Zenuwen gieren en brullen door mijn lijf. Mijn
hart bonkt als een bezetene. Spanning, onrust in het lijf. Nog zoveel te doen. Nog
zoveel. Kan ik dit allemaal wel? Red ik dit allemaal? Ik wil het allemaal doen,
voor de goede orde, voor de goede zaak. Maar het kost tijd, energie. Zoveel te
doen. Zoveel staat er nog te wachten. Tijd te kort. Naast het werk nog zoveel
andere belangrijke dingen te doen.
Onrust in het lijf, een gejaagd gevoel. Soms is
het allemaal even een beetje veel. Een beetje teveel. Te veel stress gehad,
teleurstellingen, tegenslag, pijn, verdriet en boosheid. Emotionele achtbanen
en ondertussen nog zoveel te doen.
Tijd. Pas op de plaats. Opletten, goed
oppassen op jezelf. Je moet blijven staan, en dat kan je ook. Orde maken in je
hoofd. Alles één voor één. Stap voor stap. Je komt er wel, je kan het.
Niet elke keer overstuur raken bij het lezen
of horen van bepaalde namen. Zij zijn niets, zij zijn niemand. Het is niet
belangrijk dat ze over je liegen om daarmee iets voor zichzelf goed te praten. Prima,
geef mij de schuld maar. Geen eerlijkheid, geen excuus. Nee, verloochen jezelf
en schuif het af op een ander alsof het niks is, alsof het de ander niets doet.
Toe maar, doe maar, dat kan er allemaal nog best bij.
Vallen en weer opstaan. Kruipen en rennen. Slapen
en wakker worden. Nog zoveel te doen.
Alleen. Alleen thuis. Waar iedereen stappen
verder is, blijf jij weer eens hangen. Blij voor hen, maar zelf teleurgesteld. Achter,
zoals je altijd achtergebleven bent. Je weet niet beter, maar toch doet het
pijn.
Sommige mensen zijn stom. Sommige mensen
verdienen het respect van een ander niet. Hoe kan je iemand respecteren,
vergeven, blijven zien die zoveel pijn en leed heeft veroorzaakt? Die je maar
blijft kwetsen, keer op keer op keer op keer. Wanneer is het genoeg? Waar is
het einde? Wanneer zeg je; stop. Stop, met mij zo te behandelen. Je bent zoveel
meer waard dan op die manier behandeld te worden. Ik zou het zo graag anders
voor je zien. Maar wie ben ik?
Niemand. Nergens. Onzeker en achtergesteld,
bevangen door een wil, een moeten. Teveel moeten. Ik leg mezelf teveel moeten
op. Ik moet dingen gaan schrappen, dingen gaan loslaten. First things comes
first. Het is niet makkelijk maar ik moet. Ook ik moet zeggen; ho, stop tot
hier en niet verder. Het belangrijkste eerst. De rest komt later.
De ja-maar en als-dan vliegen door mijn hoofd.
Het veroorzaakt de onrust, de chaos. Soms is het allemaal even veel, teveel. Dus
ik neem een slok water, en ik zucht.
Dit is eruit.
Dit is eruit.
Laat maar komen, ik ga ervoor!
©JaneOnira
De haast zit mooi in dit stukje vervat ! ik herken het. Heel erg, zelfs ...
BeantwoordenVerwijderenIk herken mij ook in heel wat zinnen hier.
BeantwoordenVerwijderen