zaterdag 17 maart 2012

Daar waar het gebeurde


Ze loopt over het pad. Gehaast, doch niet te snel. “Hier kan je wel plassen hoor, toe maar, ga hier maar een plasje doen”, hoort ze een vrouw op kinderlijke toon zeggen. Ze kijkt even achterom. Och, dat mens heeft het tegen haar hond. Ze schudt haar hoofd, niet begrijpend waarom sommige mensen tegen hun hond praten alsof het een klein kind is. Nu heeft ze het sowieso niet op die beesten. Ze vindt honden altijd maar een beetje vies en eng. Nee, nooit geen hond voor haar.
Ze schudt de gedachten van zich af en realiseert zich dat ze moet doorlopen. Anders zou ze niet op tijd terug zijn. Bijna daar, kijkt ze om zich heen. Niemand te zien. Mooi, denkt ze en ze stapt van het pad af, dieper het bos in. Naar een plek dat niemand weet, dat niemand kent. Een plekje alleen voor haar. Haar eigen plekje.
Ze loopt nog een stukje door en blijft dan stilstaan. Als aan de grond genageld kijkt ze met grote ogen en wijd open mond voor zich uit. Wat is dat?
Haar hoofd draait overuren. Wat is dat wat ze ziet? Is hetgeen wat ze ziet, echt? Is het wat ze denkt dat het is? Wat moet ze doen? Ze kijkt om zich heen, ineens bang. Haar hart bonst als een bezetene. Het zweet staat in haar handen. Een knoop in haar buik. Wat is het toch? En wat nu? Niet op haar plek!
Ze doet een stap naar voren. Oké, vooruit, nog een stap. Twee stappen dichterbij wat haar zo abrupt stil deed staan. Ze is er nog steeds niet zeker van. Het lijkt wel... Of toch niet? Nogmaals kijkt ze om zich heen. Ze wordt toch wel wat meer ongerust nu. Stel... Stel dat iemand..? Nee, denkt ze. Dat kan niet. Niet op haar plek. Dat kan niet en dat mag niet.
Oké, denkt ze bij zichzelf. Er gewoon heen lopen en kijken of het zo is. Of zal ze zich toch omdraaien en weer naar huis gaan? Nee denkt ze, absoluut niet. Dat is geen optie. Ze moet het weten. Ze moet weten of het is wat het is. Of haar plekje daadwerkelijk verstoord is en nooit meer haar plekje zal zijn. Of haar plek überhaupt wel haar plek geweest is.
Plots hoort ze ergens achter haar het geluid van krakende takken. Ze verstijfd nog meer dan ze al was, en durft zich niet om te draaien. Dan schiet er in volle vaart een haas langs haar heen. Opgelucht haalt ze adem. Dat was het. Nu durft ze wel achterom te kijken. Zie je wel, er is niemand. Dat kan ook helemaal niet, want niemand weet hiervan. Of toch wel, peinst ze als ze haar blik weer naar voren verplaatst.
Haar besluit staat vast. Niet meer treuzelen nu, maar echt gaan kijken. Ferm recht ze haar rug, pakt nog even goed haar tas beet en loopt er naartoe. Met elke stap die ze dichterbij komt begint haar hart meer te bonzen. Nu kan ze nog terug. Nu kan het nog. Omdraaien en weggaan. Maar ze kan het niet, ze moet erheen. Ze heeft geen keus, ze moet wel.
De twijfels nu definitief van haar afschuddend loopt ze door. Ze loopt door tot ze er is. Daar blijft ze doodstil staan. Geen gedachtes. Geen beweging. Doodstil staat ze daar. Ze staart naar hetgeen wat ze ziet, totaal in vervoering gebracht. Doodstil. Ze merkt de beweging schuin achter haar niet op. Ze ruikt het niet, ze voelt het niet, ze hoort het niet. Doodstil staat ze daar. Ze kan geen kant meer op.
En daar is waar het gebeurde.
©JaneOnira

1 opmerking:

  1. Aaaah en ik maar wachten tot de daadwerkelijke ontknoping zou komen! Moet ik het nog aan mijn fantasie overlaten...

    BeantwoordenVerwijderen