zaterdag 31 december 2011

Alles kan als jij het laat gebeuren


Voor de musical-kenners onder ons een misschien wel bekende zin. Ik denk dat daar ook een grote waarheid in zit.
Je hebt je leven voor een groot deel zelf in de hand. Natuurlijk zijn er altijd omstandigheden die je leven een draai kunnen geven die je niet had voorzien of niet had gewenst. Je hebt niet alles volledig zelf in de hand. Het is echter wel aan jezelf als persoon wat je ermee doet. Blijf je in de ellende hangen? Druk je het weg? Of zie je het onder ogen, volgt er acceptatie en ga je verder?
Het is altijd makkelijker gezegd dan gedaan, maar je eigen geluk ligt vaak in je eigen handen. Omdat jij de enige bent die van jezelf kan houden. Omdat jijzelf de enige bent die kan accepteren dat het leven nu eenmaal is zoals het is. Jij bent de enige die er een draai aan kan geven. Door je denkwijze te veranderen, door alles een plek te geven. De pijn onder ogen zien. Jezelf eens diep in de spiegel aankijken.
Op een dag zal ik rijk zijn.
Op een dag zal ik volledig pijnvrij zijn
Op een dag zal ik samen met mijn grote liefde herenigd zijn
Op een dag zal ik weer gelukkig zijn
Op een dag zal ik een fantastische nieuwe baan hebben
Op een dag zal ik volledig gezond zijn
Op een dag zal ik alleen maar genieten
Op een dag zal ik niet meer zo moe zijn
Op een dag zal ik ontzettend blij zijn
Op een dag zal ik stoppen met overleven
Op een dag zal ik beginnen met leven.
En die dag? Die dag komt eraan!

©JaneOnira

dinsdag 27 december 2011

Terugblikken op het afgelopen jaar


Deze tijd van het jaar, zo tegen het einde van dit jaar en bijna het begin van volgend jaar, zit weer vol terugblikken. Terugblikken op het afgelopen jaar, alle hoogte- en dieptepunten.
Mijn jaar begon goed. Hoewel geteisterd door wat lichamelijke probleempjes, begon het jaar goed. Het was leuk, het was prima. Halverwege het jaar sloeg dat om. Omstandigheden die nog altijd voortduren. Omstandigheden waardoor het jaar niet zo goed eindigt als hoe het begon, en waardoor ik er alsnog op terugkijk als een ‘zwaar jaar’.
Nu is het jaar bijna ten einde. Goede hoop heb ik voor het nieuwe jaar. Het zal nog niet denderend van start gaan, dingen hebben tijd nodig. Hopelijk zal het in het loop van het jaar beter worden. Misschien gebeuren er nog wel goede dingen, en zijn de wonderen de wereld nog niet uit.
Voor mij mag het al nieuw jaar zijn. Ik kijk er ook wel naar uit. Ik kijk liever niet meer terug naar wat dit jaar geweest is, en begin vol frisse moed aan een nieuw jaar. Natuurlijk neem je alles van het afgelopen jaar met je mee. Het maakt me ook zelfbewuster en misschien ook wel sterker, juist door die nare omstandigheden.
Hoop doet leven, en zo is het echt. Een nieuw jaar vangt bijna aan. Een jaar vol nieuwe kansen en mogelijkheden. Een jaar om nog sterker te worden en narigheid te overwinnen. Hopelijk een jaar om een periode goed af te sluiten en weer vooruit te kunnen kijken, weer beginnen met een echt, nieuw leven.
Aan goede voornemens doe ik niet. Heb ik ook nooit echt gedaan. Ik zie wel wat het nieuwe jaar mij brengen zal.Ik hoop dat in 2012 de wereld niet echt zal vergaan, want ondanks alle tegenslagen, omstandigheden en narigheid, is het leven veel waard.
©JaneOnira

vrijdag 23 december 2011

Een lekker dagje niets!


Het is nog vroeg als ik klaarwakker in mijn bed lig. Slapen lukt niet meer. Lezen lukt niet, mijn gedachten vliegen steeds weg. Ik besluit op te staan, ondanks dat het zo vroeg is.
Ik heb geen zin om te douchen. Trek een extra warme trui aan. Doe de lelijke sloffen aan mijn voeten en slof van de slaapkamer naar de woonkamer waar ik neerplof op de bank. Ik doe een poging om tv te kijken, maar er is niets bijzonders op te zien.
Ik zucht. Wat zal ik toch eens gaan doen? Ik kan van alles doen, maar heb nergens zin in. Ik had grootse plannen vandaag. Nog zoveel te doen. Nog dingen te halen in de winkels. Maar ik heb geen zin. Het is koud buiten en hoewel het zonnetje inmiddels begint te schijnen heb ik geen zin om me op te frissen, om te kleden en naar buiten te gaan. Waarom moest ik dat allemaal vandaag doen? Het kan toch ook morgen?
En zo hou ik een lui-lekker-dag. Lekker is het eigenlijk niet, want ik ben niet echt in een opperbeste stemming. Toch maakt het me niet uit. Ik ben alleen, niemand die er last van heeft dat ik ietwat chagrijnig en stinkend op de bank lig te hangen.
Uiteindelijk trekt mijn humeur wat bij en vermaak ik mij de hele dag met films en boeken. Ik sta alleen op van de bank naar het toilet en om wat eten in de magnetron te gooien. Ideaal.
Hoewel het een nutteloze dag was, denk ik dat ik het eigenlijk vaker zou moeten doen. Hoe vaak heb ik nou een dag voor mezelf? Echt voor mezelf? Hoe vaak neem je nou een dag om werkelijk niets te doen? Het is best lekker. Voor af en toe. Gewoon een dagje niets. Heerlijk. Helaas is gister alweer voorbij.
©JaneOnira

zondag 18 december 2011

Het goed bewaarde geheim


Ik zucht. Ik moet er heen maar wil niet. Ik heb geen keus, het moet een keer gebeuren. Het huis moet een keer opgeruimd worden. Volgende maand komt het weer in de verhuur en moet het huis leeg zijn. Dus ik sta voor deze taak, niets aan te doen. Ik trek mijn jas aan, pak mijn tas en loop naar buiten. Met de auto rijd ik naar mijn nichtje, we gaan dit samen doen. Gelukkig, dat scheelt weer. Gedeelde smart is halve smart zegt men weleens en dat is ook zo. Het geeft in ieder geval een geruststellend gevoel. Wetende dat je er niet alleen voor staat maar het samen kan doen.
Het is nu bijna een maand geleden dat ze overleed. Mijn tante. Mijn lieve, lieve tante. De moeder van mijn nichtje. Ook een beetje mijn moeder, ik heb erg lang bij hun gewoond omdat er problemen thuis waren. Nu moeten we haar huis opruimen. Ik zie aan het gezicht van mijn nichtje dat ze er ook geen zin in heeft. Ze ziet er ook tegen op verteld ze. Bang voor de herinneringen die ze niet weg wilt doen. Ze wilt haar moeder niet weggooien. Ze wilt niet naar dit huis waar haar moeder haar niet verwelkomen zal. Het is echter niet anders, het is iets wat moet gebeuren.
Eenmaal aangekomen bij het kleine huisje aan de dijk blijven we even in de auto zitten. ‘Kom’, zeg ik, ‘laten we maar gaan’. Met lood in onze schoenen stappen we de auto uit en lopen naar de voordeur. Met trillende handen opent mijn nichtje de voordeur en we lopen naar binnen. In de kleine woonkamer blijven we staan. Wat nu? Waar zullen we beginnen? We besluiten boven te beginnen en dan van boven naar beneden te werken. We willen alles sorteren; wat weg kan, wat we kunnen verkopen en wat we willen bewaren. We kijken dan later wel wie wat krijgt en hoe we alles wegdoen. Eerst alles maar sorteren en uitzoeken. We hebben er een paar dagen voor uitgetrokken, want ondanks dat het maar een kleine huisje is heeft tante veel spullen, en herinneringen zoek je niet zomaar even uit.
We lopen naar boven. Er is een heel klein zoldertje. Daar beginnen we. Met ons meegebrachte repen chocolade die tante zelf ook lekker vond beginnen we aan de klus. Op het zoldertje staat het barstensvol met dozen. Echt een heleboel dozen. Mijn nichtje pakt er één en ik pak er één. Alles willen we doorzoeken en bekijken, we willen het niet allemaal zomaar weg doen.
Zwijgend bekijken we de dozen. Het voelt raar. Alsof je ergens bent waar je eigenlijk niet mag zijn. Een doos met oud servies. Heel mooi nog. Dat kunnen we nog wel bewaren of verkopen. Een doos met oude tijdschriften. Volgens mijn nichtje zijn er liefhebbers die dat misschien wel willen hebben; ook bewaren dus maar. Een doos met oude banden. Videobanden. Er staan alleen jaartallen op; de data verloopt van 1987 tot 1997. In die periode heb ik bij tante gewoond maar kan niets bedenken wat op deze video’s zou kunnen staan, we hebben nooit echt video gekeken bij tante. Nichtje weet het ook niet; wat zal het zijn? We kijken elkaar aan en weten; we gaan dit bekijken. We moeten weten wat het is. Even twijfel; het is van tante en misschien is het wel heel persoonlijk. Nieuwsgierigheid wint het echter en samen lopen we de trappen weer af naar beneden. Tante heeft nog zo’n oud televisietoestel met een videorecorder. We zetten de doos naast de televisie, pakken ons meegebrachte pakjes drinken en leggen de repen chocolade op tafel.
Zijn we er klaar voor? Ja, laat maar doen. Ik ben benieuwd. Mijn nichtje zet de tv aan en stopt de videoband in de speler, drukt op play en er gebeurd niets. Er is alleen maar ruis te zien. Moet je hem niet eerst terugspoelen vraag ik? Nee zegt ze, dat was die al. Dan ineens wat gekraak en daar verschijnt een man in beeld. “Lieve kleine” hoor ik. Mijn nichtje kijkt verschrikt naar mij en roept iets. Ik hoor haar niet en kijk verbijsterd voor mij uit. Alle kleur is uit mijn gezicht weggetrokken en mijn hart bonst in mijn keel. “Lieve kleine, als je dit ziet is er iets ergs gebeurd. Dan is mijn lieve zus en jouw tante er niet meer. Lieve kleine, als eerste wil ik zeggen dat ik heel erg veel van je hou. Dat deed ik al toen je nog in je moeders buik zat, dat doe ik nog steeds en dat zal ik altijd blijven doen. Kijk deze foto heb ik pas gekregen en draag ik altijd bij me. Zo kan ik jou niet vergeten, en dat wil ik ook niet. Dat kan ik ook niet, nooit. Omdat ik van je hou en omdat het mij heel erg spijt dat ik niet bij je kon zijn. Dat ik niet in je leven kon zijn en dat ik je niet kon zien opgroeien.” Ik spring op en zet de video op stop. Mijn nichtje slaat haar arm om mij heen als ik begin te huilen.
Ik ben in de war, ik begrijp het niet. Ik wil niet verder kijken, want dit kan niet. Dit kan niet waar zijn. Dit kan niet echt zijn! Het kan gewoonweg niet. 1987... toen was hij al 4 jaar dood! Hoe kan hij die foto van mij hebben? Hoe kan het dat hij nog leeft? Waarom zie ik dat nu pas? ‘Voor antwoorden moeten we verder kijken’, zegt mijn nichtje. Ik weet het. Ik knik, doe maar, zet hem maar weer aan.
We kijken verder en het verhaal word duidelijk. Mijn vader kwam in contact met criminelen. Hij wist iets wat hij niet mocht weten en vertelde dat aan de politie. De mensen kwamen erachter en wilden wraak nemen. Daarom moest hij verdwijnen, daarom moest hij weg. En het moest snel want hij wilde niet dat ze erachter kwamen dat ik en mijn moeder er ook waren. Daarom ging mijn moeder een tijdje weg, ze was bij familie, maar naar mijn weten moest ze naar een instelling omdat ze het zwaar had met de dood van mijn vader. Ik ging naar tante, en hij was zogenaamd overleden. Neergeschoten door overvallers was wat ik wist. Hij kon niet vertellen waar hij zat, hij reist ook veel zodat ze hem nooit zouden kunnen vinden.
Video na video keken we. Elk jaar rond mijn verjaardag stuurde mijn vader een video zodat ik zou weten dat hij aan mij dacht als ik het later mocht weten. In 1997 was de laatste video. De doos was leeg en we konden niet verder. We renden weer naar boven, zal daar meer te vinden zijn? Na een aantal dozen doorzocht te hebben vond mijn nichtje tussen een stapel oude bankafschriften een echt lijkend overlijdensverklaring van mijn vader. Afgegeven op 22 februari 1998. Ik pakte het met trillende handen vast. Zal dit echt zijn? Wat is er gebeurd? Is hij gevonden door die criminelen? Waarom heeft tante dan niet eerder die video’s gewoon laten zien als hij toch al overleden was? Dan was er toch ook geen gevaar meer? Vragen, vragen, allemaal vragen. Zou er ergens in dit huis een antwoord te vinden zijn?
©Jane Onira

vrijdag 16 december 2011

Have a Merry Christmas!


Kerst. Waar ik het altijd een mooie tijd vind, mag het van mij nu wel weer voorbij zijn. Stom is het dat wanneer je in een periode zit vol met heftige gebeurtenissen en alle emoties die erbij komen kijken, dat ineens wegvalt. Dat je er echt geen zin in hebt. Dat je rilt van al die irritante kerstliedjes op de radio. Dat je jezelf irriteert aan al dat kerstgedoe op tv of bij alles wat je dan ook maar door de brievenbus krijgt. Dat je de winkels zoveel mogelijk probeert te mijden. En mensen al helemaal. De vraag “En, wat ga jij doen met de feestdagen?” kan ik wel uitkotsen.
Natuurlijk zijn veel mensen zich hier niet van bewust. Natuurlijk laat ik ook niet blijken wat ik voel en denk, dat doe ik wel als ik alleen ben. Of hier, op dit witte scherm.
De kerstdagen staan voor mij voor warmte en gezelligheid. Veiligheid, geborgenheid. Het gelukzalige gevoel. Je gaat teveel denken ‘hoe het toen was’, en verlangt daarnaar. Maar tijden veranderen. Dingen gebeuren. Je leven wordt anders. Ineens is het allemaal niet zo belangrijk meer.
Ik ga werken met de kerstdagen. Heerlijk. Laat mij maar. Uit fatsoen zal ik ook zeker een familiebezoek afleggen. Meer voor hun dan voor mijzelf. Hoewel ik weet dat het best zal meevallen, en dat het ongetwijfeld ook echt leuk gaat worden, is er iets anders waar ik naar verlang. Ik zal moeten accepteren dat het nu niet zo kan zijn. That’s life.
Toch verstop ik mij liever. Lekker onder de dekens. Lekker op de bank hangen. Het gezellig hebben in mijn eentje. Allemaal lekkers kopen voor mij alleen en dan lekker veel lezen. Geen tv. Alle die zoetsappigheid hoeft voor mij niet dit jaar.
Ik kijk uit naar verder. Naar het nieuwe jaar. In de hoop dat het nieuwe jaar beter zal zijn dan hoe dit jaar geëindigd is.
©JaneOnira

donderdag 15 december 2011

Een verlate Sinterklaasviering


Afgelopen zondag was het dan zover... Met vrienden Sinterklaas vieren! Terwijl veel mensen zich klaarmaakten voor de komende Kerstdagen zaten wij zingend op Sinterklaasliedjes ons vol te eten aan pepernoten en speculaas.
Deze vriendengroep bestaat uit 6 personen. Een divers clubje. We kennen elkaar van de middelbare school. Zien elkaar als groep erg weinig, individueel worden er weleens wat afspraken gemaakt. Sinterklaas is ‘ons’ hoogtepunt van het jaar. Iets wat we al jarenlang vieren, en wat we ook blijven doen. Tradities dienen nu eenmaal in stand te worden gehouden. Het is ook eigenlijk het enige moment in het jaar geworden dat we de agenda’s trekken en een datum (dat begint al ruim van te voren, ergens wanneer de zon nog volop hoort te schijnen en iedereen met plezier buiten is) zoeken dat we ook echt allemaal kunnen. Het is ‘ons’ ding. Ons als meiden zijnde. Zonder aanhang. Gewoon lekker ouderwets samen.
Traditioneel beginnen we de avond met gourmetten. Er is goed inkopen gedaan dit jaar en de grote tafel staat vol met allerlei lekkers. We praten bij. We praten over onze levens en de gebeurtenissen die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden. We zien elkaar als groep dan weinig, maar het voelt meteen alweer vertrouwd. Er wordt druk gekletst en hard gelachen.
Enigszins uitgelaten worden we er allemaal van. We zijn druk, willen allemaal ons verhaal vertellen en de één doet nog harder zijn best om het stemgeluid boven de ander uit te laten komen. We lijken weer de pubers van toen. Schunnige grappen rollen over tafel. Er wordt gek gedaan. Precies zoals het altijd al is geweest. Precies zoals het hopelijk ook altijd blijven zal. Zorgen worden even vergeten. Er bestaat alleen het hier en nu, en deze groep meiden.
Nadat we allemaal echt niets meer opkunnen beginnen we met het Sinterklaas-dobbel-spel (Zie hier) We worden stuk fanatiek. Fanatieker dan ooit lijkt het wel. Snel dobbelen om zoveel mogelijk te bereiken in de tijd die rest. Proberen het grootste aantal cadeaus te verzamelen, en hopen om vooral niet de opdrachtkaart te bemachtigen waarbij je moet ruilen met de persoon met het minste aantal cadeaus. Proberen de cadeaus te raden. Goed voelen. Afpakken bij de één. Een iets vermoedelijk stoms weer wegleggen. We schreeuwen, zijn hebberig, fanatiek. We lachen. We lachen ons suf om de ander. We lachen eigenlijk gewoon om helemaal niets.
Dan komt het moment om de cadeaus uit te pakken. De stemming slaat wat om. De rust keert weer terug. Enkelen zeer teleurgesteld omdat ze de pech hadden geen leuke cadeaus verzameld te hebben, maar van die flauwe cadeaus waar je echt niets aan hebt en die elk jaar weer in het spel terugkomen.
Het was geweldig. Het was heerlijk. Wat doet zo’n avond je beseffen hoe belangrijk deze mensen zijn. Hoe gelukkig ik mag zijn dat ik deze mensen ken. Stuk voor stuk. Ieder weer anders, maar zo belangrijk. Even een avond onbezorgd genieten. Even niet hoeven nadenken, even niet hoeven piekeren. Gewoon een avondje lol. We zouden het vaker moeten doen.
©JaneOnira

donderdag 8 december 2011

Geen berg te hoog


Geen berg te hoog om niet te beklimmen
Ik wil deze berg beklimmen.
Ik moet deze berg beklimmen.
Ik ga deze berg beklimmen.

Alles in je leven is een keuze. Omstandigheden zijn er. Onverhoopt, onverwacht. Niets aan te doen, het is zoals het is. Hoe je ermee om gaat en wat je ermee doet, dat is de keuze.
Ik kan om die berg heen lopen. Dan maar een stukje om, ik hoef er dan in ieder geval niet overheen. Dat scheelt toch weer een hoop energie. Ik doe er dan misschien wat langer over, maar uiteindelijk vind ik wel weer een pad.
Ik kan hem negeren. Ik kan net doen alsof hij er niet is. Alsof die berg er niet staat. Ik wals er zo over heen. Met gemak. Of ik doe alsof. Ik ga gewoon over die berg, doe net alsof het me niets doet.
Ik kan hem kleiner maken dan hij werkelijk is. Dan kost het me ook niet zoveel energie en weinig tijd.
Groter maken, dat kan ook. Er lang over doen, goed nadenken hoe te klimmen. Die berg nog hoger maken dan hij werkelijk is. Het moeilijk voor mezelf maken.
Ik kies ervoor om hem te beklimmen. Dat kost energie. Dat is ook zoeken naar het juiste pad en de juiste klimtechniek. Er zitten steile stukken bij, maar ook goed begaanbare paden. Het zal niet altijd makkelijk zijn, en soms ook wel. Maar ik ga er wel van genieten. Ik zal rijker worden van deze tocht. Ik zal kennis opdoen, vaardiger worden. Ik zal genieten van het uitzicht. Van die kleine punten, dat als je naar beneden kijkt, je weet dat er al een overwinning is behaald. En nog meer zal ik genieten als die top is bereikt. Want dat is waar ik voor ga. Dat is waar ik naar toe ga. Hoe hoog die berg ook mag zijn.
©JaneOnira

maandag 5 december 2011

Love the music!


Ik word wakker. Ik voel me suf. Eigenlijk wil ik nog veel en veel langer slapen maar dat kan niet. Er moet wat werk verricht worden. Heel veel werk eigenlijk. Lekker luieren hoort daar niet bij, en zit er dus vandaag niet in.
Ik stap met mijn suffe kop onder de douche en kleed me aan. Trek mijn trui binnenstebuiten aan, ik ben duidelijk nog niet wakker. Een ontbijtje volgt. Nog steeds duf. Het omschakelen van nachtdiensten valt altijd zwaar. Een gevoel van een kater te hebben zonder de plezier van de alcohol.
Met mijn brakke hoofd kruip ik achter de computer. Naast mij ligt het veels te lange ‘to do’ lijstje. Ik zucht en wend mijn blik af. Daar heb ik zo geen zin in. Maar goed, wat moet dat moet. Zo gezegd zo gedaan en ik begin aan mijn to do lijstje. Langzaamaan werk ik het een na het andere af. Langzaamaan want echt wakker worden lukt niet. Ondertussen heb ik de radio aan gedaan, ik had wel trek in wat muziek op de achtergrond. Alleen dat gepraat tussendoor, de reclameblokken, het nieuws. Het leidt me af en het irriteert me mateloos.
Ik lees wat blogjes waaronder die van mijn broer. Hij schrijft over Spotify. Een programma om muziek te luisteren. Gratis en voor niets. Waar veel muziek te vinden is. Ik had er wel eerder al wat over gelezen maar nam het niet zo serieus. Nu mijn broer erover schreef heeft het me overtuigd. Ik zoek de site, lees het amper en download het programma. Terwijl de regen hard tegen de ramen slaat, verdrink ik mij in de muziek. Bekend en onbekend. Dansend en wegdromend. I love the music!
Hoe heerlijk is het om je te laten meevoeren op de klanken van de muziek, het ritme of de woorden die gezongen worden. Muziek dat mij raakt. Muziek dat komt tot in de ziel. Muziek waar je kippenvel van krijgt. Heerlijk is dat. Muziek raakt. Muziek beweegt.
Oja, ik had een to do list om af te werken...


©JaneOnira

zaterdag 3 december 2011

Het stormt. Overal


Ze kijkt om zich heen. Geen verdachte figuren. Geen vreemde auto’s. Geen mensen in geparkeerd staande auto’s. Gelukkig, dat is een opluchting. Maar toch, je weet maar nooit. Ze is en blijft op haar hoede. Ze kan ook niet alles zien. Ze kan niet te opvallend om haar heen gaan zitten kijken, ze hoeven niet te weten dat zij ze doorheeft. Want ja, dat heeft ze. Ze weet dat ze kunnen komen. Haar droom van vannacht bevestigde dat gevoel alleen maar. Het liefst verstopt ze zich in de bescherming van haar huis maar de boodschappen moeten ook gedaan worden.
Het gewone leven gaat door. Mooi weer spelen voor de buitenwereld. Vriendelijk glimlacht ze naar de meneer met de hond ‘Goedemorgen!’. Als je me wat doet dan heb jij een probleem denkt ze. Ze weet heel goed hoe ze zichzelf beschermen kan.
Daar, de supermarkt. Ze snel mogelijk boodschappen halen. Ze voelt zich niet veilig. Ze had gister al een lijstje gemaakt, ze weet precies wat ze in de winkel nodig heeft en waar dat ligt. Enigszins behoedzaam maar snel loopt ze doelbewust door de winkel. Bedacht om de mensen om haar heen. Die man daar. Of die blinde vrouw. Na haar droom weet ze dat hij ook heel goed een vrouw zou kunnen sturen. Snel, snel, ze moet hier weer vandaan. Ze wordt steeds meer gespannen. Dit is niet goed denkt ze en ze is blij als ze eindelijk aan de beurt is bij de kassa.
Even een voorzichtige blik naar achteren. Wie staan er nog meer bij haar in de rij? Hm, die man. Hij heeft alleen maar croissantjes en een blikje cola. Uitermate geschikt voedsel. Ringetjes in zijn oren. Norse blik. Tatoeages en een houding wat agressiviteit uitstraalt. Haar hart bonst in haar keel. Dat zou zomaar kunnen. Ze weet ergens wel dat ze nu heel vooroordelend bezig is. Maar wat moet ze anders? Ze moet er wel op bedacht zijn, het kan niet anders, ze moet en zal overleven. Hoe dan ook.
Naar huis, naar huis denkt ze. Maar niet zomaar. Hij weet waar ze woont. Hij weet het. Hij weet de straatnaam, dat is zeker. Weet hij ook het huisnummer? Ze weet het niet. Misschien niet. Daarom moet ze voor verwarring zorgen. Gelukkig is er een gezamenlijke fietsenstalling onder de flat. Met een korte binnendoor weg in kleine straatjes tussen de huizen door fietst ze snel naar huis. Snel, sneller, ik moet hem voorblijven.
Als ze deur van de ingang van de fietsenstalling opendoet kijkt ze stiekem snel om haar heen. Niemand te zien. Ze verdwijnt naar binnen, stalt haar fiets en rent naar boven. Snel de derde verdieping doorlopen, achteraan twee trappen omhoog, snel weer naar beneden via de andere trap aan de andere kant van het immens grote flatgebouw, de hoek om en daar is ze weer. Thuis.
Zachtjes doet ze de deur open en haar hand glijdt weer in haar tas. Ze pakt het stevig beet om even de zekerheid te voelen, glipt naar binnen en doet de deur geruisloos achter haar weer dicht. Dat heeft ze nu al zo vaak gedaan, dat kan ze wel. Snel op het veiligheidsslot.
Stilletjes beweegt ze zich door het huis. Alle kamers loopt ze langs. De slaapkamer, onder het bed, in de kast. Niets. De keuken en de badkamer. Niets. De rommelkamer, niets. In de kasten? Niets. De woonkamer, onder de bank en om de hoek op het balkon. Niets. Er is niemand. Ze checkt de balkondeuren en de ramen. Alles is nog dicht. Ze loopt terug naar de voordeur en steekt haar sleutel in het slot. Ook deze deur is nu op slot.
Nogmaals maakt ze een rondje door het huis. Ze moet er absoluut zeker van zijn. Er is niemand. Gelukkig denkt ze en haalt haar hand weer uit de tas. De tas die ze overal meedraagt en continu bij haar heeft. Behalve op het werk, daar kan het niet. Maar dat is niet erg, ze heeft daar genoeg andere middelen tot haar beschikking. Ze weet hoe ze zichzelf moet verdedigen, ook daar.
Ze checkt de huistelefoon. Niemand heeft gebeld gelukkig. Ze checkt haar mobiele telefoon. Hoewel ze die uiteraard bij zich had moet ze toch even controleren of ze niet een oproep gemist heeft. Door het fietsen en de rumour van de supermarkt kan het maar zo zijn dat ze het niet gemerkt heeft dat de telefoon is overgegaan. En ja hoor, daar staat het. Een gemiste oproep. Ze tikt op het touchscreen. Een gemiste oproep van een geblokkeerd nummer. Haar hart bonst in haar keel. De gordijnen denkt ze ineens. De gordijnen achter waar ze vanochtend achter haar laptop even heeft gezeten staan nog open! Hoe stom kan ze zijn! Dat mag nooit maar dan ook nooit meer gebeuren, zo spreekt ze zichzelf streng toe.
Voorzichtig loopt ze naar de gordijnen. Zodanig dat ze van buitenaf zeer waarschijnlijk niet te zien kan zijn. Ze pakt een stuk van het gordijn en trekt de ene kant snel dicht. Nu de andere kant, dat is lastiger want daar heeft ze geen muurtje waar ze zich achter kan schuilen. Stel dat zij vanaf buiten haar in de gaten houden en haar de gordijnen zien dichtdoen? Dan weten ze het. Dan weten ze precies waar ze woont en dat ze nu thuis is. Dat mag niet. Ze bukt zich en kruipt onder het raam door naar het andere gordijn. Pakt deze onderaan vast met haar hand en trekt ook die snel dicht. Nog een geluk dat dit zo’n makkelijke gordijnrails is die goed meegeeft.
Stom, stom, stom van haar denkt ze. De gordijnen moeten gewoon dicht blijven, klaar. Maar de zon scheen zo lekker vanochtend, zegt een stemmetje in haar hoofd. Nee denkt ze, veiligheid voor alles. Die gordijnen blijven dicht.
Dan schiet het haar ineens weer te binnen; ze was gebeld. Geen voicemail? Even checken. Nee, geen voicemail. Vreemd denkt ze, meestal laat hij wel een bericht achter. Erg vreemd. Wat betekend dit nu weer? Ze staart peinzend voor zich uit. Het tijdstip! Hoe laat heeft hij gebeld? Ze checkt haar telefoon. 8.48uur staat er... Dat was.. Ze moet even nadenken, toen ze ongeveer de supermarkt uitliep? Ja dat was het! Dus toch! Oh God denkt ze; sta mij bij. Ze moet de voorbereidingen treffen. Ze moet er klaar voor zijn mochten ze hier komen. Ze moet het zekere voor het onzekere nemen. Hij komt te dichtbij. Ze heeft geen keus. En ondertussen zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Weer een nieuw huis, een nieuwe baan en een andere naam. Ze moet wel. Het kan niet anders. Kostte wat het kost, ze moet.
Een uurtje later is ze klaar met de voorbereidingen in huis. Uitgeput zit ze op de bank. Straks zoekt ze wel naar nieuwe woonruimte en dergelijke. Nu even bijkomen. Ze zit daar rustig. Kalm. Beheerst. Ze voelt zich beter nu en grinnikt in haar zelf. Kom maar denkt ze. Kom maar stommeling. Ik ben er klaar voor. Helemaal klaar. Kom maar en mijn wraak zal zoet zijn. Ik moet wel. Ik moet alles geven. Als ik dit wezentje maar beschermen kan denkt ze en legt haar hand op de steeds dikker wordende buik. Kom maar.
©JaneOnira

donderdag 1 december 2011

Hoop doet leven


Stilletjes kijk ik voor me uit. Heb ik het goed gedaan? Heb ik het juiste gezegd? Heb ik goed gehandeld? Wat denkt de ander? Gelooft hij mij? Vind hij hetzelfde als wat ik vind? Kan hij zich vinden in wat ik heb gezegd? Is dit eindelijk iemand die niet denkt dat ik naïef ben? Is het iemand die hetzelfde ziet als ik?
Ik hoop het allemaal.
Soms gebeuren er dingen in het leven die je liever anders had gezien. Dingen die gezegd of gedaan zijn. Dingen die onomkeerbaar zijn. Gebeurd is gebeurd. Zo is het leven.
Je zou willen dat je de tijd kon terugdraaien, zodat je alles anders had gedaan. Maar heeft dat ook zin? Misschien zijn het juist die dingen in het leven die je leven zo waardevol maakt. Slechte dingen kunnen altijd weer goed uitpakken. Je gaat terug naar de basis, leert weer om hele kleine dingen te waarderen. Misschien is het dan toch ergens goed voor. Je groeit, je wordt er sterker van.
Lastig is het ook om er vrijwel alleen voor te staan. Niemand die het helemaal begrijpt. Niemand die voelt wat ik voel. Iedereen die twijfels heeft en het allemaal niet begrijpen. Begrijpen doe ik het ook niet, en ik weet ook niet of begrip ooit zal komen. Sommige dingen zijn gewoon moeilijk te bevatten en niets is moeilijker te begrijpen dan de menselijke geest.
Dan heb je ineens een gesprek en krijg je een beetje het gevoel dat iemand je wel begrijpt. Dat alle anderen het fout hebben en dat je eigen gevoel goed is. Iemand die ziet wat ik ook zie. Iemand die denkt wat ik ook denk. Een extra bevestiging aan mijn gedachtes. Extra hoop levert het op. Extra kansen.
De tijd zal het moeten uitwijzen. Misschien valt het allemaal toch weer tegen. Wijze lessen zijn geleerd. Ik reken nergens op. Ik verwacht niets. Ik hoop alleen maar.
Omdat hopen nooit slecht is. Omdat hoop doet leven.
©JaneOnira

maandag 28 november 2011

Rijmen en dichten... Dat kan ik zonder mijn hemd op te lichten


Sinterklaas. Sinterklaasvieringen. Geweldig vond ik het altijd. Niet om het maken van een surprise. Nee, alsjeblieft zeg. Ik ben zo niet creatief en surprises werden nooit zoals ik het wilde. Ach. Dat compenseerde ik dan wel met een gedicht.
Een Sinterklaas gedicht maken. Ja dat kon ik wel. Het liefst zo lang mogelijk ook. Ik heb eens 12 A4’s volgeschreven, aan elkaar geplakt en opgerold. Was erg leuk voor degene die het voor moest lezen. Geweldig! Ik zie het nog voor me.
Tegenwoordig vier ik niet echt Sinterklaas meer. Niet meer met lootjes trekken of met surprises maken. Ook geen gedichten dus. Wij doen met vrienden een Sinterklaas spel, ook erg leuk (Zie ook hier)
Toch mis ik dat dichten wel. Het echte Sinterklaasdichten. Dat vond ik toch zo leuk! En het liefst dan ook een beetje venijnig want ik vind dat het mag op Sinterklaas. Alle nare karaktereigenschappen of gebeurtenissen het afgelopen jaar komen dan langs, daar kom je bij mij niet onderuit.
Vorig jaar heb ik nog 2 collega’s blij gemaakt met mijn gedichten voor hun lootje. Geef mij een paar omschrijvingen van de persoon, het cadeau, surprise en eventuele details die je in het gedicht wil hebben en voila, ik bedenk wel wat. Ik moet er even voor gaan zitten en dan komt er wel wat. Ik vind het ook gewoon leuk om te doen.
Dit jaar mag ik een gedicht bedenken voor mijn nichtje. Ze heeft haar vader getrokken. Gnegne. Leuker dan dat kan niet, daar kan ik wel weer mijn lol mee op. Ze heeft me ook erg leuke details gegeven die ze er in wil hebben. Ze was het met mij eens dat we het zo gemeen mogelijk moeten maken, wat ook erg past bij de onwijs smerige surprise die ze voor hem heeft bedacht. Een lekker lang gedicht gaat het ook worden, want ja, hij houdt niet van lezen.
Dus.. laat ik eens een kopje thee zetten. Een schaaltje pepernoten erbij, en laat ik dan eens lekker gaan dichten...
Sint en Piet zaten te denken....
©JaneOnira

zondag 27 november 2011

Met dikke tranen


Ik rijd naar huis. In de auto laat ik de tranen de vrije loop. Het is zoals het is. Ik ben alleen.
Het was een lange dag. Een dag vol gezelligheid. Een dag vol plezier en veel lachen. Met veel mensen om mij heen. Een aantal mensen die alles weten, en een hoop mensen die van niets weten. Ik zat daar, het was leuk, maar ik voelde mij alleen. Ik had daar niet alleen moeten zijn. Ik daar niet alleen hoeven te zijn. Het gemis is groot. Misschien nog wel groter dan ooit. Dit is confronterend.
Ik hou mij groot. Ik verdring mijn gedachten en de pijn. Ik praat volop mee en ik lach soms misschien net iets te hard. Ongemak wat ik niet wil laten zien, wat ik niet wil laten blijken. Want ik ben niet zielig en alles gaat goed.
Op weg naar huis gaat het niet meer. Op de achtergrond klinkt een te bekend nummer en de tranen rollen over mijn wangen. Geen hysterische huilbui. Alleen maar tranen.
Ze bleven rollen. Dikke tranen over mijn wangen. De hele rit naar huis.
Eenmaal thuis slaak ik een zucht. Wat een opluchting. Soms is het fijn en moet je ook aan die tranen toegeven.
Ik ga slapen en ik droom.
Ik ren. Ik ren harder. Nog harder. Weg, weg van hier. Ik wil hier niet zijn. Weg moet ik. Ver weg.
Daar bomen. Even bijkomen. Even terug op adem komen. Een slokje water drinken. Tot rust gekomen.
Daar. Weer gaan. Rennen. Ik vlieg. Ik kan niet meer. Ik vlieg en ik vlieg. Ik vlieg weg van hier. Ik vlieg naar daar waar niemand me kent. Daar waar ik gewoon ik mag zijn. Daar waar geen zorgen zijn. Daar waar daar gewoon is.
Een gelukkig leven. Huisje, boompje, beestje. Het was de reis waard.
©JaneOnira

zaterdag 26 november 2011

Leuk! Spellen spelen!


Uren kan ik mezelf ermee vermaken. ’s Avonds, voor het slapengaan even ter ontspanning een half uurtje spelletjes spelen. Heerlijk.
Een echter gamer wil ik mijzelf absoluut niet noemen. Voor mijn idee is en gamer iemand die echt fanatiek allerlei spellen speelt. Zo fanatiek ben ik niet. Zo veel bijzondere spellen speel ik niet. Het is ook zeker niet continu, het is een periode van komen en gaan.
Ik heb een DS. Een felroze. Zo leuk. Ik heb verscheidene spellen in mijn collectie maar mijn favorieten zijn toch wel de avonturenspellen of puzzelspelletjes. Tegenwoordig heb ik een nieuwe verslaving; spelletjes spelen op mijn telefoon.
Sinds ik een aantal maanden geleden toch maar eens een smartphone heb uitgezocht bij het verlengen van mijn abonnement speel ik mij ook suf op mijn telefoon. Ik geloofde er eerst niet zo in. Een smartphone? Wat moet ik daar nou mee? Internet had ik al op mijn laptop dus waarom dan een smartphone? Maar ach, die aanbieding was wel erg voordelig en die telefoon wel leuk... vooruit dan maar. Ik heb het geweten.
Het leuke van zo’n telefoon is dat je er allerlei app’s op kan zetten. ik heb er veel. Nieuws, maar vooral ook spellen. Games dus. En nu heb ik een nieuwe. Verslavend.
Mijn laatst aangeschafte game heet 101 Games+3. Spannende naam zal je denken. Nee, spannend is het niet. Verslavend, dat dan helaas weer wel. Zoals de naam het al zegt staan er veel kleine spellen op. Het nadeel is dat het merendeel van die spellen vrijgespeeld moeten worden door een x-aantal punten te halen. Een heleboel punten. Kortom je moet allerlei kleine spelletjes steeds weer opnieuw spelen om genoeg punten te halen om een volgend spel te kunnen ‘unlocken’. Hoe verslavend is dat? Heel erg kan ik je vertellen. Dat wil zeggen; als je net zo bent als ik. Ik die ervan houd om allerlei kleine spelletjes te spelen en nieuwsgierig is naar welke andere kleine spellen erop staan. Oké, de spellen zijn niet allemaal even leuk, zeker niet als je ze voor de honderdduizendste keer speelt, maar ach hè. Het bied wat ontspanning. Het is leuk. En ik wil gewoon weten welke spellen er nog meer op staan.
Dus dat. Vandaag is een lekkere vrije dag. Ik hoef me niet te vervelen. Nog genoeg spellen om vrij te spelen. Adieu!
©JaneOnira

donderdag 24 november 2011

Spinsels uit hoofd en hart


Ik zou willen dat ik dingen naar mijn hand kon zetten. Dat ik de tijd terug kon draaien of juist vooruit spoelen. Dat dingen niet gebeurd zijn of alweer lang geleden. Dat de gevolgen en het leed gedragen is en er weer vooruit gekeken kan worden. Dat je weer gelukkig bent met het leven. Dat je plezier hebt in je leven. Dat je er van geniet.
Soms zijn er tegenslagen in het leven. Onvoorziene tegenslagen. Ergens had je het misschien wel gezien of al voelen aankomen maar dacht dat je het verbeelde. En dan blijkt een grote angst waarheid te worden. Dan voel je je schuldig; je had eerder al kunnen ingrijpen. Je had meer kunnen doen en het had helemaal niet zover hoeven komen. Als je maar een beetje strenger was geweest.
Iedereen maakt keuzes in zijn en haar leven. Die keuzes zijn niet altijd even verstandig. Zijn niet altijd goed of fout. Zijn niet altijd de beste.
Jezelf kwellen met de ‘waarom’ vraag heeft weinig zin. Jij bent niet degene die de keus heeft gemaakt, maar dat is die ander geweest. De ander heeft een foute keus gemaakt. Heeft daar de redenen voor gehad. Heeft er spijt van en leert ervan. Jij had het kunnen voorkomen. Misschien. Maar daar is het nu te laat voor. Veels te laat en de gevolgen moeten gedragen worden. Niets daaraan te doen. Het enige wat je kan doen is ervan leren. Leren voor de toekomst. Hoe voorkomen we deze keuzes? Hoe gaan we uit dat wereldje? Hoe maken we een beter leven voor onszelf? Want als we dat niet doen hebben we samen geen lang leven meer.
Er zal het een en ander gaan veranderen. Moeten veranderen. Bij ons allebei. Ik ben daartoe bereid. Ik wil ervoor vechten. Of hij dat ook wil is de hoop. Hij zegt van wel, straks, over een poosje, moet hij het ook daadwerkelijk laten zien. Vertrouwen moet weer worden opgebouwd. Samenwerken aan een verder leven. Een nieuw leven. Een ander pad wat leidt tot een nieuwe weg.
Misschien blijkt later dat deze periode wel erg goed voor ons is geweest. Ik hoop het. We zullen ervoor moeten vechten. We zullen er veel voor moeten doen. Het zal niet altijd makkelijk gaan. Oude koeien zullen uit de sloot worden gehaald. Om ze vervolgens er weer in te doen. Pijn moet verwerkt worden. Alles moet een plekje krijgen. Samen sta je sterk. Als je dit eenmaal samen overleefd, dan kan je samen de hele wereld aan.
©JaneOnira

woensdag 23 november 2011

Mevrouw de Rooij


Ik was een jaar of 14 toen ik aan het bijbaantje begon. Het was mijn eerste ervaring in de zorg. Ik was jong, verlegen en ontzettend onzeker. Stiekem ook een beetje bang voor al die oude mensen achter hun deuren en in hun kleine, vaak donkere, kamers. Gelukkig kwam ik er al vrij snel achter dat niet iedere bewoner in het verzorgingshuis erg was. Sterker nog; op mijn eerste dag ontmoette ik al mevrouw de Rooij.
Mevrouw de Rooij was een ontzettend lief mens. Ik kwam bij haar ’s ochtends de pap brengen en meteen voelde ik mij op mijn gemak. Wat een aardige mevrouw en wat een leuk huisje! Zo licht en warm. Zo vrolijk. Precies zoals ik haar leerde kennen. Ze praatte altijd honderduit in een onvervalst plaatselijk accent.
In de loop der jaren leerde ik mevrouw de Rooij steeds beter kennen. Een geweldige vrouw die altijd voor iedereen klaar stond. Maar toch ook haar afstand bewaarde, want ondanks al haar vriendelijkheid was ze erg op zichzelf. Stukje bij beetje liet ze meer van zichzelf zien en vertelde mij over haar leven.
Toen ze een jaar of 16 was ging haar broer bij het leger. Hij nam een vriend mee naar huis en zij werd stapelverliefd op die jongen. Al snel trouwden ze. En hoewel ze ultiem gelukkig waren wilde haar man meer. Hij wilde haar meer bieden. Hij wilde groter wonen en had grootse plannen. Helaas voerde hij die niet op de juiste manier uit en werd gearresteerd. Acht jaar zat hij vast. Acht erg moeilijke jaren voor haar waarin ze zelf moest gaan werken en veel mensen om haar heen kwijtraakte. Dat deed haar nog altijd veel verdriet. Mensen begrepen niet dat ze achter hem bleef staan en op hem bleef wachten. Men veroordeelde hem; hij was een crimineel, een leugenaar en het niet waard om mee om te gaan. Zij zag echter heel wat anders. Ze hield van hem en wist wie hij werkelijk was. De liefde zat zo diep en was er nog altijd als ze over hem tegen mij sprak. Ze wist dat hij een goed hart had en was niet van plan hem in de steek te laten.
Hele brieven schreven ze elkaar. Brieven die nog bewaard bleven in drie schoenendozen in de kast. Toen hij vrij kwam moesten ze weer erg aan elkaar wennen, er moest weer een vertrouwen worden opgebouwd. Maar ze voelde zich intens gelukkig. Het had hen allebei veranderd, maar wel ten goede.
Graag wilden ze nog een kindje, helaas is dat nooit gelukt. Vlak nadat hij vrij kwam werd hij ziek en stierf al snel. Mevrouw de Rooij verloor in de tijd erna ook kort achter elkaar haar ouders en jongere zusje, de enigen die nog met haar om wilde gaan. Haar broer wilde geen contact meer en zo bleef ze alleen achter. Ze had helemaal niemand. En nog steeds niet. Er was niemand meer die ze echt toeliet in haar leven.
Deze vrouw had veel meegemaakt. Zoveel leed en teleurstelling doorstaan. En toch altijd vriendelijk, beleefd en behulpzaam naar iedereen toe. Achter dat vrolijke, mooie, lieve masker lag zo ontzettend veel leed. Ze is altijd alleen gebleven.
©JaneOnira

maandag 21 november 2011

Harde schijf en ander computerleed


De computer... Of in mijn geval, de laptop... Wat een uitvinding! Echt waar; ik zou het ding niet meer kunnen missen. Maar ach, wat krijg je er soms ook ontzettende hoofdpijn van.
Iedereen kent het wel; programma’s die traag zijn, vastlopen, of dingen doen die jij eigenlijk niet wilt. Het is de vraag of het daadwerkelijk aan de computer annex laptop ligt dan wel aan de gebruiker. In mijn geval zou dat laatste zomaar kunnen zijn. Ik ben namelijk niet een erg handige computergebruiker. Enkele collega’s op mijn werk vinden van wel, maar ja die zijn een stukje ouder en hebben het computertijdperk nooit echt meegekregen. Ik mag ook niet klagen hoor, ik weet er aardig mijn weg mee. Wat ik wil lukt meestal wel. Uiteindelijk dan. Na uren zoeken, googlen en uitproberen. Je reinste tijdverspilling, maar goed, doel bereikt.
Vandaag is echter een slechte dag. Ik dacht heel enthousiast; laat ik eens die foto’s op de computer gaan zetten die ik straks nodig heb. Dus ik heel hard het programma zoeken waarmee ik de foto’s altijd bekijk en eventueel iets bewerk. Zoeken, zoeken, zoeken. Niet te vinden. Googlen dan maar. Google is your best friend. De mijne in ieder geval, zou niet weten wat ik zonder Google moet. Hoe had ik anders moeten weten over het bestaan van Xead of hoe ik het beste mijn gordijnen kan wassen? Precies, dat bedoel ik. Zo handig.
In ieder geval, op zoek naar dat ene programma dus. Leuk, ik dacht iets gevonden te hebben. Nog gratis ook! Downloaden maar. Dacht ik. Het downloaden lukte wel. Na het klikken op het woord ‘downloaden’ is daar niet veel aan. Het programma openen is echter een probleem. Wat blijkt? Het is een update, je moet er een eerdere versie van op je computer hebben staan. Dat is juist het probleem. Zucht. Verder zoeken dan maar.
Helaas, niets te vinden, niets werkt. Toch begrijp ik het niet. Waar is dat programma toch gebleven? Hij stond toch wel op mijn computer, ik weet het zeker.
Dan gaat er ineens, een beetje te laat, een lampje branden. Die harde schijf. Die was kapot gegaan. Alles kwijt. De harde schijf was niet meer te redden. Back-ups? Euhm. Nee die had ik niet. Misschien van een paar foto’s en documenten maar dat was het dan ook. Helaas pindakaas. Er is een nieuwe harde schijf in dit machientje gekomen. Vandaar dus ook geen programma. Balen. De enige oplossing lijkt een betaalde versie te zijn. Joepie. Even doorsparen dus. Of nog even doorzoeken. Wie weet, is er ergens toch nog een gratis versie te vinden.
©JaneOnira

zondag 20 november 2011

Het leed dat schoonmaken heet


Een leed voor mij dan hè. Schoonmaken. Ik heb er echt een hekel aan. Hekel hebben aan is misschien niet de juiste omschrijving, maar je begrijpt wat ik bedoel toch? Het niet leuk vinden om schoon te maken. Dat dus.
Het is iets wat moet. Je doet er niets aan. Als je het zelf niet doet dan moet je maar iemand inhuren om het voor je te doen. Doe je dat ook niet, dan zou je theoretisch gezien er ook voor kunnen kiezen om het gewoon maar niet te doen.
Mijn onderbuurvrouw denkt daar zo over. Schoonmaken? Wel nee, dat is toch niet nodig. Zeker niet als je met zijn drieën in een klein flatje woont en ook nog 4 katten in huis hebt. Gevolg; ik als bovenbuurvrouw heb last van stank. Echt een hele vervelende lucht. En wat nog mooier is; vliegen. Hordes vliegen. Van die heerlijke dikke groene vliegen. Die strontvliegen, je weet wel. Ze vlogen tot voor kort door mijn keuken en in het trappenhuis. Waar ze vandaan kwamen wist ik in eerste instantie niet. Ik had nog geen link gelegd met de niet-schoonmakende onderbuurvrouw.
Totdat ik de onderbuurvrouw van de onderbuurvrouw tegenkwam. (snapt u hem nog) Die had haar bovenbuurvrouw dat mijn onderbuurvrouw is, gesproken over de stank en vliegenoverlast. Onze beste buurvrouw vertelde dat ze misschien toch maar eens de kattenbak moest gaan schoonmaken. Waarop de onderbuurvrouw van de onderbuurvrouw vroeg of ze niet meteen het hele huis eens kon schoonmaken omdat als de buurvrouw haar deur al open doet er al een heerlijke geur de gang in komt.
Zo gezegd zo gedaan, en enkele weken na dat bewuste gesprek heeft de onderbuurvrouw eens het huis, en de kattenbak, schoongemaakt. Heel fijn. De vliegen zijn weer weg. (Maar de verdelgerspray staat nog klaar, voor de zekerheid) Een weeïge geur steekt zo nu en dan weer de kop op. Ik weet dat de onderbuurvrouw van de onderbuurvrouw er nog meer last van heeft en regelmatig bij de onderbuurvrouw op de stoep staat. Mooi, hoef ik dat lekker niet te doen. (tja, gemakzuchtig ben ik ook)
Maar goed, klagen over een ander, al weet ze dat zelf niet, betekend natuurlijk wel dat je zelf enigszins het goede voorbeeld moet geven. Nou ben ik ook niet zo’n viespeuk hoor, weken in een huis leven zonder op z’n minst een stofzuiger te pakken kan ik niet. Echter is het ook niet mijn hobby. Een noodzakelijk kwaad is het. Een kwaad wat weer heerlijk is als het achter de rug is. Niets is heerlijker dan een schoon en fris huis...
Toch maar even aan de slag dan maar...
©JaneOnira

zaterdag 19 november 2011

Ooit komt die dag...


Starend naar het scherm
Een leeg scherm nog niet gevuld
Onrust in het hart
Onrust in het hoofd
Waar het wit wit blijft
en langzamerhand toch gevuld word
Met zwarte letters
die betekenisloos zijn
Onrustige gevoelens
verjagen de woorden
Onrustige gevoelens
maken geen zinnen
Dagen duren lang
weken zijn er voorbij
Maanden is het al aan de gang
hopelijk is het volgend jaar voorbij
Waar buiten de zon door de wolken schijnt
waar kinderen spelen
Waar vogels fluiten
zo ben ik hier alleen
De klok tikt langzaam weg
weer een paar minuten voorbij
Een paar minuten volledige stilte
gestoord door het bonzen van mijn hart
Een hart vol verlangen
een hart vol pijn
Een hart vol verdriet
een hart zo alleen
Een koud huis
een lege koelkast
Een holle spaarvarken
een portemonnee niet gevuld
Lichamelijke kwellingen
pijnlijk overal
Niet lang kunnen zitten of staan
niet meer aan het werk kunnen gaan
Tranen vullen mijn ogen
knopen mijn buik
Onrust in het hele lijf
Een hart dat blijft kloppen
Verlangen naar betere tijden
Verlangen naar de toekomst
of juist naar gewezen tijden
en in de goede blijven hangen
Op een dag zal alles voorbij zijn
dan is het leven weer mooi en goed
Dan straalt de zon
Opent de bloem zich
Die dag..
Ik hoop dat die snel komen mag.
©JaneOnira

vrijdag 18 november 2011

Een heerlijke dag!


Ik rek me uit. Het besef is er; heerlijk, een vrije dag. Behalve het oppassen vanavond heb ik geen verplichtingen. Hoe lang is dat wel niet geleden? Hoe lang is het geleden dat ik echt een vrije dag had, zonder verdere afspraken? Ik denk na, maar ik kan het me niet meer herinneren. Het moet alweer een tijd geleden zijn.
Dagen worden gevuld met werk, af en toe oppassen, twee keer in de week fysiotherapie en afspraken. Iemand hier, iemand daar. Regeldingen, maar ook leuke dingen. Instanties, vrienden en familie. Een druk bestaan soms.
Vandaag is een heerlijke vrije dag. Hoewel ook deze niet helemaal vrij is, want ja, het oppassen vanavond. Maar ach, dat is dit keer de avond. De kinderen liggen dan al op bed. Ik zet de tv aan en kan daar lekker op de bank zitten en naar The Voice of Holland kijken.
Ik besluit nog een poosje in bed te blijven liggen, wel zo lekker. Lees een hoofdstuk uit mijn boek en speel een spelletje op mijn telefoon. Dan ben ik het zat en sta ik toch op. Na een heerlijke douche en een uitgebreid ontbijt, besluit ik eens het huis schoon te maken. Ik vind dat zeker niet een leuk klusje, zie dat echt als een noodzakelijk kwaad, maar vandaag voel ik mij zo dat ik het geen probleem vind. Muziekje aan en gaan. Een paar uur later zit ik heerlijk aan een omelet. Die had ik wel verdiend vond ik. Nog even wat schrijven hier. Wat lezen daar. Nog even wat koken voor ik naar het oppasadres ga en zo vliegt een dag voorbij.
Tot morgen!
©JaneOnira

donderdag 17 november 2011

Pas op! Hier komt de oppas!


Om een beetje extra bij te verdienen heb ik een oppasbaantje. Het was nog even zoeken want aan de grote vraag naar een oppasser op vaste dagen kon ik niet voldoen. Ik heb niet de mogelijkheid om een x aantal dagen per week op te passen. Ik heb niet de mogelijkheid om dat elke week te doen of op vaste dagen. Na lang zoeken en wachten heb ik uiteindelijk een oppasadres gevonden. Een adres redelijk in de buurt. Bij mensen die mij zo af en toe eens nodig hebben.
Zo af en toe pas ik dus op 2 kleine donderstenen van 3 en 5 jaar oud. Twee jongens. En donderstenen zijn het. Lekker druk. Veel willen en steeds maar even. Moeilijk rustig kunnen zitten. Even een boekje lezen? Dat is na 2 bladzijdes al niet meer leuk! (en dat terwijl ik meestal ‘geroemd’ wordt om mijn voorleeskunsten)
Ze probeerden mij in het begin ook erg uit. Als ’s avonds de ouders weg waren was het natuurlijk leuk om weer naar beneden te komen onder het mom van ‘ik kan niet slapen’ of ‘ik ben bang’ of ‘ik wilde nog even wat pakken’. Of overdag door honderduizendmiljoen keer te vragen of ze ‘een snoepje mogen’, ‘buiten mogen spelen’, ‘of het ene vriendje ook hier mag spelen’ om vervolgens als dat niet mocht enorme stampij te maken. Gillen, huilen, met speelgoed gooien. Ik heb het allemaal meegemaakt. En overleefd.
Nu zijn het twee schatjes. De baldadige kleine etters hebben plaatsgemaakt voor twee leuke kinderen die erg goed luisteren. Ze zijn blij als ik kom, ze vinden het leuk. Verhalen lezen kan met gemak. Met speelgoed wordt niet meer gegooid. ’s Avonds laat met smoesjes naar beneden komen gebeurd nooit meer. Er wordt niet meer gebedeld om snoep, en gillen doen ze nooit.
Ze moesten even aan mij wennen, deze twee kereltjes. Logisch ook. Waar ze bij hun ouders van alles voor elkaar kregen en er geen duidelijke grenzen waren, waren die er als ik er was wel. Ook al ‘mag het altijd van papa en mama wel’, als de oppas er was dan mocht het niet. Dan gelden er regels. Spelen mag. Af en toe een snoepje ook. Gillen niet. Met speelgoed gooien niet. Zomaar elke keer naar beneden komen als er geslapen moet worden niet.
Ik gaf ze duidelijkheid. Bij mij weten ze waar ze aan toe zijn. Bij mij gedragen ze zich. Dit tot grote verbazing van de ouders. Zij snappen maar niet dat ik hun kinderen zo leuk vind. Dat de kinderen lief zijn. Dat ze een keer geen speelgoed kapot hebben gemaakt, en dat als ze binnenkomen ze gewoon netjes lief zitten te spelen of liggen te slapen. Hoe ik dat dan voor elkaar krijg. En hoe ik dat ook uitleg, ze kunnen het niet. Ze kunnen er zelf niets mee en dus leven deze kinderen in een onduidelijk en verwarrend bestaan. De kinderen weten niet waar ze aan toe zijn. Zijn de baas over hun ouders. En ouders worden radeloos omdat ze dingen toelaten die ze eigenlijk niet willen, of gedrag zien bij hun kind waar ze niet weten hoe ze daarmee om moeten gaan. Ik ben geen pedagoog. Maar ik weet wel hoe belangrijk duidelijkheid is voor een kind. Duidelijk zijn en grenzen stellen. Zo belangrijk.
Hopelijk komt er binnenkort verandering in. Ouders ‘vonden’ ineens een folder. Ze gaan nu een cursus volgen om het gedrag van hun kinderen beter te begrijpen. Hopelijk gaan ze daar leren dat er veel van het probleem bij henzelf ligt. Dat ze leren om duidelijk te zijn en grenzen te stellen. Dat zal vast niet makkelijk zijn en een hele omschakeling betekenen voor het hele gezin. Veranderen en volhouden lijkt mij. Ik ga het merken.
Morgen mag ik weer. Even een paar uurtje oppassen, ik heb er weer zin in!
©JaneOnira
Oppassen 

maandag 14 november 2011

Die kleine meid


Als een prinsesje zit ze rechtop in bed. Haar kale hoofdje verstopt onder een vrolijk roze hoofddoekje. Gelukkig, ze voelt zich weer beter.
Vanochtend was dat wel anders. Toen was ze een klein, zielig, ziek vogeltje. Verstopt onder de dekens. Een echt meisje van 6 dat niet wilde dat er iets moest gebeuren. Hard huilen en lekker bij mama zitten om daarna weer lekker onder de dekens te verstoppen. Alleen haar voorhoofd en ogen staken boven het dekbed uit zodat ze kon volgen wat er op de televisie gebeurde. Haar favoriete tekenfilm.
Al twee jaar lang is ze aan het strijden. En nog steeds is de strijd nog niet geleverd. Ze blijft vechten, zoals het een dapper klein meisje betaamt. Sterk; dat is ze. Klein en toch ook zo groot. Haar grote zus op wie ze zo trots is. Waarbij haar ogen glimmen als ze over haar verteld. Haar grote zus, haar voorbeeld. En wat leuk als ze weer langskomt! Haar ouders die er altijd voor haar zijn. Ze wisselen elkaar af; de ene keer is vader er de andere keer moeder. Wat een lieve mensen zijn dat en zo goed voor haar. Wat een fijn gezin.
Jammer dat dit gezin zo’n enorme strijd moet leveren. Zij is ziek, die kleine meid. Maar ze vechten samen. Met z’n vieren zijn ze het traject in gegaan, met z’n vieren hopen ze er weer uit te komen.
Ziekenhuis in, ziekenhuis uit. Wat een leven. Genieten van de momenten thuis. Balen als dat weer voorbij is. Zorgen en angsten. Moed en verdriet.
Gelukkig gaat het deze middag weer beter. “Ik heb vanochtend samen met mama even keihard zitten janken”, zegt ze. Die kleine meid. Door alles ook zo volwassen. “Ik wil nooit naar het ziekenhuis. Maar dan denk ik maar, wat moet dat moet. En ik moet beter worden dus moet ik erheen. Of ik nou wil of niet. Daarom zeg ik altijd wat moet, dat moet gebeuren. Niet miepen, maar doen.” Ik slik.
Deze arme kleine meid waarbij de ziekte weer is teruggekomen. Wat hoop ik toch dat jij het redden zal. Wat hoop ik toch dat jij het overleven zal zonder al te veel resterende kwalen. Wat hoop ik dat jij hier goed uitkomt. Zodat je net zo groot als je zus mag worden.
©JaneOnira

zaterdag 12 november 2011

Hoera! De Sint is weer in het land!


Kinderen zijn al dagenlang rusteloos. Sinds het Sinterklaasjournaal van de week weer is begonnen worden er tekeningen gemaakt, liedjes gezongen en schoenen opgezocht. En vandaag was het dan zover; Sinterklaas kwam aan!
Dordrecht was het dit jaar waar de ‘echte’ nieuwe Sint zijn voet aan wal zette. Met een spannend verhaal waarbij Sinterklaas en zijn Pieten ook nog eens de verkeerde kant opgingen en het Grote Boek zoek was geraakt, kwam alles toch weer goed. Gelukkig maar.
Voor kinderen blijft dit een spannende tijd. Sinterklaas en zijn Pieten zijn toch wat enge maar tegelijkertijd ook leuke verschijningen. De spanning van het schoen zetten, cadeautjes en al het lekkere snoepgoed... Het is veel voor zo’n kinderhartje.
Maar wat een heerlijke tijd is het toch. Die spanningen die er heersen. Al dat lekkers om op te eten. de gezelligheid voor de buis waar op tv allerlei leuke en spannende dingen gebeuren. Met als hoogtepunt natuurlijk Pakjesavond waar je hoopt mooie cadeaus te krijgen. Om vervolgens even tot rust te komen tot het moment dat er de gezelligheid is rondom Kerst en wederom spanningen voor het vuurwerk met Oud en Nieuw.
Eerst deze tijd maar door zien te komen. Schoenen worden dagelijks gezet. Maar niet elke dag gevuld. De beste Sint kan natuurlijk niet elke dag langskomen, er wonen zoveel kindjes in het land! Af en toe eens wat lekkers in de schoen. Een keer een klein cadeautje. Met pakjesavond een zak vol met leuke en ook een paar praktische cadeaus. Geen dure zoals sommige kinderen dat krijgen, het moet wel leuk blijven. Lootjes trekken met vrienden. Opluchting dat er dit jaar wegens tijdgebrek bij iedereen geen surprise hoeft te worden gemaakt. Gaan rijmen omdat het gedicht wel gemaakt dient te worden. Cadeautjes inslaan voor de andere vriendengroep waar het Sinterklaasspel mee gevierd gaat worden. En ondertussen lekker veel (gevulde) speculaas, pepernoten, schuimpjes, kikkers en muizen opsnoepen. Wat een heerlijkheid. Enjoy!
©JaneOnira

donderdag 10 november 2011

De heerlijke ochtend

Hoe vermoeiend een dag kan zijn zonder dat deze echt begonnen is. Zucht.

Nee!


Zucht. Niet nu kreun ik! Niet nu al. Ik zucht. Mijn hand reikt naar de knop om het lawaai te doen stoppen. Ik zucht. Ik draai me om. Ik ga niet werken vandaag. Ik doe het gewoon niet. Ze hebben lekker pech. Ik zucht. Ik slaap weer verder.

Zucht. Kreun. Steun. Nee! Niet weer dat geluid. Zucht. Oke. Wekker uit. Opstaan dus. Werken. Bah.

Het is nog zo koud in huis. Zucht. Het is nog zo vroeg in de ochtend. Zucht. Het is nog zo donker buiten. Zucht. Ik wil niet werken. Ik heb geen zin. Ik ga gewoon niet. Ze bekijken het maar. Zoeken het lekker zelf maar uit. Zucht. Ik stop ermee. Ik ga ontslag nemen, per direct. Stom gedoe. Ik wil dit niet meer. Zucht. Gedachtes die in mijn hoofd ronddwalen. Zucht. Moe.

Ik douche. Zucht. Kleed me aan. Zucht. Ontbijt. Zucht. Maak brood klaar. Zucht. Ik poets mijn tanden. Zucht. Doe mijn haar. Zucht. Doe mijn gezicht. Zucht. Doe een parfum op. Zucht. Doe brood in mijn tas. Zucht. Pak mijn schoenen. Zucht. Trek ze aan. Zucht. Pak mijn tas. Zucht. Doe de deur open. Zucht. Doe de deur op slot. Zucht.
Loop naar de auto. Zucht. Doe de autodeur open. Zucht. Ga achter het stuur zitten. Zucht. Kijk om mee heen. Zucht. Stap weer uit de auto. Zucht. Pak het trekkertje uit het dashboardkastje. Zucht. Maak de ruiten van de auto schoon. Zucht. Kruip weer achter het stuur. Zucht. Start de motor. Zucht. Rijd achteruit. Zucht. Rijd vooruit. Zucht. Rijd weg. Zucht. Op naar werk. Zucht.

Wat een dag. En dit was nog maar de ochtend.

Zucht.


©JaneOnira
Ochtend

maandag 7 november 2011

Leven als een zombie


De wekker gaat. Is het al tijd? Ja nu al. Het opstaan is een ramp. Ik draai en woel. Ik wil er niet uit. Ik wil blijven liggen. Ik wil verder slapen. Maar het mag niet, ik moet er uit. Ik moet opstaan. Ik moet wat gaan doen. Anders slaap ik vannacht niet.
Het omschakelen na een reeks nachtdiensten; het is niet makkelijk. Zit je eindelijk in het ritme van overdag slapen en ’s nachts werken moet je weer terugschakelen naar het ‘normale’ leven. Dat doe ik dus om na de laatste nachtdienst maar 4 uurtjes te slapen, mezelf vervolgens het bed uit te schoppen, om dan ’s avonds enigszins op tijd weer het bed in te duiken. Om dan de volgende dag weer op tijd op te staan in de hoop dat er op die manier iets van ritme terugkomt. Ervaring leert dat het altijd moeilijk gaat en die nacht die dan komen gaat het zwaarst is waarbij je lang wakkeer ligt, om vervolgens overdag weer moe te zijn, op tijd te gaan slapen die avond en dan eindelijk weer in een wat ‘normaler’ ritme komt. Volgt u het nog? Nee? Is niet gek hoor. Ik volg mezelf ook niet allemaal.
Het fijne van zo’n nachtdienst is dat je tijdens de diensten, maar ook nu ik er net uit ben, je voelt alsof je enorme kater hebt maar dan zonder de plezier van de avond ervoor. Een wandelende zombie. Zeg maar niet teveel tegen mij. Laat mij maar mijn ding doen. Laat mij maar gaar zijn. Morgen zal ik mij ietsje beter voelen, de dag erna brakker dan brak. Het hoort erbij. Het is niet anders. Alles kost moeite, alles kost veel energie. Tijd om niet meer te schrijven. Even lekker lezen en dan heerlijk het bed weer induiken. Bedje; ik kom eraan hoor!
©JaneOnira

zondag 6 november 2011

De verloren tijden


Alleen zit ik hier
Alleen een beetje voor mij uit te staren
Alleen in deze kille kamer
Alleen zo zonder jou
Dagen die weken worden
Weken die veranderen in maanden
Geen tijd dat de pijn weg doet gaan
en het gemis alleen maar groter maken
Het is zoals het is
dingen nemen geen keer
het leven kent zijn up’s en downs
geen bergen te hoog om te bewandelen
Als ik toch eens
kon doen wat ik wou
Dan was je heel dichtbij me
onze hele leven trouw
Elke dag is er weer één
een dag zonder jou
Een dag te lang dat wel
maar er komt een dag dat het verdwijnen zal
Een dag dat we weer samen mogen zijn
het leed geleden genieten van elkaar
lachen, huilen, en geluk
wat verlang ik daar nu naar
De eenzaamheid is soms kwellend
Het verdriet is groot
Maar als ik aan jou denk
word ik met warmte gevuld
©JaneOnira

zaterdag 5 november 2011

In het holst van de nacht


Kon hij niet slapen. 14 jaar is hij. Vandaag slecht nieuws gekregen. Hij is ziek, ernstig ziek. Hij voelt zich niet ziek. Maar hij is het wel. Dat hebben de dokters hem vandaag verteld. Hij is in de war en voelt zich vreemd.
Zijn ouders zijn naar huis gegaan verteld hij mij. Hij is oud genoeg om hier alleen te slapen, dat vind hij niet erg. Hij is geen klein kind voor wie de ouders bij hem moeten blijven slapen.
 Alleen lukt het slapen nu niet dus is hij maar wat filmpjes aan het kijken op YouTube. Ik ga naast hem zitten. Samen kijken we naar wat filmpjes. Samen lachen we ons stuk om de nieuwste titelsong van de nieuwe New Kids film. Hij wilt de film graag zien verteld hij mij. Vorig jaar, bij de eerste film, is hij samen met zijn oudere broer geweest. Geweldig was het. Van zijn ouders mocht het eigenlijk niet, maar stiekem zijn ze toch gegaan. Hij hoopt deze film ook te gaan zien, maar zegt hij ‘misschien ben ik dan wel dood’.
We praten verder. We praten over ziek zijn. We praten over doodgaan, beter worden en genieten van het leven. Hij gaat ervoor vechten verteld hij mij. Hij gaat alles doen om beter te worden. Er is nog zoveel wat hij wil gaan doen. Er is nog zoveel om voor te leven. Geen haar op zijn hoofd die er over denkt om weg te gaan uit dit leven. ‘De haren die er nu nog op zitten dan’, grapt hij.
We hebben het over de behandeling. Die zwaar en pittig zal zijn. Die lang zal duren. Waar hij ziek van kan gaan worden. Maar ook die hem beter kan maken. De overlevingskansen zijn groot. Het is geen verloren race. We maken grapjes over hoe hij zijn vrienden het kan vertellen. Hij lacht. En geeuwt. Het was een lange dag. Echt tijd om eens proberen te slapen. Dat moet nu wel gaan lukken zegt hij, hij voelt zich weer een stuk beter. “Bedankt Jane”, zegt hij. Ik lach naar hem ‘slaap lekker jongen’.
©JaneOnira

vrijdag 4 november 2011

Stress; wat is het en wat doe je eraan?


Stress... iedereen heeft er wel eens last van. Je voelt je gejaagd, onrustig en gespannen.
Stress is een emotionele en lichamelijke reactie wanneer iemand zich probeert aan te passen aan de veranderingen in zijn of haar leven. Er verandert iets in je leven wat zowel positief als negatief kan zijn, en je wilt daar iets mee doen. Je denkt er veel aan, bent er veel mee bezig.
Een beetje stress kan dan ook geen kwaad. Veel mensen zoeken het ook op om hun leven wat opwinding te even. Wanneer er echter teveel veranderingen zijn, wanneer deze als bedreigend ervaren worden of als jij je machteloos voelt kan de stress toenemen. Je lichaam reageert; je hartslag versneld, je bloeddruk stijgt, je kan niet goed meer nadenken of een hap door je keel krijgen. Je voelt je gespannen, angstig, somber, gefrustreerd en slaapt slecht.
Je lichaam en geest zetten allerlei processen in werking zodat jij je voelt zoals je voelt. Niet goed dus. Langdurige stress kan zelfs gevaarlijk zijn, en ga jij je niet beter door voelen. Het belangrijkste is dan ook; wat kan je eraan doen?
-       De stressbezorgende gebeurtenis door acties veranderen
-       De confrontatie aangaan met de stressfactor
-       Steun zoeken
-       Probleem proberen op te lossen
-       Controle over de situatie proberen te verkrijgen (inspraak/iets doen)
-       Stress onder ogen zien en er proberen er kalm, rustig en reëel er naar te kijken
-       Ontspanning zoeken.


©JaneOnira

donderdag 3 november 2011

Zo diep? Ja, zo diep


Eens. Lang geleden was ik nog druk bezig met mijn opleiding en liep ik stage op een afdeling Geriatrie in een ziekenhuis. Een afdeling voor de oudere patiënt en bijbehorende gezondheidsproblemen.
Het was op in mijn eerste maand daar dat ik zelfstandig een opname zou doen. Mijnheer de Boer kwam om 11u de afdeling opgereden. Opgereden ja, hij zat in een scootmobiel. Mijnheer vertelde mij dat hij al enkele jaren een dwarslaesie heeft. Hij is een paar jaar geleden van de trap afgevallen en daarbij behoorlijk verkeerd terecht gekomen. Een dwarslaesie was het gevolg. Eerst verzorgde zijn vrouw hem samen met de thuiszorg, maar sinds zijn vrouw enkele maanden geleden is overleden, is hij naar een verpleeghuis verhuisd. Erg te spreken over zijn woonplek was hij niet. De zorg was slecht, ze hadden vaak geen tijd voor hem en de andere mensen die er zitten zijn niet leuk. Hij had het er niet naar zijn zin.
De reden voor zijn komst naar het ziekenhuis was een wond op de stuit. Een doorligplek. Hij is afhankelijk van het personeel, kan zelf niet draaien in bed, kan zelf de wond niet zien. Hij voelt ook niets van die wond. “Maar stinken doet het wel” vertelde hij. Echt enorm. Vreselijk vond hij dat en hij schaamde zich er ook voor. De verpleging wisten niet meer wat te doen met die wond en hebben hem daarom naar het ziekenhuis gestuurd.
Ondertussen was de arts gearriveerd die deze wond wel eens wilde gaan bekijken. Prima. Mijnheer werd door middel van een tillift vanuit zijn rolstoel het bed in geholpen. Daar hielp ik hem de broek opendoen en een stukje naar beneden halen. Ik hielp mijnheer om op zijn zij te liggen waarbij ik hem ook vasthield. De bovenkleding hield ik wat omhoog zodat de arts goed de wond kon gaan bekijken. Deze vrouwelijk arts, in opleiding tot geriater, had de handschoenen al aan, het lampje, meetlint en wattenstokje al klaar gelegd. Voorzichtig peuterde ze het verband los. “Je mag het er gewoon aftrekken hoor”, zei de man, “ik voel er toch niets van”. Om zijn huid niet veel verder te beschadigen besloot de arts toch maar gewoon voorzichtig te blijven.
Terwijl de arts het verband aan het lospeuteren is, komt er al een lucht vrij. “Ruikt u dat?” zie de man. “Hier het begint al weer hoor, jakkes! Wat een lucht! Dat is toch niet normaal?” Nieuwsgierig naar deze wond die deze lucht kan produceren buig ik , terwijl ik mijnheer vasthoud, een stukje over hem heen zodat ik de wond van bovenaf ook kan zien. Eenmaal het verband verwijderd zien wij een ontzettend grote en erg vieze wond op het stuitje van deze meneer. Rood, geel en zwarte plekken. En inderdaad met een lucht die deed denken aan jarenlange ongewassen zweetvoeten, gecombineerd met een vleugje braaksel en aangebrand vlees. Zoiets. Vies dus.
De arts pakte de meetlint, nam netjes de maten van de wond op. Scheen met het lampje in de wond om het binnen liggende weefsel te bekijken. Ondertussen dwong ik mezelf door mijn mond te ademen. Ik had al genoeg gezien, dus ik boog mij weer terug en bleef ondertussen de man vasthouden. Hij zag het al aan mijn gezicht “het is niet best he”. ‘Nee meneer, dat is het niet ‘, zei de arts. ‘Het ziet er echt heel erg naar uit. Ik moet alleen nog even voelen hoe diep de wond is, en dan dekken we hem weer af en ga ik overleggen wat we met deze wond kunnen doen’. Ze voelt voorzichtig aan de randen van de wond. Volgt deze met haar vingers. Haar vingers verdwijnen steeds verder in deze veels te diepe wond. “Is ie erg diep?” roept de man. ‘Euh ja, ik kan mijn, euhm, mijn hele vuist erin stoppen’, zegt de arts met een wat beknepen stem. Ze wordt wat bleek en ik vraag aan haar of het wel gaat. “Tjonge, jonge het is toch wat”, moppert de man. “Ze hebben daar ook niets goed gedaan met die wond. Misschien dat ik...” Hij stopt. “Is ze nou flauwgevallen?” vraagt hij.
 ‘Ik geloof het wel ja’.
©JaneOnira

woensdag 2 november 2011

Alleen aan de keukentafel


Ze zit alleen aan de keukentafel. Haar handen met de papieren trillen. Hij wil scheiden. Scheiden. Het woord dreunt door haar hoofd. Scheiden. Scheiden. Hij wil van haar af. Niet meer met haar verder. Niet met haar en met hun kinderen. Het is over. Voorbij.
Het is al lange tijd gaande. Er speelt al veel langer iets. Voordat ze gingen trouwen had ze hem al eens betrapt met een andere vrouw. Dat heeft ze hem vergeven. Want hij was zo lief en had er echt erg veel spijt van. Hoe had ze zo stom kunnen zijn?
Hij was veel van huis. Maar ja, er moest hard gewerkt worden om het mooie huis waarin ze woonden te kunnen betalen. Hoe blij waren ze niet toen ze zwanger bleek te zijn? En hoe verdrietig toen het na al die weken dragen toch misging en ze een heel klein kindje in hun armen hielden wat nooit zal gaan ademen. Ze zucht.
Ze hebben het ook leuk gehad samen. Wat houdt ze toch veel van die man. Hij heeft haar uiteindelijk 2 kinderen geschonken. Ze zijn samen door diepe dalen heen gegaan en hebben vele hoogtepunten ook samen beleefd. De vakanties, het 2jaar wonen en werken in een ander land, de bruiloft, de kinderen. Hij was altijd zo zorgzaam. Hoe kon het toch zo gekomen zijn?
Al langer is hij weinig thuis. Ze hadden veel ruzie. Er waren schulden. Er zijn nog steeds schulden. Hij was weinig thuis, zij stond er veelal alleen voor. Ze miste hem. Dat is toch niet gek? Daar kregen ze ruzie over. Soms kwam hij helemaal niet thuis en wist ze niet waar hij was. Gek werd ze ervan.
Vorige week heeft hij het haar verteld. Er was een ander. Al een langere tijd. Hij heeft bij een andere vrouw nog 2 kinderen. Twee kinderen die bijna net zo oud zijn als de hare. Nu heeft hij een andere relatie, maar hij woont alleen. Hij had ergens een appartementje gevonden.
Ze weet niet wat ze nu doen moet. Ze is van hem afhankelijk, ook financieel. Ze heeft geen werk. Ze heeft 2 jonge kinderen. Wat moet ze nu? Ze zucht en ze weet, ze moet door voor haar kinderen. De kinderen zagen hun vader al zo weinig, en dat zal er nu niet meer op worden. Ze moet zowel een moeder als een vader voor hun zijn. En dat gaat haar lukken. Ze moet. Voor hen. Want dit verdienen ze niet.
Daar zit ze dan. Met de geopende envelop en de papieren in haar nog steeds trillende handen. Tranen die over haar wangen stromen.
© Jane Onira

dinsdag 1 november 2011

De onzin van persoonlijkheidstesten


Het schijnt, volgens een cursus dat ik aan het volgen ben, dat persoonlijkheidtesten veel gebruikt worden door psychologen.
Er zijn vele soorten persoonlijkheidstesten. Online kan je er al heel erg veel vinden. In hoeverre die betrouwbaar zijn vraag ik mij sterk af, maar ach, het geeft toch een leuke indicatie over jezelf nietwaar?
Psychologen schijnen nog regelmatig gebruik te maken van ‘de inktvlekken’. Je kent het wel; dat je een plaatje krijgt en moet zeggen wat je erin ziet. Het idee erachter is dat je iets van jezelf in jouw waarneming van het plaatje projecteert. Zie je in het plaatje bijvoorbeeld een gezicht die je aanstaart? Dan zou dat kunnen betekenen dat je een paranoïde persoon bent. Ik denk dat iedereen weer iets anders ziet en ik vraag me sterk af in hoeverre je daar echte conclusies aan kan verbinden. Uiteraard kan het heus wel ‘iets’ zeggen maar wat dat ‘iets’ dan is, is wat lastiger denk ik.
Er bestaan ook van die zelfrapportage tests. Van die vragen; ‘wat zou je doen als’? en waarbij je dan moet kiezen tussen een antwoord a, b of c. Of van die testen met stellingen waarbij je moet aangeven of je het er wel of niet mee eens bent. Of zo’n balkje met aan elke kant een ander woord dat twee uitersten van elkaar zijn en jij moet aankruisen of je vind dat het van toepassing op jou is, naar welke ‘kant’ jij het meeste neigt. Er zijn echt heel erg veel van die persoonlijkheidtesten.
Heel eerlijk? Ik heb niet zo op deze testen. Ik vraag me af in hoeverre het betrouwbaar is en of de conclusies die uit antwoorden getrokken worden wel juist zijn. Er zijn altijd nuances denk ik dan. Daarbij is sociaal wenselijke antwoorden geven al heel makkelijk. Ik denk dat je ook al snel een sociaal wenselijk antwoord geeft, dat je dat misschien zelfs sneller doet dan wanneer je er echt goed over nadenkt en echt van uit jezelf spreekt. Hoewel dat natuurlijk wel het beste is, van uit jezelf spreken. Waarom zou je jezelf anders voordoen? Er is toch geen goed of fout antwoord? Zoals al eerder gezegd, ze kunnen vast wel ‘iets’ zeggen, dat geloof ik wel echt. Maar of je iemands persoonlijkheid nou echt goed kan doorgronden door middel van het afnemen van testen? Nee dat geloof ik niet.
© JaneOnira

maandag 31 oktober 2011

Klik, klik, klikerdeklik


Ik klik me suf. Elke dag weer. Ik ga naar de speciaal ervoor gemaakte e-mail adres en ik klik. Ik klik. Ik klik. Ik klik. Ik klik. En ik klik maar door. Tot ze allemaal weer weg zijn en de volgende dag er weer een nieuw inbox vol mailtjes heb.
Juist ja, ik heb het over kliksites, online spaarprogramma’s, get paid to sites of hoe je het ook noemen wilt. Sites waarop je jezelf kan inschrijven om een heel erg minimaal klein extra beetje geld te verdienen. Sites met enquêtes, spelletjes, zogenaamde klikbanners (advertenties waar je op klikt om dan wat extra in je saldo te stoppen) en bovenal waarvan je mails krijgt. Mailtjes waar je op kan klikken. En zo’n klik levert je wat geld op. Gemiddeld zo’n €0,01. Je kan je voorstellen dat er heel wat geklikt moet worden wil je komen op een uitbetalingbedrag van ook zo’n gemiddeld €10,- (verschilt wel eens per site). Gelukkig kan je het dan dus een beetje aanvullen door ook de sites zelf echt goed in de gaten te houden en mee te doen met spellen, quizzen of jackpots.
Met deze sites moet je zelf aan de slag met op advertenties klikken. Het levert allemaal niet veel op, maar iets is toch iets denk ik maar zo. En ik heb het ervoor over.
Iedereen maakt weleens verkeerde keuzes. Iedereen maakt wel eens fouten. Soms kom je in een situatie terecht waar je zelf niet voor gekozen hebt. Het salaris kan dan niet genoeg zijn. Dan zijn dit toch manieren om net een beetje extra te verdienen. Een extra wat in mij geval erg nodig is.
Ik maak er ook een soort van sport van. Proberen hier dagelijks wat te schrijven. Dagelijks die mailbox langslopen. Die heb ik speciaal aangemaakt voor deze sites zodat privé mails ervan gescheiden zijn. Aan het eind van de maand check ik op alle sites hoeveel saldo ik heb verdiend en of ik al een betaling kan aanvragen. Ik heb daar een mooie lijst voor waarin ik dat elke maand weer opschrijf zodat ik weet wanneer ik ongeveer een uitkering kan verwachten en welke sites het beter doen dan andere. Dat vind ik dan leuk, dan heb ik weer even een overzicht, zie ik dat ik meer verdiend heb. Maar hoewel ik nu al een poos bezig bent, is het nog nergens genoeg om iets te laten uitkeren. Dat geeft niet; ik heb geduld. Ik klik rustig verder. Klikerdeklik.
©JaneOnira
Ook klikken? Of vragen over mijn ervaringen? Stuur mij een bericht of mail naar Jane.Onira@gmail.com Een aanmelding via mij levert mij weer wat extra op. 

- 

zondag 30 oktober 2011

Op een gewone zondagochtend


Ik zie hem staan als ik de gordijnen open doe. Hij kijkt naar ons huis. Waarom? Ken ik deze man?
Ik kan hem niet goed zien. Hij heeft een lange jas aan en een muts op zijn hoofd. Niets bekends in ieder geval. Hij kijkt naar mij en ziet dat ik naar hem kijk. Hij draait zijn hoofd weg en loopt langzaam een paar stappen verder. Hij heeft een wandelstok, maar gebruikt hem verkeerd. Hij heeft dat ding niet nodig. Dat zie ik zo. Na die paar passen draait hij zich weer half om. Kijkt nogmaals naar ons huis. Ik sta nu iets meer verscholen dus hij ziet me denk ik niet. Hij kijkt op zijn horloge en draait zich weer om. Weer een paar stappen en hij kijkt weer. Weer kijkt hij recht naar ons huis om vervolgens om zich heen te kijken. Doet weer een paar passen zonder echt gebruik te maken van de wandelstok. Dan, terwijl hij loopt, steekt hij zijn rechterhand in zijn jaszak en daarmee de stok van de grond halend. Hij loopt gewoon door en het oogt helemaal goed, zo hard heeft deze man die stok niet nodig. Dat is duidelijk. Zijn hand komt weer uit zijn jas te voorschijn. Een mobieltje? Ja, volgens mij heeft hij nu een mobieltje in zijn hand die hij openklapt. Wat zal hij doen? Hij belt er niet mee. Zal hij daarin opschrijven hoe laat hij zag dat de gordijnen hier opengingen? En dat ik vandaag alleen lijk te zijn? Hij klapt het mobieltje weer dicht en stopt hem weer in zijn zak. Al die tijd is hij gewoon doorgelopen zonder zijn wandelstok echt te gebruiken.
Dan staat hij weer stil en wederom draait hij zich om en kijkt nogmaals naar ons huis. Ik begrijp het niet. Zo bijzonder is het huis niet en het staat niet te koop of iets. Dan draait hij zich weer om en loopt nog een klein beetje verder. De wandelstok raakt de grond weer maar echt gebruiken doet deze man hem niet. Een paar meter verder blijft hij weer staan. Bij de bushalte dit keer. Kijkt om zich heen. Kijkt nogmaals naar het huis. Ik kan hem niet goed meer zien, hij staat wat verborgen in dat bushokje en bomen beperken mijn zicht.
Een kwartiertje later kijk ik nog eens naar buiten. De man staat daar nog steeds te staan. Wat is dat toch vraag ik me af. Zou hij echt ons huis in de gaten houden? Of is dat maar toeval? Het zit me niet lekker en ik vertrouw het niet daarom blijf ik maar kijken. Waarom ben ik zo achterdochtig? Wie is deze man? Ik herken hem ook helemaal niet. Zou hij hier ooit gewoond hebben?
 Dan komt er een bus aangereden. De man stapt in.
©JaneOnira

zaterdag 29 oktober 2011

Geveld door het norovirus


Jawel het is weer eens zover. Ik heb weer eens een buikgriepje te pakken. Gek genoeg pak ik die vrijwel elk jaar weer mee. Blijkbaar heb ik nogal een gevoelig maag-darmkanaal want je zou toch denken dat je na alle aanvallen ik al heb gehad het sterk genoeg zou zijn om ook dit virus door te slaan. Maar nee, een uitbraak op mijn werk en hup, daar lig ik. Of zit ik. Of ren ik. Naar bed, bank, en vooral wc.
Nee zeg want kan je jezelf toch zielig vinden als je zo beroerd bent. Rillingen, buikpijn, overgeven, diarree. Je slap voelen en haast niet op je benen kunnen staan. Ziek, zwak en misselijk. Gelukkig gaat het vandaag weer ietsje beter.
Het norovirus
Het norovirus is een verwekker van diarree (dat had ik nog niet gemerkt). Het is zeer besmettelijk (verassend). De symptomen bestaan uit misselijkheid (check), braken (check), hoofdpijn, buikpijn (check), diarree (check), maagkrampen (check), spierpijn (check), malaise (check) en milde koorts (check).
Helaas, er bestaat geen geneesmiddel, en gaat vanzelf weer over na één tot vier dagen. Belangrijk is genoeg vocht, suikers en zouten binnen te krijgen om uitdroging te voorkomen (doe mijn best). Handen wassen is belangrijk om het niet door te geven.

En toch heb ik het
Hoewel ik door mijn werk heel goed weet hoe belangrijk handenhygiene is, heb ik het toch te pakken. Helaas, blijkbaar kom ik er niet onderuit, hoe goed ik mijn handen altijd was (desinfectie werkt niet bij noro). Natuurlijk zou het ook zomaar kunnen dat ik een ander virus heb, dat weet ik niet zeker. Op mijn werk werden de zieke patienten gekweekt, die hebben het dus zeker. Eén plus één is twee dus grote kans dat het dit virus is. En dus probeer ik goed te blijven drinken. Wat crackers en beschuit te eten. En vooral mezelf niet al te zielig te vinden. Oh, daar gaat het weer. Sorry, moet even rennen...............................

(rivm.nl, wikipedia.nl)
© JaneOnira

vrijdag 28 oktober 2011

Ik ben verslaafd


Ik heb een verslaving. En ik durf dat hier eerlijk neer te zetten. Of eigenlijk, ik HAD een verslaving. Een koekjesverslaving. Of nou ja, heel eerlijk, die heb ik nog steeds, met het enige verschil dat ik er nu veel beter vanaf kan blijven.
Ik weet niet wat het is maar ik ben gewoon dol op koekjes. Kleine koekjes, grote koeken, roze koeken, boterkoeken, ach noem het maar op en ik eet ze. Behalve als er veel nootjes opzitten, dat vind ik dan weer niet zo lekker. Snoep, chips of chocolade? Nee hoor, wel lekker af en toe maar valt volledig in het niets bij het koekje.
Wat het koekje nou zo lekker maakt weet ik eigenlijk niet. Ik kan ze gerust de hele dag door eten. Ik kan, want ik ben er nu mee gestopt. Sowieso veel beter voor de lijn en mijn gezondheid. Dat is al mooi meegenomen toch? Daarom koop ik ze niet meer. Als ik ze niet in huis heb kan ik ze ook niet eten.
Soms mis ik het wel; die koekjes. Dan zit ik thuis, knort mijn maag en zegt mijn hoofd; koooooeeeeekkkkkjjjjeeeeesssssss, op zo’n ontzettend plagerig toontje. Je kent het wel. Het liefst spring ik dan op mij fiets en race ik naar de eerste de beste winkel om ze te halen. Mijn portemonnee houd die drang gelukkig tegen. En dan schrijf je er maar een stukje over. Omdat je ze toch ook best wel heel erg mist, die koekjes. Ach wie weet komt er binnenkort bezoek en mag ik een pak koekjes in huis halen van mezelf. Wie weet... En tot die tijd... Tsja. Een appel is ook best lekker :)
©JaneOnira

donderdag 27 oktober 2011

De oerkracht van een mens


Het werken in een ziekenhuis. Een altijd afwisselende baan. Elke dag weer anders. Totaal anders soms. In de ene kamer geluk. In de andere kamer verdriet.
Ik verbaas me altijd weer over de kracht die mensen in zich hebben. De vechtlust die vaak ineens naar boven komt als men wordt geconfronteerd met een zorgwekkende diagnose. Alsof vrijwel iedereen over een soort overlevingsdrang beschikt. Een wilskracht. Een vechtlust. Dat kan mij echt versteld doen staan.
In het ziekenhuis gebeuren veel goede dingen. Gelukkig worden er nog steeds veel mensen beter gemaakt. Alleen die mensen zien de werknemers van een afdeling meestal niet meer. Deze mensen gaan naar huis en komen misschien nooit meer of alleen op de polikliniek. Heel af en toe dat er eens iemand langskwam, een kaartje stuurt, of dat we via-via horen dat het goed gaat. Mooie berichten waar men als afdeling erg blij mee is. Dat is hoe het hoort en zou moeten. Dat is waar de kracht vandaan wordt gehaald als er weer eens teveel mensen wegglijden.
Soms is er zo’n periode. Raar maar waar. Zo’n periode dat de mensen hard gevochten hebben maar het niet heeft mogen baten. Het lijkt soms in golven voor te komen. Dat zijn moeilijke periodes, ook voor het personeel. Mensen die ze hebben mogen leren kennen en helaas niet meer onder ons zijn. Die het leed geleden hebben. Die niet meer hoeven te vechten. Die hun laatste adem hebben uitgeblazen.
Erg opbeurend is dit stukje niet. Dat is het werk soms ook niet. Het hoort bij het leven. Je weet waar je aan begint als je gaat werken in een ziekenhuis. Maar dat maakt het niet makkelijker. Hoe vaak je zoiets ook mee mag maken, wennen doet het (gelukkig) nooit.
En soms rouw ik. Dan treur ik om hen waarvan het vechten niet gebaad heeft. Om als die mensen die ik ooit heb mogen ontmoeten. Om de naasten de verder moeten met een groot gemis. Het leed dat sommige mensen moeten lijden. Soms huil ik er even om.
Dan is er weer een nieuwe dag. Een dag waarop ook weer veel mensen beter gemaakt worden. Waar gelachen wordt. Waar geleefd wordt. Waar de oerkracht van de mens weer zichtbaar wordt. Het leven is heel veel waard.
©JaneOnira

woensdag 26 oktober 2011

Divali, het lichtjesfeest

Vandaag; 26 oktober 2011, is het Divali. Divali is een belangrijk Hindoestaans feest wat zijn oorsprong heeft in India. Lang geleden was ik er zo onder de indruk van, dat ik er nog steeds jaarlijks aandacht aan besteed.

De achtergrond

Divali wordt (volgens Wikipedia) symbolisch bedoeld als “de overwinning van het goede over het kwade, overwinning van het licht over de duisternis, overwinning van de gelukzaligheid over de onwetendheid”.

Religieus gezien valt Divali steeds weer op een andere dag maar vindt eigenlijk altijd in oktober en/of november plaats. Eigenlijk wordt het 5 dagen gevierd, elk met eigen mythen en rituelen. De 3e dag is dan vandaag waar het volgens de Hindoestaanse kalender een donkere nacht is.
Tijdens Divali wordt de god Lakshmi vereerd. Er zijn vele verhalen achter Divali.  Lakshmi is de godin van rijkdom, welvaart, liefde, geluk en vrede.

De viering van Divali

De mensen en hun huizen horen rein te zijn bij Divali; zuiver en schoon. Men dient vergetarisch te zijn, en niets te eten waarvoor dieren lijden, worden gebruikt of voor worden gedood. Er wordt veel zoete hapjes gemaakt en uitgedeeld. Er worden Diya's aangestoken. Dit zijn van klei gemaakte kommetjes die je vult met pit en olie, en aansteekt op het moment dat het donker gaat worden. Uiteraard voorafgegaan door bidden. In elke (belangrijke) kamer wordt een Diya geplaatst. Bij het branden van deze lichtjes nodig je Lakshmi uit om naar het huis te komen, en de bewoners te zegenen en te beschermen.

Mijn "viering"

Uiteraard ben ik een leek, en weet ik er alleen maar van wat ik toen heb gezien, geleerd en er over heb gelezen. Natuurlijk weet ik heel veel dingen niet, en voer ik waarschijnlijk rituelen niet of niet goed uit. De gedachte achter Divali vind ik mooi. Toen ik in India was, was het zo mooi. Al die lichtjes overal. Het lekkere vegetarisch eten en de ontzettend lekkere zoete hapjes. Het vuurwerk. We waren daar maar op vakantie, maar kregen wel allerlei lekkers aangeboden. Daardoor besteed ik er nu nog aandacht aan. Ik vind het een mooie gedachte om het huis en jezelf te reinigen, om God te eren en bescherming en zegening te vragen over je huis. Dat je thuis een veilig huis mag zijn en dat het een nieuw jaar wordt vol met voorspoed.

Op een dag als vandaag ben ik vegetarisch, maak ik het huis schoon, brand ik vanavond wierook en diya's. Ik doe het vast niet zoals het 'hoort', ik doe vast dingen verkeerd, niet goed, of wat dan ook. Maar ik doe het wel met mijn hart. Omdat ik erin geloof en hoop dat het bescherming bieden zal.

Divali

©JaneOnira