Pats, boem, au. Waarom laat ik mij zo kennen?
Waarom laat ik mij meeslepen? Waarom kan ik niet een stap terug doen en het
gewoon rustig van een afstand bekijken zonder mij direct aangesproken te
voelen? Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik dit niet meer doe? Waarom laat ik het
mij überhaupt raken?
Het ging over niets bijzonders. En toch voel
ik mij boos. Waarom? Ik begrijp het zelf niet goed. Waarom raakt het mij zoals
het mij deed? Omdat het mijn idee was wat daar wordt geopperd? Omdat er conclusies
worden getrokken die helemaal niet kloppen? Ik denk dat het dat is.
Collega’s. Ja, ik heb het over collega’s. Waar
de één mij irriteert omdat ze de deur altijd te hard open of dicht doet en
vervelend hard zucht, irriteert de ander omdat ze vreselijk snel overal
conclusies maakt die vaak helemaal niet kloppen. Of die ander, die altijd maar
twijfelt en ongemakkelijk doet. Of die zweverige, die altijd en eeuwig praat
over de wandelingen, musea, tentoonstellingen, en allerlei spirituele poeha. Ik
kan spirituele poeha best waarderen, maar niet zoals deze het brengt. Of wat
dacht je van die ander, waarbij ik mij soms meer volwassen voel dan haar ook al
is zij 20 jaar ouder. Of die collega’s die zo hard door de telefoon praten dat
ik mezelf niet meer kan horen denken.
Het nadeel van fulltime werken in een wat
kleiner team; je gaat je sneller irriteren. Aan allerlei kleine dingen. Zit ik
dan wel op de goede plek? Ik vind het werk leuk, maar ik kan meer. Ik weet het
en ik voel het. Ik moet meer opkomen voor mezelf, meer staan voor wat ik denk
en voel zodat ik mij niet zo snel zal irriteren aan de collega’s die dingen
hardop roepen die ik zelf allang had bedacht. Alsof het hun idee is. Alsof het überhaupt
klopt wat ze zeggen. Waar bemoeien ze zich eigenlijk mee?
Net als mijn privéleven. Wat gaat het mijn
collega’s aan waarom ik niet op vakantie ga of waarom ik nog geen kinderen heb?
Wat gaat hen aan of dat de financiën zijn of anderszins? Ik zal je zeggen;
helemaal niets. Maar het irriteert me. Alles enorm.
Dat had ik niet van mezelf ooit gedacht. Wie
had gedacht dat ik; die altijd iedereen lief en aardig vond en vooral ook zelf
aardig gevonden wilde worden, helemaal niet iedereen even lief en aardig vind
of zou willen vinden. Ik; het brave, lieve, kleine meisje wat luisterde naar
anderen en gehoorzaam volgde. Die is er niet meer. Die is aan het veranderen.
Op zoek naar wie ze nog meer is. Naar wie ik nog meer ben.
Ik leer veel nu. Ik denk over mezelf na. Mijn
rol, mijn houding. Mijn irritaties. Mijn drive. Mijn ambities. Ambitie? Ja;
ambitie. Deze altijd ambitieloze tuthola denkt ineens ‘ik wil groeien’. Die
denkt bij een leidinggevende ‘ik kan zoveel beter’. Ik die moeite om doet om
niet ineens in een enorme zelfvoldane lach te schieten als iemand stellig zegt
‘ik zie jou echt nog wel verder groeien’. Ik zie het ook. En het gekke is; ik
wil het ook.
Weg irritaties. Dit wordt mijn weg. Mijn kans.
Mijn drive. Ik ga doen wat ik leuk vind en waar ik goed in ben. Ik ga daar
beter in worden. Zodat niemand meer om mij heen kan. Gek om een verhaal wat ik
met een ander idee begon, omvormt tot iets wat ik nu pas echt realiseer. Ik wil
groeien op die ladder. Ik kan het ook. En ik weet het.
©JaneOnira
Hey Jane, wat mooi! Schrijf je in voor een cursus of workshop, meld het tijdens een functioneringsgesprek en laat weten dat je er bent! Als je gelooft dat je het kunt, straal je dat ook uit. :-)
BeantwoordenVerwijderen