woensdag 15 februari 2012

Een moeder en haar kind


“Stom rotkind! Het is allemaal jou schuld! Nee, je moet je bek houden tegen mij! Ik ben je moeder, ook al zou ik willen dat het niet zo was! Je had er nooit mogen zijn! Klote kind! Nou hup, opschieten jij! Doe eens normaal, ga nou gewoon die trein in, stom kind! Kom, hup, rotkind!” Ondertussen duwt de moeder de buggy woest tegen de trein. Gelukkig bevindt het kind zich niet in de bewuste buggy, maar staat het naast zijn moeder om met zijn kleine beentjes proberen het trapje van de trein op te komen. De moeder sleurt de buggy en het kind de trein in en de deuren sluiten. Ik blijf verbijsterd op het perron achter.
Het gebeurde allemaal in een enkele flits. Het was gedaan voordat ik er erg in had. Eigenlijk wilde ik de trein doen laten stoppen en roepen dat de vrouw zelf een rotwijf was, het kind meenemen en hem wel liefdevol opvoeden. Klote moeder.
Het is al een tijd geleden, maar het voorval laat me niet los. Had ik iets moeten doen? Iets moeten zeggen? Op moeten komen voor het kind die niet op zo’n toon hoort te worden aangesproken? En zeker niet met zulke woorden. Vreselijk. Ik blijf er naar van.
Hoe kan je als moeder dit zeggen? Ik begrijp dat het voor iedereen af en toe teveel kan zijn. Het leven is soms moeilijk en stressvol. Maar moet je dat gaan afreageren op het kind? Kan het kind er echt wat aan doen? Het kind was een jaar of 3, hooguit. Wat kan die eraan doen? Aan wat eigenlijk? Geen idee. Het maakt niet eens uit. Dat moeder is een rotwijf. Klaar.
Er stonden meer mensen op het perron. Ik stapte net de trein uit toen ik die laatste flarden opving. Zou ze de hele tijd dat ze moest wachten op de trein al zo tekeer gegaan zijn tegen het kind? Waarom deed verder niemand iets? Is dat onze maatschappij? Dat niemand opkomt voor dit kind? Dat we allemaal doen alsof onze neus bloedt? Alsof we geen idee hebben wat er gezegd wordt, het ons niet interesseert of het eigenlijk helemaal niet gebeurd. Of erger nog; dat het normaal is. Dat het normaal is dat een volwassen vrouw zo tegen een klein kind praat. Ongeacht wat dan ook. Staat niemand stil bij welke schade het de kind kan opleveren? Oke, misschien was dit eenmalig omdat moeders vol stress zat, dat weet ik natuurlijk niet en kan en mag ik niet over oordelen. Maar wat nou als dat niet het geval is? En dat dit kind dag in dag uit zulke dingen over zichzelf hoort? Hoe krijgt een kind een minderwaardigheidscomplex? Hoe beschadig je een kind? Eén keer is al te erg, dit ging ver. Heel ver. Te ver in mijn opzicht. Verder dan ooit zou mogen.
Ik had iets moeten doen. Moeten zeggen. Iets; wat dan ook. Ik had iets moeten doen. Misschien had de moeder er een drama van gemaakt. Misschien had ze mij aangevallen. Mooi zo, was dat maar waar. Dan waren er getuigen, en konden we de politie bellen. Dan kon ik die mooi vertellen wat deze moeder tegen het kind zei. Konden ze dat doorgeven aan Jeugdzorg.
Maar ja, zo loopt het natuurlijk niet. Zo loopt het nooit. Het is gebeurd. Het is te laat. Ik heb het laten gebeuren. Geen idee wie deze rotmoeder was. Geen idee waar ze wonen of waar ze naar op weg waren. Geen idee.
Ach, lief, klein jongetje. Het spijt me zo.
©Jane Onira

Geen opmerkingen:

Een reactie posten