteren. Ze zijn blij als ik kom, ze vinden het leuk. Verhalen lezen kan met gemak. Met speelgoed wordt niet meer gegooid. ’s Avonds laat met smoesjes naar beneden komen gebeurd nooit meer. Er wordt niet meer gebedeld om snoep, en gillen doen ze nooit.
Ze moesten even aan mij wennen, deze twee kereltjes. Logisch ook. Waar ze bij hun ouders van alles voor elkaar kregen en er geen duidelijke grenzen waren, waren die er als ik er was wel. Ook al ‘mag het altijd van papa en mama wel’, als de oppas er was dan mocht het niet. Dan gelden er regels. Spelen mag. Af en toe een snoepje ook. Gillen niet. Met speelgoed gooien niet. Zomaar elke keer naar beneden komen als er geslapen moet worden niet.
Ik gaf ze duidelijkheid. Bij mij weten ze waar ze aan toe zijn. Bij mij gedragen ze zich. Dit tot grote verbazing van de ouders. Zij snappen maar niet dat ik hun kinderen zo leuk vind. Dat de kinderen lief zijn. Dat ze een keer geen speelgoed kapot hebben gemaakt, en dat als ze binnenkomen ze gewoon netjes lief zitten te spelen of liggen te slapen. Hoe ik dat dan voor elkaar krijg. En hoe ik dat ook uitleg, ze kunnen het niet. Ze kunnen er zelf niets mee en dus leven deze kinderen in een onduidelijk en verwarrend bestaan. De kinderen weten niet waar ze aan toe zijn. Zijn de baas over hun ouders. En ouders worden radeloos omdat ze dingen toelaten die ze eigenlijk niet willen, of gedrag zien bij hun kind waar ze niet weten hoe ze daarmee om moeten gaan. Ik ben geen pedagoog. Maar ik weet wel hoe belangrijk duidelijkheid is voor een kind. Duidelijk zijn en grenzen stellen. Zo belangrijk.
Hopelijk komt er binnenkort verandering in. Ouders ‘vonden’ ineens een folder. Ze gaan nu een cursus volgen om het gedrag van hun kinderen beter te begrijpen. Hopelijk gaan ze daar leren dat er veel van het probleem bij henzelf ligt. Dat ze leren om duidelijk te zijn en grenzen te stellen. Dat zal vast niet makkelijk zijn en een hele omschakeling betekenen voor het hele gezin. Veranderen en volhouden lijkt mij. Ik ga het merken.
Morgen mag ik weer. Even een paar uurtje oppassen, ik heb er weer zin in!
©JaneOnira
Oppassen 

maandag 14 november 2011

Die kleine meid


Als een prinsesje zit ze rechtop in bed. Haar kale hoofdje verstopt onder een vrolijk roze hoofddoekje. Gelukkig, ze voelt zich weer beter.
Vanochtend was dat wel anders. Toen was ze een klein, zielig, ziek vogeltje. Verstopt onder de dekens. Een echt meisje van 6 dat niet wilde dat er iets moest gebeuren. Hard huilen en lekker bij mama zitten om daarna weer lekker onder de dekens te verstoppen. Alleen haar voorhoofd en ogen staken boven het dekbed uit zodat ze kon volgen wat er op de televisie gebeurde. Haar favoriete tekenfilm.
Al twee jaar lang is ze aan het strijden. En nog steeds is de strijd nog niet geleverd. Ze blijft vechten, zoals het een dapper klein meisje betaamt. Sterk; dat is ze. Klein en toch ook zo groot. Haar grote zus op wie ze zo trots is. Waarbij haar ogen glimmen als ze over haar verteld. Haar grote zus, haar voorbeeld. En wat leuk als ze weer langskomt! Haar ouders die er altijd voor haar zijn. Ze wisselen elkaar af; de ene keer is vader er de andere keer moeder. Wat een lieve mensen zijn dat en zo goed voor haar. Wat een fijn gezin.
Jammer dat dit gezin zo’n enorme strijd moet leveren. Zij is ziek, die kleine meid. Maar ze vechten samen. Met z’n vieren zijn ze het traject in gegaan, met z’n vieren hopen ze er weer uit te komen.
Ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Wat een leven. Genieten van de momenten thuis. Balen als dat weer voorbij is. Zorgen en angsten. Moed en verdriet.
Gelukkig gaat het deze middag weer beter. “Ik heb vanochtend samen met mama even keihard zitten janken”, zegt ze. Die kleine meid. Door alles ook zo volwassen. “Ik wil nooit naar het ziekenhuis. Maar dan denk ik maar, wat moet dat moet. En ik moet beter worden dus moet ik erheen. Of ik nou wil of niet. Daarom zeg ik altijd wat moet, dat moet gebeuren. Niet miepen, maar doen.” Ik slik.
Deze arme kleine meid waarbij de ziekte weer is teruggekomen. Wat hoop ik toch dat jij het redden zal. Wat hoop ik toch dat jij het overleven zal zonder al te veel resterende kwalen. Wat hoop ik dat jij hier goed uitkomt. Zodat je net zo groot als je zus mag worden.
©JaneOnira

zaterdag 12 november 2011

Hoera! De Sint is weer in het land!


Kinderen zijn al dagenlang rusteloos. Sinds het Sinterklaasjournaal van de week weer is begonnen worden er tekeningen gemaakt, liedjes gezongen en schoenen opgezocht. En vandaag was het dan zover; Sinterklaas kwam aan!
Dordrecht was het dit jaar waar de ‘echte’ nieuwe Sint zijn voet aan wal zette. Met een spannend verhaal waarbij Sinterklaas en zijn Pieten ook nog eens de verkeerde kant opgingen en het Grote Boek zoek was geraakt, kwam alles toch weer goed. Gelukkig maar.
Voor kinderen blijft dit een spannende tijd. Sinterklaas en zijn Pieten zijn toch wat enge maar tegelijkertijd ook leuke verschijningen. De spanning van het schoen zetten, cadeautjes en al het lekkere snoepgoed... Het is veel voor zo’n kinderhartje.
Maar wat een heerlijke tijd is het toch. Die spanningen die er heersen. Al dat lekkers om op te eten. de gezelligheid voor de buis waar op tv allerlei leuke en spannende dingen gebeuren. Met als hoogtepunt natuurlijk Pakjesavond waar je hoopt mooie cadeaus te krijgen. Om vervolgens even tot rust te komen tot het moment dat er de gezelligheid is rondom Kerst en wederom spanningen voor het vuurwerk met Oud en Nieuw.
Eerst deze tijd maar door zien te komen. Schoenen worden dagelijks gezet. Maar niet elke dag gevuld. De beste Sint kan natuurlijk niet elke dag langskomen, er wonen zoveel kindjes in het land! Af en toe eens wat lekkers in de schoen. Een keer een klein cadeautje. Met pakjesavond een zak vol met leuke en ook een paar praktische cadeaus. Geen dure zoals sommige kinderen dat krijgen, het moet wel leuk blijven. Lootjes trekken met vrienden. Opluchting dat er dit jaar wegens tijdgebrek bij iedereen geen surprise hoeft te worden gemaakt. Gaan rijmen omdat het gedicht wel gemaakt dient te worden. Cadeautjes inslaan voor de andere vriendengroep waar het Sinterklaasspel mee gevierd gaat worden. En ondertussen lekker veel (gevulde) speculaas, pepernoten, schuimpjes, kikkers en muizen opsnoepen. Wat een heerlijkheid. Enjoy!
©JaneOnira

donderdag 10 november 2011

De heerlijke ochtend

Hoe vermoeiend een dag kan zijn zonder dat deze echt begonnen is. Zucht.

Nee!


Zucht. Niet nu kreun ik! Niet nu al. Ik zucht. Mijn hand reikt naar de knop om het lawaai te doen stoppen. Ik zucht. Ik draai me om. Ik ga niet werken vandaag. Ik doe het gewoon niet. Ze hebben lekker pech. Ik zucht. Ik slaap weer verder.

Zucht. Kreun. Steun. Nee! Niet weer dat geluid. Zucht. Oke. Wekker uit. Opstaan dus. Werken. Bah.

Het is nog zo koud in huis. Zucht. Het is nog zo vroeg in de ochtend. Zucht. Het is nog zo donker buiten. Zucht. Ik wil niet werken. Ik heb geen zin. Ik ga gewoon niet. Ze bekijken het maar. Zoeken het lekker zelf maar uit. Zucht. Ik stop ermee. Ik ga ontslag nemen, per direct. Stom gedoe. Ik wil dit niet meer. Zucht. Gedachtes die in mijn hoofd ronddwalen. Zucht. Moe.

Ik douche. Zucht. Kleed me aan. Zucht. Ontbijt. Zucht. Maak brood klaar. Zucht. Ik poets mijn tanden. Zucht. Doe mijn haar. Zucht. Doe mijn gezicht. Zucht. Doe een parfum op. Zucht. Doe brood in mijn tas. Zucht. Pak mijn schoenen. Zucht. Trek ze aan. Zucht. Pak mijn tas. Zucht. Doe de deur open. Zucht. Doe de deur op slot. Zucht.
Loop naar de auto. Zucht. Doe de autodeur open. Zucht. Ga achter het stuur zitten. Zucht. Kijk om mee heen. Zucht. Stap weer uit de auto. Zucht. Pak het trekkertje uit het dashboardkastje. Zucht. Maak de ruiten van de auto schoon. Zucht. Kruip weer achter het stuur. Zucht. Start de motor. Zucht. Rijd achteruit. Zucht. Rijd vooruit. Zucht. Rijd weg. Zucht. Op naar werk. Zucht.

Wat een dag. En dit was nog maar de ochtend.

Zucht.


©JaneOnira
Ochtend

maandag 7 november 2011

Leven als een zombie


De wekker gaat. Is het al tijd? Ja nu al. Het opstaan is een ramp. Ik draai en woel. Ik wil er niet uit. Ik wil blijven liggen. Ik wil verder slapen. Maar het mag niet, ik moet er uit. Ik moet opstaan. Ik moet wat gaan doen. Anders slaap ik vannacht niet.
Het omschakelen na een reeks nachtdiensten; het is niet makkelijk. Zit je eindelijk in het ritme van overdag slapen en ’s nachts werken moet je weer terugschakelen naar het ‘normale’ leven. Dat doe ik dus om na de laatste nachtdienst maar 4 uurtjes te slapen, mezelf vervolgens het bed uit te schoppen, om dan ’s avonds enigszins op tijd weer het bed in te duiken. Om dan de volgende dag weer op tijd op te staan in de hoop dat er op die manier iets van ritme terugkomt. Ervaring leert dat het altijd moeilijk gaat en die nacht die dan komen gaat het zwaarst is waarbij je lang wakkeer ligt, om vervolgens overdag weer moe te zijn, op tijd te gaan slapen die avond en dan eindelijk weer in een wat ‘normaler’ ritme komt. Volgt u het nog? Nee? Is niet gek hoor. Ik volg mezelf ook niet allemaal.
Het fijne van zo’n nachtdienst is dat je tijdens de diensten, maar ook nu ik er net uit ben, je voelt alsof je enorme kater hebt maar dan zonder de plezier van de avond ervoor. Een wandelende zombie. Zeg maar niet teveel tegen mij. Laat mij maar mijn ding doen. Laat mij maar gaar zijn. Morgen zal ik mij ietsje beter voelen, de dag erna brakker dan brak. Het hoort erbij. Het is niet anders. Alles kost moeite, alles kost veel energie. Tijd om niet meer te schrijven. Even lekker lezen en dan heerlijk het bed weer induiken. Bedje; ik kom eraan hoor!
©JaneOnira

zondag 6 november 2011

De verloren tijden


Alleen zit ik hier
Alleen een beetje voor mij uit te staren
Alleen in deze kille kamer
Alleen zo zonder jou
Dagen die weken worden
Weken die veranderen in maanden
Geen tijd dat de pijn weg doet gaan
en het gemis alleen maar groter maken
Het is zoals het is
dingen nemen geen keer
het leven kent zijn up’s en downs
geen bergen te hoog om te bewandelen
Als ik toch eens
kon doen wat ik wou
Dan was je heel dichtbij me
onze hele leven trouw
Elke dag is er weer één
een dag zonder jou
Een dag te lang dat wel
maar er komt een dag dat het verdwijnen zal
Een dag dat we weer samen mogen zijn
het leed geleden genieten van elkaar
lachen, huilen, en geluk
wat verlang ik daar nu naar
De eenzaamheid is soms kwellend
Het verdriet is groot
Maar als ik aan jou denk
word ik met warmte gevuld
©JaneOnira

zaterdag 5 november 2011

In het holst van de nacht


Kon hij niet slapen. 14 jaar is hij. Vandaag slecht nieuws gekregen. Hij is ziek, ernstig ziek. Hij voelt zich niet ziek. Maar hij is het wel. Dat hebben de dokters hem vandaag verteld. Hij is in de war en voelt zich vreemd.
Zijn ouders zijn naar huis gegaan verteld hij mij. Hij is oud genoeg om hier alleen te slapen, dat vind hij niet erg. Hij is geen klein kind voor wie de ouders bij hem moeten blijven slapen.
 Alleen lukt het slapen nu niet dus is hij maar wat filmpjes aan het kijken op YouTube. Ik ga naast hem zitten. Samen kijken we naar wat filmpjes. Samen lachen we ons stuk om de nieuwste titelsong van de nieuwe New Kids film. Hij wilt de film graag zien verteld hij mij. Vorig jaar, bij de eerste film, is hij samen met zijn oudere broer geweest. Geweldig was het. Van zijn ouders mocht het eigenlijk niet, maar stiekem zijn ze toch gegaan. Hij hoopt deze film ook te gaan zien, maar zegt hij ‘misschien ben ik dan wel dood’.
We praten verder. We praten over ziek zijn. We praten over doodgaan, beter worden en genieten van het leven. Hij gaat ervoor vechten verteld hij mij. Hij gaat alles doen om beter te worden. Er is nog zoveel wat hij wil gaan doen. Er is nog zoveel om voor te leven. Geen haar op zijn hoofd die er over denkt om weg te gaan uit dit leven. ‘De haren die er nu nog op zitten dan’, grapt hij.
We hebben het over de behandeling. Die zwaar en pittig zal zijn. Die lang zal duren. Waar hij ziek van kan gaan worden. Maar ook die hem beter kan maken. De overlevingskansen zijn groot. Het is geen verloren race. We maken grapjes over hoe hij zijn vrienden het kan vertellen. Hij lacht. En geeuwt. Het was een lange dag. Echt tijd om eens proberen te slapen. Dat moet nu wel gaan lukken zegt hij, hij voelt zich weer een stuk beter. “Bedankt Jane”, zegt hij. Ik lach naar hem ‘slaap lekker jongen’.
©JaneOnira

vrijdag 4 november 2011

Stress; wat is het en wat doe je eraan?


Stress... iedereen heeft er wel eens last van. Je voelt je gejaagd, onrustig en gespannen.
Stress is een emotionele en lichamelijke reactie wanneer iemand zich probeert aan te passen aan de veranderingen in zijn of haar leven. Er verandert iets in je leven wat zowel positief als negatief kan zijn, en je wilt daar iets mee doen. Je denkt er veel aan, bent er veel mee bezig.
Een beetje stress kan dan ook geen kwaad. Veel mensen zoeken het ook op om hun leven wat opwinding te even. Wanneer er echter teveel veranderingen zijn, wanneer deze als bedreigend ervaren worden of als jij je machteloos voelt kan de stress toenemen. Je lichaam reageert; je hartslag versneld, je bloeddruk stijgt, je kan niet goed meer nadenken of een hap door je keel krijgen. Je voelt je gespannen, angstig, somber, gefrustreerd en slaapt slecht.
Je lichaam en geest zetten allerlei processen in werking zodat jij je voelt zoals je voelt. Niet goed dus. Langdurige stress kan zelfs gevaarlijk zijn, en ga jij je niet beter door voelen. Het belangrijkste is dan ook; wat kan je eraan doen?
-       De stressbezorgende gebeurtenis door acties veranderen
-       De confrontatie aangaan met de stressfactor
-       Steun zoeken
-       Probleem proberen op te lossen
-       Controle over de situatie proberen te verkrijgen (inspraak/iets doen)
-       Stress onder ogen zien en er proberen er kalm, rustig en reëel er naar te kijken
-       Ontspanning zoeken.


©JaneOnira

donderdag 3 november 2011

Zo diep? Ja, zo diep


Eens. Lang geleden was ik nog druk bezig met mijn opleiding en liep ik stage op een afdeling Geriatrie in een ziekenhuis. Een afdeling voor de oudere patiënt en bijbehorende gezondheidsproblemen.
Het was op in mijn eerste maand daar dat ik zelfstandig een opname zou doen. Mijnheer de Boer kwam om 11u de afdeling opgereden. Opgereden ja, hij zat in een scootmobiel. Mijnheer vertelde mij dat hij al enkele jaren een dwarslaesie heeft. Hij is een paar jaar geleden van de trap afgevallen en daarbij behoorlijk verkeerd terecht gekomen. Een dwarslaesie was het gevolg. Eerst verzorgde zijn vrouw hem samen met de thuiszorg, maar sinds zijn vrouw enkele maanden geleden is overleden, is hij naar een verpleeghuis verhuisd. Erg te spreken over zijn woonplek was hij niet. De zorg was slecht, ze hadden vaak geen tijd voor hem en de andere mensen die er zitten zijn niet leuk. Hij had het er niet naar zijn zin.
De reden voor zijn komst naar het ziekenhuis was een wond op de stuit. Een doorligplek. Hij is afhankelijk van het personeel, kan zelf niet draaien in bed, kan zelf de wond niet zien. Hij voelt ook niets van die wond. “Maar stinken doet het wel” vertelde hij. Echt enorm. Vreselijk vond hij dat en hij schaamde zich er ook voor. De verpleging wisten niet meer wat te doen met die wond en hebben hem daarom naar het ziekenhuis gestuurd.
Ondertussen was de arts gearriveerd die deze wond wel eens wilde gaan bekijken. Prima. Mijnheer werd door middel van een tillift vanuit zijn rolstoel het bed in geholpen. Daar hielp ik hem de broek opendoen en een stukje naar beneden halen. Ik hielp mijnheer om op zijn zij te liggen waarbij ik hem ook vasthield. De bovenkleding hield ik wat omhoog zodat de arts goed de wond kon gaan bekijken. Deze vrouwelijk arts, in opleiding tot geriater, had de handschoenen al aan, het lampje, meetlint en wattenstokje al klaar gelegd. Voorzichtig peuterde ze het verband los. “Je mag het er gewoon aftrekken hoor”, zei de man, “ik voel er toch niets van”. Om zijn huid niet veel verder te beschadigen besloot de arts toch maar gewoon voorzichtig te blijven.
Terwijl de arts het verband aan het lospeuteren is, komt er al een lucht vrij. “Ruikt u dat?” zie de man. “Hier het begint al weer hoor, jakkes! Wat een lucht! Dat is toch niet normaal?” Nieuwsgierig naar deze wond die deze lucht kan produceren buig ik , terwijl ik mijnheer vasthoud, een stukje over hem heen zodat ik de wond van bovenaf ook kan zien. Eenmaal het verband verwijderd zien wij een ontzettend grote en erg vieze wond op het stuitje van deze meneer. Rood, geel en zwarte plekken. En inderdaad met een lucht die deed denken aan jarenlange ongewassen zweetvoeten, gecombineerd met een vleugje braaksel en aangebrand vlees. Zoiets. Vies dus.
De arts pakte de meetlint, nam netjes de maten van de wond op. Scheen met het lampje in de wond om het binnen liggende weefsel te bekijken. Ondertussen dwong ik mezelf door mijn mond te ademen. Ik had al genoeg gezien, dus ik boog mij weer terug en bleef ondertussen de man vasthouden. Hij zag het al aan mijn gezicht “het is niet best he”. ‘Nee meneer, dat is het niet ‘, zei de arts. ‘Het ziet er echt heel erg naar uit. Ik moet alleen nog even voelen hoe diep de wond is, en dan dekken we hem weer af en ga ik overleggen wat we met deze wond kunnen doen’. Ze voelt voorzichtig aan de randen van de wond. Volgt deze met haar vingers. Haar vingers verdwijnen steeds verder in deze veels te diepe wond. “Is ie erg diep?” roept de man. ‘Euh ja, ik kan mijn, euhm, mijn hele vuist erin stoppen’, zegt de arts met een wat beknepen stem. Ze wordt wat bleek en ik vraag aan haar of het wel gaat. “Tjonge, jonge het is toch wat”, moppert de man. “Ze hebben daar ook niets goed gedaan met die wond. Misschien dat ik...” Hij stopt. “Is ze nou flauwgevallen?” vraagt hij.
 ‘Ik geloof het wel ja’.
©JaneOnira

woensdag 2 november 2011

Alleen aan de keukentafel


Ze zit alleen aan de keukentafel. Haar handen met de papieren trillen. Hij wil scheiden. Scheiden. Het woord dreunt door haar hoofd. Scheiden. Scheiden. Hij wil van haar af. Niet meer met haar verder. Niet met haar en met hun kinderen. Het is over. Voorbij.
Het is al lange tijd gaande. Er speelt al veel langer iets. Voordat ze gingen trouwen had ze hem al eens betrapt met een andere vrouw. Dat heeft ze hem vergeven. Want hij was zo lief en had er echt erg veel spijt van. Hoe had ze zo stom kunnen zijn?
Hij was veel van huis. Maar ja, er moest hard gewerkt worden om het mooie huis waarin ze woonden te kunnen betalen. Hoe blij waren ze niet toen ze zwanger bleek te zijn? En hoe verdrietig toen het na al die weken dragen toch misging en ze een heel klein kindje in hun armen hielden wat nooit zal gaan ademen. Ze zucht.
Ze hebben het ook leuk gehad samen. Wat houdt ze toch veel van die man. Hij heeft haar uiteindelijk 2 kinderen geschonken. Ze zijn samen door diepe dalen heen gegaan en hebben vele hoogtepunten ook samen beleefd. De vakanties, het 2jaar wonen en werken in een ander land, de bruiloft, de kinderen. Hij was altijd zo zorgzaam. Hoe kon het toch zo gekomen zijn?
Al langer is hij weinig thuis. Ze hadden veel ruzie. Er waren schulden. Er zijn nog steeds schulden. Hij was weinig thuis, zij stond er veelal alleen voor. Ze miste hem. Dat is toch niet gek? Daar kregen ze ruzie over. Soms kwam hij helemaal niet thuis en wist ze niet waar hij was. Gek werd ze ervan.
Vorige week heeft hij het haar verteld. Er was een ander. Al een langere tijd. Hij heeft bij een andere vrouw nog 2 kinderen. Twee kinderen die bijna net zo oud zijn als de hare. Nu heeft hij een andere relatie, maar hij woont alleen. Hij had ergens een appartementje gevonden.
Ze weet niet wat ze nu doen moet. Ze is van hem afhankelijk, ook financieel. Ze heeft geen werk. Ze heeft 2 jonge kinderen. Wat moet ze nu? Ze zucht en ze weet, ze moet door voor haar kinderen. De kinderen zagen hun vader al zo weinig, en dat zal er nu niet meer op worden. Ze moet zowel een moeder als een vader voor hun zijn. En dat gaat haar lukken. Ze moet. Voor hen. Want dit verdienen ze niet.
Daar zit ze dan. Met de geopende envelop en de papieren in haar nog steeds trillende handen. Tranen die over haar wangen stromen.
© Jane Onira

dinsdag 1 november 2011

De onzin van persoonlijkheidstesten


Het schijnt, volgens een cursus dat ik aan het volgen ben, dat persoonlijkheidtesten veel gebruikt worden door psychologen.
Er zijn vele soorten persoonlijkheidstesten. Online kan je er al heel erg veel vinden. In hoeverre die betrouwbaar zijn vraag ik mij sterk af, maar ach, het geeft toch een leuke indicatie over jezelf nietwaar?
Psychologen schijnen nog regelmatig gebruik te maken van ‘de inktvlekken’. Je kent het wel; dat je een plaatje krijgt en moet zeggen wat je erin ziet. Het idee erachter is dat je iets van jezelf in jouw waarneming van het plaatje projecteert. Zie je in het plaatje bijvoorbeeld een gezicht die je aanstaart? Dan zou dat kunnen betekenen dat je een paranoïde persoon bent. Ik denk dat iedereen weer iets anders ziet en ik vraag me sterk af in hoeverre je daar echte conclusies aan kan verbinden. Uiteraard kan het heus wel ‘iets’ zeggen maar wat dat ‘iets’ dan is, is wat lastiger denk ik.
Er bestaan ook van die zelfrapportage tests. Van die vragen; ‘wat zou je doen als’? en waarbij je dan moet kiezen tussen een antwoord a, b of c. Of van die testen met stellingen waarbij je moet aangeven of je het er wel of niet mee eens bent. Of zo’n balkje met aan elke kant een ander woord dat twee uitersten van elkaar zijn en jij moet aankruisen of je vind dat het van toepassing op jou is, naar welke ‘kant’ jij het meeste neigt. Er zijn echt heel erg veel van die persoonlijkheidtesten.
Heel eerlijk? Ik heb niet zo op deze testen. Ik vraag me af in hoeverre het betrouwbaar is en of de conclusies die uit antwoorden getrokken worden wel juist zijn. Er zijn altijd nuances denk ik dan. Daarbij is sociaal wenselijke antwoorden geven al heel makkelijk. Ik denk dat je ook al snel een sociaal wenselijk antwoord geeft, dat je dat misschien zelfs sneller doet dan wanneer je er echt goed over nadenkt en echt van uit jezelf spreekt. Hoewel dat natuurlijk wel het beste is, van uit jezelf spreken. Waarom zou je jezelf anders voordoen? Er is toch geen goed of fout antwoord? Zoals al eerder gezegd, ze kunnen vast wel ‘iets’ zeggen, dat geloof ik wel echt. Maar of je iemands persoonlijkheid nou echt goed kan doorgronden door middel van het afnemen van testen? Nee dat geloof ik niet.
© JaneOnira