Ik stond daar maar. Als versteend. Ik stond en
ik keek. Met een luid bonzend hart. Iedereen moest het vast kunnen horen. Ik
keek om me heen. Ik zag niemand. Ik keek weer voor me uit, en staarde. Ik
staarde naar het bebloede mes in mijn handen. Ik staarde naar het levenloze
lichaam op de grond. Ik kon niet nadenken. Ik kon niet handelen. Ik kon enkel
kijken.
Ik heb geen idee hoe lang ik zo heb gestaan
eer ik tot bezinning kwam. Of nou ja, bezinning..? Eerder paniek. Want hier
stond ik dan; een bebloed mes in mijn handen en een lichaam op de grond. Wat
moest ik ermee? Ik had werkelijk waar geen flauw idee. Ik heb eigenlijk nog
steeds geen flauw idee. Ik voel de paniek in mij. Ik moét iets! Iets! Zo
meteen..dan..en...dan..als..ja..dan...
Ik verman mijzelf tot ademhalen. Rustig in en
rustig uit. Niemand ziet mij. Ik ben nog steeds alleen. Alleen met degene die
op de grond ligt. Of wat daar nog van over is. Maar dat ik iets moet, dat
realiseer ik mij. Ik kan dat niet laten liggen. Ik kan hier niet blijven staan.
Maar wat hè?
Verbranden? Begraven? Verstoppen? Laten
liggen? Politie bellen? Ambulance bellen? In kleine stukjes snijden? Oplossen?
Ik weet het niet. Ik weet het gewoonweg niet. Ik blijf maar staan en terwijl
mijn hoofd maalt weet ik niet wat ik moet doen. Mijn benen trillen en ik voel
mij slap. Wat te doen? Wat te doen?
Dan hoor ik de stem. “Ik ben trots op je.”
Trots... Trots op mij? Dat kan niet. Wat ik heb gedaan is slecht, heel slecht.
“Hij viel je aan, ik zag het.” Waarom hielp je mij dan niet? “Ik was er wel
maar je wilde niet luisteren.” Ik heb je niet gehoord. “Je was te boos.” Boos?
Was ik boos? “Ja, je was boos.” Oh.
Ik kijk naar hem op. Met een mooie glans om
hem heen glimlacht hij naar mij. Ik voel de rust over mij heen komen. Alles
komt goed. Ik voel het, tot in het diepste van mijn zijn. Ik voel het en ik
blijf het voelen terwijl ik gemaand wordt op de grond te gaan liggen. Mijn
handen geboeid op mijn rug. Het zit strak, maar het geeft niet. Het is goed. Ik
heb mezelf verdedigt. Eindelijk.
©JaneOnira
Een stuk uit een triller met een goede afloop. (voor het meisje toch)
BeantwoordenVerwijderen