zaterdag 4 augustus 2012

Pak me dan...


“Pak me dan als je kan, je kan mij toch niet krijgen.”
Ik luister het met een glimlach aan. Even kijk ik op en staar naar de glimmende oogjes van mijn dochter. Ik steek mijn hand uit als ze naar me zwaait. Dan klinkt het geluidje van de telefoon, en buig ik mij weer over mijn mobiel.
“Pak me dan als je kan, je kan mij toch niet krijgen.”
Ik lach, in wat voor een bui is ze vandaag? Jannie, een goede vriendin van mij, is wel bezig zeg. De ene gevatte opmerking na de andere. Ik vraag me af of ze iets geslikt heeft ofzo. Zo ken ik haar helemaal niet.
“Pak me dan als je kan, je kan mij toch niet krijgen.”
Enthousiast begin ik een berichtje terug te schrijven, ik moet natuurlijk wel net zo gevat zijn en iets leuks terugsturen. Als je te lang wacht dan valt het gesprek weer stil, en dat is zonde want het is net zo leuk.
“Pak me dan als je kan, je kan mij toch niet krijgen.”
De zon brandt in mijn nek, lekker. Het voelt ook zowaar als vakantie. Hoewel we dit jaar helaas niet erop uit gaan, heb ik nu toch een soort van vakantiegevoel door het mooie weer. Even niets hoeven. Even niet denken aan de ellende. Maar gewoon, hier lekker op het grasveldje zitten. Even erop uit met dochter lief. Gelukkig weet ze zich goed te vermaken met de andere kinderen die hier zijn.
“Pak me dan als je kan, je kan mij toch niet krijgen.”
Ineens voel ik een koude, klamme, lucht langs mijn nek strijken. Ik kijk op, kijk om mij heen maar zie niets. Bliep, bliep. Oh hahaha, daar is Jannie weer. Hilarisch, wat een gek mens is het toch. Hoe komt ze erop? Driftig ram ik op mijn touchscreen. Wat een geweldige uitvinding is dit ding toch, ik zou niet weten wat ik zonder zou moeten.
Pak me dan...
Ineens realiseer ik mij dat het wel heel stil is geworden. Ik kijk op. Ik zie niets. Ik kijk weer naar mijn telefoon als het geluid van het binnenkomende berichtje klinkt. Dan ineens het besef; ik zie niets! Waar zijn de kinderen gebleven? Waar is mijn kleine meid gebleven?
Pak me dan...
Snel, even een berichtje naar Jannie sturen. Ik kom later wel bij haar terug, moet eerst even mijn meisje gaan vinden. Tot later, daag stuur ik erachter aan.
Als je kan...
Ik sta op van het bankje en kijk om mij heen. Ik zucht. Waar zal die kleine dondersteen toch gebleven zijn? Ze weet toch dat ze niet mag weglopen? Ze hebben vast weer een of ander stom verstop spel bedacht. Nou, daar trap ik mooi niet in. Echt niet. Ik loop gewoon richting huis dan komt ze vast vanzelf wel.
Als je kan...
Onderweg naar huis kijk is zo onopvallend mogelijk om mij heen. Niet te opvallend, anders krijgt die rotmeid nog door ook dat ik haar probeer te zoeken. Ik doe gewoon net alsof het mij niets kan schelen dat ze zich verstopt heeft. Dat zal haar wel leren. Het kan mij ook niets schelen, echt niet.
Je kan mij...
Ik had nooit aan kinderen moeten beginnen. Maar ja, een ongeluk zit in een klein hoekje hè? Voor je het weet is het leed al geschied. Te laat in de gaten en dan heb je ineens een blèrend kind in je handen. En och wat was iedereen blij. Iedereen. Behalve ik.
Ja kan mij...
Maar goed, ze is soms best lief hoor. Ik ben nu zo aan haar gewend. Het duurde even, maar toch. Alleen momenten als deze kan ik missen als kiespijn. Ik hou niet van spelletjes. Niet van dit soort spelletjes in ieder geval. Ik zucht, waar is dat kind toch?
Toch niet krijgen...
Ik open de deur en ga demonstratief op de bank zitten. Ik neem een woeste slok uit de glas cola die ik daar blijkbaar had laten staan. Ik geef haar vijf minuten en dan ga ik haar halen. Na drie minuten wordt ik toch enigszins nerveus, dat stomme kind ook! Het is nu klaar, ik ga haar wel zoeken. Ik ga wel meedoen in het achterlijke spel.
Toch niet krijgen...
Ik loop naar de deur. En zie daar; jawel hoor mijn kleine meid! Ik wist het wel. Ze staat in de deuropening, en heeft een rare grijns op haar gezicht. Ineens voel ik mij ongemakkelijk worden. “Dag mam”, zegt ze. Ik zie het te laat, en terwijl alles donker om mij heen wordt hoor ik haar stem verdwijnen in het niets.
“Pak me dan als je kan, je kan mij toch niet krijgen...”

©JaneOnira

1 opmerking:

  1. Bbbrrr. Een bijzonder schrijfsel.
    Ik kreeg er een beetje Stephen King gedachtes bij.

    BeantwoordenVerwijderen